Publiekrechtelijke instelling niet in alle gevallen aanbestedingsplichtig volgens de rechtbank Breda

19 oktober 2012, laatst geüpdatet 11 september 2024
Volgens de Nederlandse implementatie van de Richtlijn 2004/18/EG, het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao), zijn publiekrechtelijke instellingen te kwalificeren als aanbestedende diensten (artikel 1 sub q en artikel 1 sub r Bao). Zodoende geldt op grond van het Bao ook voor publiekrechtelijke instellingen een Europese aanbestedingsplicht als sprake is van een overheidsopdracht waarvan de geraamde waarde boven de Europese drempelwaarde uitkomt. De voorzieningenrechter te...
Tony van Wijk 
Tony van Wijk 
Advocaat - Partner
In dit artikel
Volgens de Nederlandse implementatie van de Richtlijn 2004/18/EG, het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao), zijn publiekrechtelijke instellingen te kwalificeren als aanbestedende diensten (artikel 1 sub q en artikel 1 sub r Bao). Zodoende geldt op grond van het Bao ook voor publiekrechtelijke instellingen een Europese aanbestedingsplicht als sprake is van een overheidsopdracht waarvan de geraamde waarde boven de Europese drempelwaarde uitkomt. De voorzieningenrechter te Breda lijkt met de uitspraak van 17 oktober 2012 op deze Europees (en nationaal) in de wet- en regelgeving verankerde hoofdregel een uitzondering toe te willen staan.

De zaak
CZ is ten behoeve van de zorgverzekeraars een inkoopprocedure gestart voor het leveren AWBZ-zorg. Eén van de voorwaarden bij die inkoopprocedure is dat partijen die aanmerking willen komen voor een overeenkomst de “ Zorgbrede Governance-code” aantoonbaar moeten hebben ingevoerd. Het Robertshuis (een partij die aanmerking wenst te komen voor een overeenkomst) is door CZ niet geselecteerd omdat het Robertshuis de Zorgbrede Covernance-code niet aantoonbaar zou hebben ingevoerd. Het Robertshuis is het met de beslissing van CZ niet eens en stelt zich in een kort gedingprocedure (onder meer) op standpunt dat CZ een aanbestedende dienst is (in de zin van het Bao). CZ had om die reden een Europese aanbestedingsprocedure moeten volgen en heeft dit ten onrechte nagelaten volgens het Robertshuis.

De beoordeling
De voorzieningenrechter oordeelt dat CZ de onderhavige selectie (inkoopprocedure) heeft uitgevoerd in opdracht en ten behoeve van de zorgverzekeraars (die op hun beurt geen aanbestedende diensten zijn). De zorgverzekeraars hebben aan CZ een civielrechtelijke volmacht verleend zodat op die grond geen sprake lijkt te zijn van een aanbestedingsplicht voor CZ. De voorzieningenrechter overweegt opmerkelijkerwijs verder:

“Dat CZ mogelijk wel als een tot aanbesteding verplichte publiekrechtelijke instelling is aan te merken, maakt de selectie van zorgaanbieders in opdracht en ten behoeve van privaatrechtelijke partijen niet aanbestedingsplichtig.”

Commentaar
Met de hierboven geciteerde overweging lijkt de voorzieningenrechter een uitzondering te willen maken op de Europees (en nationaal) verankerde hoofdregel dat publiekrechtelijke instellingen (in beginsel) aanbestedingsplichtig zijn. Volgens de voorzieningenrechter bestaat er dus naast de reeds in de Europese en nationale wet- en regelgeving geformuleerde uitzonderingen op de aanbestedingsplicht van publiekrechtelijke instellingen dus nog een uitzondering. Deze (nieuwe) uitzondering houdt volgens de voorzieningenrechter - kort gezegd - in dat indien een publiekrechtelijke instelling in opdracht en ten behoeve van privaatrechtelijke partijen een selectie maakt van leveranciers een dergelijke opdracht niet aanbestedingsplichtig is. Deze door de Bredase voorzieningenrechter geformuleerde uitzondering lijkt niet zonder meer Europeesrechtelijk toegestaan. In de Europese en nationale wet- en regelgeving en/of jurisprudentie is in ieder geval een dergelijke uitzondering nog niet eerder voorgekomen. De afwezigheid van een aanbestedingspicht van CZ zou op voorhand wel kunnen worden aangenomen (en wel in lijn zijn met de Europese en nationale wet- en regelgeving en/of jurisprudentie) indien CZ niet zelf overeenkomsten zou aangaan met de zorgaanbieders maar dat de overeenkomsten zouden worden aangegaan door de zorgverzekeraars. Er bestaat in dat geval immers geen overeenkomst tussen CZ en de zorgaanbieders, hetgeen op basis van artikel 1 van het Bao, een voorwaarde is om van een aanbestedingsplichtige (overheids)opdracht te kunnen spreken. Het vonnis geeft helaas geen duidelijkheid over de vraag of CZ de overeenkomsten aangaat met de zorgaanbieders of dat de zorgverzekeraars de overeenkomsten aangaan met de zorgaanbieders.

Indien aangenomen zou moeten worden dat CZ overeenkomsten sluit met de zorgaanbieders is de vraag of de door de voorzieningenrechter geformuleerde uitzondering Europeesrechtelijk stand zal houden.

Gerelateerd

Annotatie in Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN) over wezenlijke wijziging bij verstrijken contractuele termijn

In het tijdschrift Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN 2024/77, afl. 4) is een noot van Tony van Wijk en Mathijs Jonkers verschenen over de vraag of het...

Gemeenten en zorgaanbieders opgelet: AMvB reële prijzen Jeugdwet per 1 juli in werking getreden

Op 1 juli 2024 is de AMvB reële prijzen Jeugdwet (‘AMvB’) in werking getreden. Met deze AMvB worden voor gemeenten nadere regels gesteld omtrent het...

Boete voor kartelvorming bij aanbestedingen: het belang van onmiddellijk distantiëren van ontvangen concurrentiegevoelige informatie

[authors value=' ' /] De ACM heeft in 2020 een boete opgelegd aan twee dakdekkers in Amsterdam die hun inschrijfprijs in het kader van een aanbesteding...

Verstrijken contractueel overeengekomen termijn levert geen wezenlijke wijziging op

Het verstrijken van een overeengekomen contractuele termijn levert volgens de Utrechtse voorzieningenrechter in beginsel geen materiële wijziging op van de...

ACM mag Marktverkenning naar ICT in de zorg (en de rol van Chipsoft) alsnog publiceren

Op 21 november 2023 heeft de ACM de Marktverkenning ICT in de zorg gepubliceerd die KPMG in 2020 voor haar heeft uitgevoerd. Publicatie heeft even op zich...

Nieuwe (hogere) de-minimisdrempels voor staatssteun per 1 januari 2024

[authors value=' ' /] De nieuwe de minimisverordeningen zijn op 15 december 2023 in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd. Zij voorzien in...
No posts found