Planschade Papendrecht: Afdeling verduidelijkt eerdere rechtspraak over de vergoeding van inkomensderving

9 augustus 2023, laatst geüpdatet 11 september 2024
In haar uitspraak van 2 augustus 2023 verduidelijkt de Afdeling haar eerdere rechtspraak over de aanspraak op een tegemoetkoming in planschade in de vorm van inkomensderving. Bij directe planschade moet wel sprake zijn van onomkeerbare investeringen in de beoogde bedrijfsvoering maar geldt niet het vereiste dat de beoogde bedrijfsvoering (geheel) onmogelijk is gemaakt.
In dit artikel

De casus

Een bouwstoffenhandel te Papendrecht exploiteert onder andere een bouwstoffenhandel en een grondbank en houdt zich bezig met de recycling van bouwstoffen door het breken van puin als grondstof voor de productie van beton en asfalt.

Als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan ‘Aan de Noord’ op 8 oktober 2008 is de toegestane milieucategorie voor de bedrijfslocatie teruggeschaald van milieucategorie 5 naar milieucategorie 3. Hierdoor is de mogelijkheid van de bouwstoffenhandel om puin af te breken en beton en asfalt te produceren wegbestemd en komen te vervallen.

De bouwstoffenhandel dient in 2014 een aanvraag om tegemoetkoming in planschade in voor de geleden inkomensderving van € 52.920.00,00,-. De gemeente heeft de aanvraag van de bouwstoffenhandel afgewezen. Hierna volgt een bestuursrechtelijke procedure die uiteindelijk resulteert in deze Afdelingsuitspraak.

Oordeel van de rechtbank

In beroep oordeelde de rechtbank dat de gemeente de aanvraag van de bouwstoffenhandel terecht had afgewezen. Volgens de rechtbank was er ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan op 8 oktober 2008 nog geen sprake van een aangevangen exploitatie van het breken van puin, terwijl voor een vergoeding van inkomensderving in beginsel vereist is dat er sprake is van een aangevangen exploitatie.

De rechtbank oordeelde verder dat de in eerdere rechtspraak aanvaarde uitzonderingen op deze hoofdregel zich niet voordeden, en doelde daarbij op de uitzonderingen waarbij er (i) onomkeerbare investeringen zijn gedaan én (ii) de planologische wijziging de exploitatie niet onmogelijk heeft gemaakt.

De rechtbank stelde vast dat er ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan nog geen onomkeerbare investeringen waren gedaan. De rechtbank overwoog verder dat de hiervoor bedoelde uitzondering niet van toepassing was, omdat de asfaltcentrale door de planologische wijziging wél onmogelijk is gemaakt.

Oordeel van de Afdeling

In hoger beroep oordeelt de Afdeling als volgt. De Afdeling bevestigt het uitgangspunt dat inkomensderving bestaande uit gemist voordeel uit op de peildatum nog niet aangevangen bedrijfsvoering, niet voor tegemoetkoming in aanmerking komt. De Afdeling corrigeert de rechtbank voor wat betreft de toepassing van de uitzondering op deze hoofdregel. De rechtbank heeft miskend dat bij directe planschade voor de toepassing van de uitzondering op de hoofdregel niet is vereist, dat de planologische wijziging de exploitatie niet onmogelijk heeft gemaakt. Bij indirecte planschade geldt dit vereiste wel.

Dit kan de Bouwstoffenhandel evenwel niet baten. De rechtbank heeft volgens de Afdeling terecht geoordeeld dat er ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan geen onomkeerbare investeringen waren gedaan. Om die reden komt de uitzondering op de hoofdregel dat er sprake moet zijn van een aangevangen exploitatie niet aan de orde.

Commentaar

In deze uitspraak verduidelijkt de Afdeling haar eerdere rechtspraak over de vergoedbaarheid van inkomensderving in gevallen waarin er niet is voldaan aan het vereiste van een aangevangen exploitatie.

Uit deze uitspraak blijkt dat de in eerdere rechtspraak geformuleerde regel dat voor toepassing van de uitzondering op deze hoofdregel vereist is dat de planologische wijziging de exploitatie niet onmogelijk maakt, niet geldt bij directe planschade. Dat is ook logisch, aangezien het wegbestemmen van een bepaalde bestemming de exploitatie van die bestemming per definitie onmogelijk maakt.

Als u vragen heeft over deze uitspraak of over planschade/nadeelcompensatie in het algemeen, dan kunt u contact opnemen met Hanna Zeilmaker, specialist planschade en nadeelcompensatie bij Dirkzwager.

Voorbereiding voorkeursbeschikking: uniforme openbare voorbereidingsprocedure niet van toepassing!

In onze gemeentepraktijk adviseren wij regelmatig over de vestiging van een voorkeursrecht en over de aanpak van een gebiedsontwikkeling nadat een...

Koninklijk Besluit onteigening Rijnhaven-Oost: zorgen over alternatieve locatie en niet passende plannen voor zelfrealisatieplannen

Op grond van het overgangsrecht bij de Omgevingswet worden alle onteigeningsverzoeken die voor 1 januari 2024 bij de Corporate Dienst zijn ingediend nog...
Bedrijventerrein Den Haag

Onteigening: verkoop is geen zelfrealisatie!

Onteigening; Koninklijk Besluit 22 oktober 2024 gemeente Echt-Susteren: verkoop is geen zelfrealisatie. Een heel interessant Koninklijk Besluit omdat de Kroon...

Verkoper aansprakelijk door mededelingen over bodemverontreiniging?

Indien de koper van onroerend goed na aankoop ontdekt dat er bodemverontreiniging aanwezig is, zal hij vaak proberen zijn schade te verhalen op de verkoper....

De Afdeling bevestigt: stikstofruimte van de 100 km-maatregel mag niet worden gebruikt

Sinds 24 maart 2020 kunnen natuurvergunningen worden aangevraagd op basis van het stikstofregistratiesysteem (SSRS). Een van de eerste maatregelen die door het...
Zonsondergang horizon - natura 2000 gebied

Het additionaliteitsvereiste bij stikstof: wanneer is extern salderen bij een project nu mogelijk?

Een project mag niet leiden tot aantasting van een Natura 2000-gebied. Een van de manieren om dit te bereiken is door middel van externe saldering. Deze manier...
No posts found