De bestuurder van een rechtspersoon heeft een dubbele juridische band: een vennootschapsrechtelijke en een arbeidsrechtelijke. Meestal krijgt het arbeidsrecht de meeste aandacht. Soms spreekt de rechter zich uit over de vennootschapsrechtelijke band van de statutair bestuurder.
Rechtspraak rechtbank
De rechtbank Utrecht wees op 29 augustus 2012 vonnis in een geschil tussen Dr. Oetker Nederland B.V. en een van haar bestuurders. Pas in de derde AVA in een tijdsbestek van twee maanden was sprake van een rechtsgeldig ontslagbesluit. De eerste twee keer was de bestuurder niet of onvoldoende in de gelegenheid gesteld zijn raadgevende stem te geven. Deze verplichting ligt vast in de wet: artikel 2:227 lid 4 (binnenkort lid 7) BW. Vaak ligt deze verplichting ook verankerd in de statuten. Tijdens de eerste AVA was de bestuurder in het geheel niet opgeroepen en werd het besluit zonder enige betrokkenheid van de bestuurder genomen. De bestuurder beriep zich op de vernietigbaarheid van het besluit op grond van artikel 2:15 lid 1 aanhef en onder a BW, wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen. Voor de tweede AVA (circa 1 maand later) werd de bestuurder opgeroepen terwijl hij met vakantie was. Dit was bij de aandeelhouder bekend, de bestuurder nam pas de avond voor de geplande AVA kennis van deze vergadering. Diezelfde avond protesteerde hij schriftelijk per e-mail, onder vermelding dat hij in verband met zijn vakantie niet in staat was om zijn raadgevende stem deugdelijk voor te bereiden en daartoe juridische bijstand in te schakelen. De bestuurder verscheen niet tijdens deze tweede AVA. Het ontslagbesluit werd toch genomen en de bestuurder beriep zich met succes op de vernietigbaarheid hiervan.
De derde AVA vond circa 1 maand daarop plaats en pas toen kon de bestuurder zijn raadgevende stem uitbrengen. Dit was overigens zonder gevolg. De bestuurder werd alsnog met onmiddellijke ingang uit zijn statutaire functie ontheven en het dienstverband werd met inachtneming van de geldende opzegtermijn opgezegd, eindelijk met succes.
Vennootschapsrecht werkt door in arbeidsrecht
Het rechtsgevolg van vernietiging van een ontslagbesluit is tweeledig. De bestuurder behoudt zowel zijn statutaire functie als zijn dienstverband.
Bestuurders en commissarissen
De verplichting tot het geven van een raadgevende stem geldt niet alleen voor de betreffende bestuurder, die geconfronteerd wordt met een voornemen tot ontslag of schorsing, maar voor àlle bestuurders en commissarissen. Bovendien moet daadwerkelijk sprake zijn van een voornemen en niet van een al genomen besluit. Met andere woorden de AVA moet daadwerkelijk openstaan voor de inhoud van de raadgevende stem(men) en deze ook als zodanig meewegen bij het definitieve besluit en hierop reageren. In concreto betekent dit dat bij de motivering van het definitieve besluit ingegaan moet worden op de ingewonnen adviezen, waaronder de raadgevende stem(men) van de bestuurders en de commissarissen.
Flex B.V. en andere rechtspersonen
Per 1 oktober 2012 wordt het B.V.-recht geflexibiliseerd. De raadgevende stem van bestuurders en commissarissen blijft een wettelijke plicht voor B.V.’s en N.V.’s. Bij andere rechtspersonen is de raadgevende stem van de bestuurders geen wettelijke plicht maar wel vaak opgenomen in de statuten. Ook bij stichtingen en verenigingen speelt derhalve dezelfde problematiek. Ook is sprake van een dubbele juridische band: vennootschapsrecht en arbeidsrecht. Bij stichtingen en verenigingen geldt de volle ontslagbescherming, net als bij gewone medewerkers in loondienst. Bij B.V.’s en N.V.’s is dit anders en geldt de preventieve ontslagtoets van het UWV niet; verder is na een geldig ontslagbesluit volgens het vennootschapsrecht geen herstel van het dienstverband mogelijk (artikel 2:244 lid 3 BW).
