Aantal punten per score pas achteraf bekend
Voor de beoordeling van het kwaliteitsgunningscriterium heeft de gemeente Amsterdam in de aanbestedingsstukken vermeld dat er een 7 punts-schaal geldt, beginnend bij 4 (onvoldoende) en eindigend bij 10 (uitstekend) alsmede het maximum aantal te behalen punten (40). Dat bijvoorbeeld een score van 6/ voldoende zou leiden tot 13,3 punten was niet vermeld. Volgens de Amsterdamse rechter is dat niet in strijd met het transparantiebeginsel omdat de onderlinge verhoudingen tussen de scores wel bekend waren.
ROC start kort geding tegen afwijzing
Het kort geding betrof de door de gemeente Amsterdam georganiseerde Europese aanbesteding voor de levering van taalcursussen. Onder meer het ROC in Amsterdam had ingeschreven. Met de afwijzing van de inschrijving was het ROC niet eens. De aanbestedingsprocedure zou gebrekkig zijn en met name de gunningsbeslissing onvoldoende gemotiveerd. De Amsterdamse kort gedingrechter wijst echter de vorderingen van ROC bij vonnis van 24 januari af.
Motivering moet voldoende houvast bieden voor maken bezwaar
De rechter gaat uitgebreid in op de bezwaren van ROC en komt tot de conclusie dat -hoewel summier- de gemeente voldoende heeft gemotiveerd. Daarbij lijkt de rechter de norm te hanteren een motivering voldoende is als er voldoende aanknopingspunten zijn om de gunningsbeslissing te toetsen en bezwaar te kunnen maken:
“In zijn geheel bezien bood de gunningsbeslissing voor een afgewezen inschrijver als het ROC op dit onderdeel redelijkerwijs voldoende houvast om de wijze waarop de beoordeling heeft plaatsgevonden te toetsen.” (r.o. 4.14)
Beoordeling houdt in redelijkheid stand
Het is vaste rechtspraak dat bij de beoordeling van kwaliteit enige mate van subjectiviteit onontkoombaar is en dat de rechter dit terughoudend toetst. Ook hier komt de rechter tot het oordeel dat de beoordeling door de gemeente deze marginale toets doorstaat. Opvallend is dat er volgens de rechter wel kennelijke fouten in de motivering waren, maar de nummer 1 per saldo -blijkens een nadere toelichting van de gemeente- een betere inschrijving heeft gedaan, waardoor de gunningsbeslissing (toch) in stand blijft.
“Ook hier weer een betrekkelijk gering verschil met de nummer 1, waar in kort geding geen vat op is te krijgen en dat dan ook niet kan leiden tot de conclusie dat de Gemeente redelijkerwijs niet tot haar beoordeling kon komen.” (r.o. 4.28)
Aantal punten per score hoeft vooraf niet te worden vermeld
ROC had op een onderdeel een ‘voldoende’ gekregen met 13,3 van de 40 punten. Een ‘voldoende’ correspondeert volgens de aanbestedingsstukken met het cijfer ‘6’ en dus had volgens het ROC 60% van de 40 punten moeten worden toegekend (24 dus in plaats van 13,3). De score van 13,3 volgt echter uit de tabel die de gemeente later had opgemaakt:
De uitgangspunten van de puntentoekenning waren wél in de aanbestedingsstukken opgenomen. Namelijk dat het gaat om een 7 puntsschaal, beginnend bij 4/ ‘onvoldoende’ (de laagste) en eindigend bij 10/ ‘uitstekend’ (de hoogste). Tevens was per onderdeel het maximum aantal punten bekend. Een en ander achtte de rechter voldoende transparant:
“Dat het ROC niet wist dat een score van 4 nul punten opleverde maakt dat niet anders. Het gaat om de onderlinge verhoudingen tussen de scores, die voor alle inschrijvers hetzelfde waren. Daarmee is de beoordelingsmethodiek voldoende doorzichtig, controleerbaar en objectief.” (r.o. 4.8)
Achter vaststellen punten in lijn met Europese rechtspraak
Het transparantiebeginsel brengt met zich dat alle criteria vooraf bekend moeten worden gemaakt die relevant zijn voor een inschrijver om een inschrijving op te stellen en om de beoordeling door de aanbestedende dienst te kunnen controleren. Dat dit niet betekent dat vooraf álle punten en criteria vermeld moeten worden, wordt bevestigd in een uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 20 december 2017 (C-677/15, ECLI:EU:C:2017:998, r.o. 33 (European Dynamics):
“een aanbestedende dienst na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de inschrijvingen wegingscoëfficiënten voor de subcriteria kan vaststellen die in wezen aansluiten op de criteria die vooraf ter kennis zijn gebracht van de inschrijvers.”
Daarbij gelden wel de voorwaarden dat de vaststelling achteraf:
(i) geen wijziging brengt in de in het bestek of de aankondiging van de opdracht omschreven criteria voor de gunning van de opdracht;
(ii) geen elementen bevat die, indien zij bij de voorbereiding van de inschrijvingen bekend waren geweest, deze voorbereiding hadden kunnen beïnvloeden; en
(iii) er geen elementen daarbij in aanmerking zijn genomen die discriminerend kunnen werken jegens een van de inschrijvers.
De onderhavige aanbesteding van de gemeente Amsterdam voldoet mijns inziens aan deze voorwaarden, zodat het oordeel van de rechter begrijpelijk is dat niet tevens de punten per score vooraf bekend hadden moeten worden gemaakt.