Intern salderen niet vergunningplichtig
Sinds de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 20 januari 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:71) staat onomstreden vast dat met de op 1 januari 2020 gewijzigde vergunningplicht in de Wet natuurbescherming, projecten die met intern salderen niet tot een toename van stikstofdepositie leiden, niet langer vergunningplichtig zijn. Daarover leest u meer in deze bijdrage.
Positieve weigering
De ratio van het indienen van de aanvraag om een natuurvergunning bij intern salderen is om een positieve weigering op de aanvraag te verkrijgen. Daaruit zou dan de conclusie kunnen worden getrokken dat in rechte vaststaat dat het aangevraagde en beoordeelde project niet leidt tot een toename van stikstofdepositie ten opzichte van de referentiesituatie. Het bevoegd gezag heeft immers onherroepelijk beslist dat geen natuurvergunning nodig is omdat het project door intern salderen niet tot een toename van stikstofdepositie leidt.
Disclaimer
In de praktijk neemt het bevoegd gezag in het weigeringsbesluit een disclaimer op. Deze luidt bijvoorbeeld:
“Deze positieve weigering bevat een beoordeling op grond van de huidige plannen, het huidige recht (de huidige wet- en regelgeving en jurisprudentie) en het huidige beleid. Indien de plannen in vorm of omvang veranderen of het recht of beleid wijzigt dan kan dat tot gevolg hebben dat aan deze positieve weigering geen rechten meer kunnen worden ontleend.”
Door het opnemen van deze disclaimer is de vraag in hoeverre het positieve weigeringsbesluit nog de gevraagde rechtszekerheid biedt dat er voor het aangevraagde en beoordeelde project inderdaad geen natuurvergunning nodig is. Kan bijvoorbeeld een nieuwe versie van de AERIUS Calculator invloed hebben op de rechtsgeldigheid van het onherroepelijke besluit? Deze rechtsonzekerheid over de status van het positieve weigeringsbesluit is reden geweest voor veehouderijen om in beroep te gaan tegen de positieve weigering.
Uitspraak rechtbank: rechtsgevolgen positieve weigering gelijk aan natuurvergunning
In een uitspraak van 18 oktober 2022 (ECLI:NL:RBGEL:2022:5829) geeft de rechtbank Gelderland antwoord op deze vragen. De rechtbank overweegt dat de rechtsgevolgen van een positieve weigering gelijk zijn aan die van een natuurvergunning:
“De maatschap heeft echter wel een aanvraag ingediend voor een vergunning voor het project, waarop door het college is beslist. Dit betekent dat sprake is van een besluit, dat in dit geval inhoudt dat voor het project geen vergunning vereist is omdat door intern salderen geen sprake is van een toename van de stikstofdepositie. Zoals hiervoor overwogen kan tegen dat besluit bij de bestuursrechter worden opgekomen, ook door derden indien zij van mening zijn dat het project niet zonder vergunning uitgevoerd mag worden. Dat een positieve weigering in rechte aangevochten kan worden betekent ook dat dit besluit in rechte vast kan komen te staan en dat daarvan in een latere procedure uitgegaan moet worden. Dit alles maakt dat de rechtsgevolgen van deze positieve weigering gelijk zijn aan die van een vergunning voor het gevraagde project waaraan dezelfde argumentatie ten grondslag zou zijn gelegd. Een vergunning levert in dit geval dus niet meer rechten op dan de positieve weigering, zodat de maatschap geen belang heeft bij het voeren van deze procedure.”
Met betrekking tot de in het weigeringsbesluit opgenomen disclaimer komt de rechtbank met een praktisch oordeel. De rechtskracht van het besluit volgt niet uit een overweging in een concreet besluit, maar uit de wet en eventueel overgangsrecht in toekomstige regelingen. De disclaimer kan in zoverre dan ook geen afbreuk doen aan de rechten die kunnen worden ontleend aan de positieve weigering.
Belang voor de praktijk
Als initiatiefnemers van projecten zelf een AERIUS-berekening uitvoeren en tot de conclusie komen dat intern salderen mogelijk is en er dus geen natuurvergunning nodig is, dan kan later discussie ontstaan over de gehanteerde rekenmethode of gewijzigd beleid. Deze discussie is er niet als er een natuurvergunning wordt aangevraagd en het bevoegd gezag een besluit neemt dat voor het project geen vergunning is vereist. Met het positieve weigeringsbesluit staat dit volgens de rechtbank namelijk onherroepelijk vast. Dit kan een overweging zijn om bij intern salderen toch een aanvraag om een natuurvergunning in te dienen. Wij zijn benieuwd hoe de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State hierover zou oordelen.
Heeft u vragen? Neem contact op met Bart de Haan.