Raad van State kan rechtsonzekerheid positieve weigering natuurvergunning niet wegnemen

17 januari 2024, laatst geüpdatet 11 september 2024
De Afdeling heeft vandaag twee uitspraken gedaan over de gevolgen van een positieve weigering van een natuurvergunning. Hierin heeft zij onder meer overwogen dat de bestuursrechter ondanks de rechtsonzekerheid die een positieve weigering met zich meebrengt, niet kan vooruitlopen op de mogelijke herintroductie van de vergunningplicht bij intern salderen.
Bart de Haan 
Bart de Haan 
Advocaat - Associate Partner
In dit artikel

De Afdeling heeft twee uitspraken gedaan over de gevolgen van een positieve weigering van een natuurvergunning. Twee veehouderijen, gevestigd in Vinkel en Putten, hadden een aanvraag voor een natuurvergunning ingediend in bij gedeputeerde staten van respectievelijk Noord-Brabant en Gelderland. In beide gevallen werd de vergunning geweigerd, omdat door intern salderen de aangevraagde bedrijfssituaties ten opzichte van de referentiesituatie niet leidt tot een toename van stikstofdepositie op de betrokken Natura 2000-gebieden. Sinds de inwerkingtreding van de Spoedwet aanpak Stikstof is bij intern salderen geen vergunning meer vereist, reden voor GS om de vergunning te weigeren. De veehouderijen hebben beide hoger beroep ingesteld, omdat zij toch een vergunning willen, omdat dit meer rechtszekerheid biedt dan een positieve weigering.

De Afdeling overweegt dat hoewel zij erkent dat het wegvallen van de vergunningsplicht tot onzekerheid kan leiden, de huidige wetgeving momenteel geen ruimte biedt voor het verlenen van een natuurvergunning in deze situatie. De wetgever heeft weliswaar het voornemen geuit om projecten met intern salderen opnieuw vergunningplichtig te maken, maar de bestuursrechter kan daarop niet vooruitlopen. De keuze om dit daadwerkelijk te doen en de wijze waarop is namelijk aan de wetgever. Wij zijn benieuwd of de wetgever hier op korte termijn werk van gaat maken. Afgelopen najaar is een motie om de herintroductie van de vergunningplicht zo spoedig mogelijk te behandelen nog afgewezen.

In de Puttense kwestie is verder interessant dat de Stichting Stikstof Claim, die naast de veehouderij hoger beroep heeft ingesteld, niet als belanghebbende kon worden aangemerkt en haar beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Uit de uitspraak volgt dat bij de positieve weigering alleen de aanvrager belanghebbende is.

Heeft u vragen over een positieve weigering of intern salderen? Neem contact op met Bart de Haan en/of Tessa Hubregtse.

Gerelateerd

Spelregels voor het omzetten van woonruimten

Het opnemen van een vergunningplicht voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte in de gemeentelijke huisvestingsverordening is...

Het gevolg van een geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel

Sinds mei 2019 vaart de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) een soepelere koers als het gaat om de toepassing van het...

‘Extended stay’ studentenhotel: een geluidgevoelig gebouw bij duurzaam verblijf

Voor de realisatie van een studentenhotel in Amstelveen is een omgevingsvergunning verleend. Omdat het studentenhotel in de buurt van luchthaven Schiphol ligt,...

Nieuwe conclusie A-G over toepassing van artikel 6:19 Awb

Staatsraad Advocaat-Generaal (A-G) Nijmeijer heeft een conclusie uitgebracht over de toepassing van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de...

Van Wet bodembescherming naar Omgevingswet: enkele opvallende wijzigingen op het gebied van bodembescherming

Met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is de Wet bodembescherming (Wbb) vervallen. Een deel van de regels onder de Wbb is overgenomen in de...

Overzichtsuitspraak: het aanvoeren van nieuwe bewijsmiddelen/ beroepsgronden

Mocht een tijdens de zitting ingebracht civiel vonnis door de rechtbank buiten beschouwing worden gelaten? Deze vraag vormde voor de Afdeling...
No posts found