Aanleiding voor wijziging
Aanleiding voor wijziging van de Governancecode Zorg 2017 (GCZ 2017) is allereerst de evaluatie van de GCZ 2017 in opdracht van de Brancheorganisaties zorg, ten tweede de adviezen van de Governance Innovatie en Adviescommissie en ten derde de komst van nieuwe wetgeving (waaronder de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr), de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders, het Uitvoeringsbesluit Wtza en de Uitvoeringsregeling Wtza). Zie voor meer informatie ook onze Wtza-blogreeks en ons O-book over de Wtza en aanverwante wet- en regelgeving.
De Governancecode Zorg is niet fundamenteel herzien ten opzichte van de GCZ 2017. Wel zijn de bestaande principes van de code verfijnd en zijn enkele nieuwe aspecten toegevoegd. In dit blog lichten wij enkele verfijningen en vernieuwingen uit.
Principes van de GCZ 2017 én 2022
Zowel de GCZ 2017 als de GCZ 2022 hanteren dezelfde principes. Deze principes zijn uitgewerkt met behulp van verschillende paragrafen. Deze principes zijn:
(1) De maatschappelijke doelstelling en legitimatie van de zorgorganisatie is het bieden van goede zorg aan cliënten.
(2) De raad van bestuur en de raad van toezicht hanteren waarden en normen die passen bij de maatschappelijke positie van de zorgorganisatie.
(3) De zorgorganisatie schept randvoorwaarden en waarborgen voor een adequate invloed van belanghebbenden.
(4) De raad van bestuur en de raad van toezicht zijn ieder vanuit hun eigen rol verantwoordelijk voor de governance van de zorgorganisatie.
(5) De raad van bestuur bestuurt de zorgorganisatie gericht op haar maatschappelijke doelstelling.
(6) De raad van toezicht houdt toezicht vanuit de maatschappelijke doelstelling van de zorgorganisatie.
(7) De raad van bestuur en de raad van toezicht ontwikkelen permanent hun professionaliteit en deskundigheid.
Belangrijkste wijzigingen
Geschrapte bepalingen
In de GCZ 2022 zijn enkele bepalingen geschrapt ten opzichte van de GCZ 2017. Zo is bijvoorbeeld in paragraaf 4.1.3 de zinsnede geschrapt dat een voormalig lid van de raad van bestuur niet binnen drie jaar na zijn aftreden lid van de raad van toezicht van de zorgorganisatie kan worden en in paragraaf 5.6 is de zin geschrapt dat de raad van bestuur de raad van toezicht tijdig alle informatie verschaft die nodig is voor een goede uitoefening van de functie van de raad van toezicht. Dit is echter geen materieel inhoudelijke wijziging voor de praktijk. Deze bepalingen zijn namelijk per 1 januari 2022 verankerd in de Wtza en het Uitvoeringsbesluit Wtza.
Regeling (ongewenste) belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang
De systematiek van de regeling van (ongewenste) belangenverstrengeling en tegenstrijdig belang (principe 2, paragraaf 2.6) is aangescherpt en gewijzigd. Juist zorgorganisaties moeten, mede gelet op hun maatschappelijke functie, in het bijzonder alert zijn op iedere vorm en schijn van belangenverstrengeling. Zij dienen hier zorgvuldig mee om te gaan en ook de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Dit kan namelijk het vertrouwen in de zorgorganisatie in gevaar brengen. Wij bespreken hier niet de volledig gewijzigde regeling, maar wij stippen enkele belangrijke elementen aan.
De GCZ 2022 herhaalt de met de invoering van de Wbtr ingevoerde wettelijke regeling van tegenstrijdig belang en vult deze aan. Een bestuurder mag niet slechts deelnemen aan de beraadslaging en de besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de zorgorganisatie, maar mag op grond van de GCZ 2022 ook niet deelnemen aan de voorbereiding(en) hieromtrent. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de raad van toezicht.
Voorts bepaalt de GCZ 2022 dat transacties waarbij tegenstrijdige belangen van bestuurders of toezichthouders spelen onder marktconforme voorwaarden worden aangegaan, dat deze de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht behoeven en dat deze worden opgenomen in het jaarverslag.
De GCZ 2022 bepaalt verder dat ongewenste belangenverstrengeling dient te worden vermeden. In de reglementen moeten (beheers)maatregelen worden vastgelegd om belangenverstrengeling in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren, om ongewenste belangenverstrengeling te voorkomen en de schijn hiervan te vermijden en om te waarborgen dat op een zorgvuldige en transparante wijze met ongewenste belangenverstrengeling en de schijn hiervan wordt omgegaan.
Tot slot geldt een meldplicht voor de bestuurders en de toezichthouders: zij moeten iedere betaalde of onbetaalde nevenfunctie melden aan de raad van toezicht.
Positie van de professionals
De positie van professionals binnen de zorgorganisatie is cruciaal. Zij zijn immers degene die de goede zorg (principe 1 van de code) daadwerkelijk verlenen. Hen wordt dan ook in de nieuwe code een expliciete positie toegekend bij onder meer de medezeggenschap van de zorgorganisatie en de beleidskeuzes over 'de zorg van morgen'.
Samenwerkingsrelaties van de zorgorganisatie
De zorgsector is volop in ontwikkeling. Samenwerkingen lijken steeds belangrijker te worden. De GCZ 2022 laat zien dat de principes uit de code óók doorwerken in de samenwerkingsverbanden die de zorgorganisatie aangaat. Denk daarbij onder meer aan de eigen en gedeelde verantwoordelijkheden van het bestuur en toezicht.
Wat betekent dit voor uw organisatie?
Invoering van de nieuwe GCZ 2022 kan leiden tot noodzakelijke wijzigingen in de reglementen en statuten van uw zorgorganisatie. Zeker in samenhang met de per 1 januari 2022 ingevoerde Wtza en aanverwante wet- en regelgeving, is aannemelijk dat een update van de statuten en reglementen nodig is. Wilt u weten wat dit betekent voor uw organisatie? Wij helpen u graag verder, neem gerust contact met ons op.