Gelijkgestelde aandoeningen
De Wzd richt zich op personen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) of een verstandelijke beperking. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen op basis van art. 1, vierde lid, Wzd ziekten en aandoeningen worden aangewezen die voor de toepassing van de Wzd worden gelijkgesteld met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke beperking. Door de gelijkstelling wordt geregeld dat personen met een gelijkgestelde aandoening onder een bij hen passend wettelijk kader voor het verlenen van gedwongen zorg kunnen komen te vallen.
Met het Besluit gelijkgestelde aandoeningen van 20 april 2020 heeft de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (‘VWS’) Korsakov, Huntington en NAH onder voorwaarden onder de Wzd gebracht door een nieuw artikel (art. 1a.1) toe te voegen aan het Besluit zorg en dwang (‘Bzd’).
Besluit uitbreiding gelijkgestelde aandoeningen
In geval van een chronische psychische stoornis waarbij sprake is van gerontopsychiatrische problematiek is vereist dat de stoornis gepaard gaat met “significante beperkingen” die overeenkomen met die van een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap. Het zal daarbij vaak gaan om mensen met een bipolaire stoornis, schizofrenie en depressies.
In geval van een autismespectrumstoornis is vereist dat deze zich uit als een neurocognitieve stoornis met daaruit voortkomende “significante beperkingen” die overeenkomen met die van een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap. De stoornis moet gepaard gaan met een gebrek aan regie in het dagelijks functioneren. Indien aan de vereisten voor gelijkstelling is voldaan, dan kan iemand met een autismespectrumstoornis zorg krijgen in een meer passende omgeving. Dit zou bijvoorbeeld een zorginstelling voor langdurige gehandicaptenzorg kunnen zijn.
Inwerkingtreding van art. 24, vierde lid, Wzd
Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van de Wet tot wijziging van de Wvggz en de Wzd om de uitvoering te vereenvoudigen en technische onvolkomenheden en omissies te herstellen (‘reparatiewet’) op 27 mei 2021 is gesproken over het probleem dat sommige cliënten met een (psychische) aandoening beter af kunnen zijn als zij in Wzd-accommodatie worden opgenomen. Hiervoor is een nieuwe bepaling opgenomen in de Wzd, namelijk art. 24, vierde lid.
De rechter kan op grond van art. 24, vierde lid, Wzd op verzoek van het CIZ een rechterlijke machtiging (‘RM’) verlenen ten behoeve van een persoon met een psychische stoornis en de stoornis van die persoon gelijkstellen met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap. Hiervoor is vereist dat de rechter op basis van de verklaring van een ter zake kundige arts oordeelt dat a) sprake is van een psychische stoornis die dezelfde gedragsproblemen of regieverlies als een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap kan veroorzaken. Daarbij b) moet de zorg die in verband met deze gedragsproblemen of regieverlies nodig is vergelijkbaar zijn met de zorg die nodig is bij een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap. Tot slot c) moeten de gedragsproblemen of het regieverlies tot ernstig nadeel kunnen leiden.
Toepassing van art. 24, vierde lid, Wzd in de praktijk
Een beroep op art. 24, vierde lid, Wzd is in de praktijk nog bijna niet voorgekomen. Voorbeelden van uitspraken waarin rechtbanken dit artikel wél toepassen, zijn de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 juni 2023¹ en de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 21 maart 2024². In beide uitspraken werd een verzoek tot het verlenen van een machtiging als bedoeld in art. 24 e.v. Wzd ingediend voor een cliënt die leed aan een chronische psychische stoornis waarbij sprake was van gerontopsychiatrische problematiek en significante beperkingen die overeenkomen met gerontopsychiatrische aandoening. Beide rechtbanken benadrukken dat de betreffende cliënt zou kunnen vallen onder de reikwijdte van het Besluit uitbreiding gelijkgestelde aandoeningen, maar dat dit besluit tijdens de zitting nog niet in werking is getreden en dat de rechtbank om deze reden de zaak aan de criteria van art. 24 lid 4 Wzd toetst.
Heeft verdere uitbreiding van het Bzd nog meerwaarde?
Het is een positieve ontwikkeling dat personen met een autismespectrumstoornis of een chronische psychische stoornis waarbij sprake is van gerontopsychiatrische problematiek (in de toekomst) onder het Wzd- regime kunnen vallen. Wij juichen toe dat cliënten die niet onder de oorspronkelijke doelgroep van de Wzd lijken te vallen, maar die beter af zijn in een verpleeghuis of een instelling voor verstandelijk gehandicaptenzorg dan in een psychiatrische instelling, hier sinds de inwerkingtreding van art. 24 lid 4 Wzd al terecht kunnen. Hierdoor kunnen cliënten eenvoudiger op de juiste plek terechtkomen.
Met het oog op art. 24, vierde lid, Wzd, rijst de vraag of verdere uitbreiding van gelijkgestelde aandoeningen in het Bzd nodig is. Zoals gezegd, kan de rechter het wettelijk kader van de Wzd op basis van dit artikel namelijk al toepassen bij een gedwongen opname, ongeacht of het een aandoening betreft die op grond van art. 1a.1 van het Bzd is aangewezen. De meerwaarde van een uitbreiding van het Bzd lijkt vooral te liggen in het vereenvoudigen van procedures. De ziekte of aandoening zal op basis van de voorgenomen uitbreiding namelijk zonder rechterlijke tussenkomst kunnen worden gelijkgesteld met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking. Bovendien kan dit telkens wanneer onvrijwillige zorg op grond van de Wzd wordt overwogen. Dit kan dus niet alleen bij een gedwongen opname, maar bijvoorbeeld ook in de thuissituatie. Dit biedt meer mogelijkheden voor maatwerk, passend bij de soms complexe zorgvraag van de cliënt.
Heeft u vragen over het Besluit uitbreiding gelijkgestelde aandoeningen of de gevolgen daarvan voor de zorgverlening binnen uw organisatie? Neem dan gerust contact op.