Rechtspraak rechtbank
De rechtbank Utrecht wees op 29 augustus 2012 vonnis in een geschil tussen Dr. Oetker Nederland B.V. en een van haar bestuurders. Pas in de derde AVA in een tijdsbestek van twee maanden was sprake van een rechtsgeldig ontslagbesluit. De eerste twee keer was de bestuurder niet of onvoldoende in de gelegenheid gesteld zijn raadgevende stem te geven. Deze verplichting ligt vast in de wet: artikel 2:227 lid 4 (binnenkort lid 7) BW. Vaak ligt deze verplichting ook verankerd in de statuten. Tijdens de eerste AVA was de bestuurder in het geheel niet opgeroepen en werd het besluit zonder enige betrokkenheid van de bestuurder genomen. De bestuurder beriep zich op de vernietigbaarheid van het besluit op grond van artikel 2:15 lid 1 aanhef en onder a BW, wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen. Voor de tweede AVA (circa 1 maand later) werd de bestuurder opgeroepen terwijl hij met vakantie was. Dit was bij de aandeelhouder bekend, de bestuurder nam pas de avond voor de geplande AVA kennis van deze vergadering. Diezelfde avond protesteerde hij schriftelijk per e-mail, onder vermelding dat hij in verband met zijn vakantie niet in staat was om zijn raadgevende stem deugdelijk voor te bereiden en daartoe juridische bijstand in te schakelen. De bestuurder verscheen niet tijdens deze tweede AVA. Het ontslagbesluit werd toch genomen en de bestuurder beriep zich met succes op de vernietigbaarheid hiervan.
De derde AVA vond circa 1 maand daarop plaats en pas toen kon de bestuurder zijn raadgevende stem uitbrengen. Dit was overigens zonder gevolg. De bestuurder werd alsnog met onmiddellijke ingang uit zijn statutaire functie ontheven en het dienstverband werd met inachtneming van de geldende opzegtermijn opgezegd, eindelijk met succes.
Vennootschapsrecht werkt door in arbeidsrecht
Het rechtsgevolg van vernietiging van een ontslagbesluit is tweeledig. De bestuurder behoudt zowel zijn statutaire functie als zijn dienstverband.
Bestuurders en commissarissen
De verplichting tot het geven van een raadgevende stem geldt niet alleen voor de betreffende bestuurder, die geconfronteerd wordt met een voornemen tot ontslag of schorsing, maar voor àlle bestuurders en commissarissen. Bovendien moet daadwerkelijk sprake zijn van een voornemen en niet van een al genomen besluit. Met andere woorden de AVA moet daadwerkelijk openstaan voor de inhoud van de raadgevende stem(men) en deze ook als zodanig meewegen bij het definitieve besluit en hierop reageren. In concreto betekent dit dat bij de motivering van het definitieve besluit ingegaan moet worden op de ingewonnen adviezen, waaronder de raadgevende stem(men) van de bestuurders en de commissarissen.
Flex B.V. en andere rechtspersonen
Per 1 oktober 2012 wordt het B.V.-recht geflexibiliseerd. De raadgevende stem van bestuurders en commissarissen blijft een wettelijke plicht voor B.V.’s en N.V.’s. Bij andere rechtspersonen is de raadgevende stem van de bestuurders geen wettelijke plicht maar wel vaak opgenomen in de statuten. Ook bij stichtingen en verenigingen speelt derhalve dezelfde problematiek. Ook is sprake van een dubbele juridische band: vennootschapsrecht en arbeidsrecht. Bij stichtingen en verenigingen geldt de volle ontslagbescherming, net als bij gewone medewerkers in loondienst. Bij B.V.’s en N.V.’s is dit anders en geldt de preventieve ontslagtoets van het UWV niet; verder is na een geldig ontslagbesluit volgens het vennootschapsrecht geen herstel van het dienstverband mogelijk (artikel 2:244 lid 3 BW).
Gerelateerd
Bestuur en governance