PensioenPost #12 – De ergernis over rechtszaken rondom verplicht pensioen: reactie Schouten op Kamervragen

31 mei 2024, laatst geüpdatet 12 september 2024
In de media is aandacht gevraagd voor diverse rechtszaken die ondernemers moeten voeren vanwege verplichtgestelde pensioenen. Dit probleem speelt al jaren en het lijkt er vooralsnog niet bepaald makkelijker of duidelijker op te worden.
Frédérique Hoppers 
Frédérique Hoppers 
Advocaat - Partner
In dit artikel

Ondernemers vinden het ingewikkeld en tijdrovend om te bepalen of ze onder een bepaalde pensioenregeling vallen. Deze verwarring leidt niet alleen tot frustratie, maar ook tot juridische procedures en claims die een flink prijskaartje kunnen hebben. Het lid Aartsen (VVD) heeft hierover recent aan Schouten, Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, een aantal Kamervragen gesteld. Onlangs zijn de antwoorden op deze vragen gekomen, laten we de belangrijkste onderwerpen en de bijbehorende vragen en antwoorden hierover onder de loep nemen.

Criteria voor Verplichtstellingsbesluiten
Vraag: Kunt u een lijst geven van alle verschillende criteria die worden gebruikt door pensioenfondsen in verplichtstellingsbesluiten, zoals omzet, loonsom, gewerkte uren of andere criteria? En kunt u daarbij aangeven hoe vaak deze criteria gebruikt worden.

Antwoord: De Minister legt uit dat sociale partners de werkingssfeer van een bedrijfstakpensioenfonds definiëren en dat de criteria hiervoor sterk variëren. Hierdoor geeft een opsomming van alle criteria naar haar mening geen betrouwbaar beeld. Voorbeelden van criteria zijn omschrijvingen van werkzaamheden die gekoppeld kunnen zijn aan bijvoorbeeld een percentage van het sociale verzekeringsloon, de omzet, of de arbeidsuren. De gekozen criteria en hun combinaties verschillen per verplichtstelling. Sociale partners maken bewuste keuzes die het beste passen bij hun sector, wat leidt tot variatie in omschrijvingen en gebruik van criteria.

Afwegingskaders voor Verplichtstelling
Vraag: Welke afwegingskaders worden door u gebruikt bij een besluit om een verplichtstelling af te geven?

Antwoord: De Minister licht toe dat verplichtstelling alleen plaatsvindt op aanvraag van een representatieve vertegenwoordiging van het georganiseerde bedrijfsleven binnen een bedrijfstak. Er moet voldoende draagvlak zijn voor het besluit, wat iedere vijf jaar opnieuw wordt getoetst. Tijdens de aanvraagprocedure kunnen derden zienswijzen indienen over de werkingssfeer, de duidelijkheid ervan of de berekening van de representativiteit. Bij overlapping tussen twee verplichtgestelde fondsen wordt aan sociale partners gevraagd om een oplossing te vinden voordat een nieuwe verplichtstelling wordt afgegeven.

Uniformiteit en Domeinafbakening
Vraag: In welke mate speelt de wens tot uniformiteit tussen verschillende verplichtstellingsbesluiten daarbij op dit moment een rol?

Antwoord: De Minister stelt dat uniformiteit geen vereiste is. Sociale partners kennen de sector het beste en kiezen de meest passende beschrijvingen voor hun werkingssfeer. De beleidsregels stellen wel algemene voorwaarden aan de omschrijving van de werkingssfeer, zoals het benoemen van bedrijfsactiviteiten, maar laten ruimte voor maatwerk. Dit maatwerk is essentieel om de diversiteit van de sectoren en bedrijfstakken te kunnen adresseren.

Procedures en Rechtszaken
Vraag: Hoe vaak is in de afgelopen tien jaar geprocedeerd om verplichtstelling aan een werkgever op te leggen? Hoe vaak is hierin het fonds in het gelijk gesteld en hoe vaak de werkgever?

Antwoord: De Minister geeft aan geen specifieke cijfers te hebben over het aantal procedures, omdat deze tussen werkgevers en pensioenfondsen worden gevoerd zonder directe betrokkenheid van het ministerie. Gegevens over dergelijke rechtszaken zijn publiek toegankelijk via Rechtspraak.nl. De Minister benadrukt dat dit soort informatie niet centraal wordt bijgehouden, aangezien de procedures buiten het ministerie om plaatsvinden.

Terugwerkende Kracht en Rechtszekerheid
Vraag: Tot hoe ver terug in de tijd kan de verplichtstelling - op basis van jurisprudentie - met terugwerkende kracht worden opgelegd aan werkgevers?

Antwoord: De Minister verduidelijkt dat een verplichtstelling van toepassing is vanaf het moment dat een werkgever activiteiten verricht die onder de werkingssfeer vallen. Hoewel een werkgever premieplichtig is vanaf dat moment, kan een rechter in individuele gevallen besluiten tot matiging van de premievordering vanwege tijdsverloop. Dit betekent dat de verplichtstelling geen terugwerkende kracht heeft, maar vanaf het begin van de betreffende activiteiten geldt. De mogelijkheid tot matiging door een rechter biedt volgens de Minister een vorm van rechtszekerheid.

Faillissement en Verplichtstelling
Vraag: Is het voorgekomen dat een dergelijke verplichtstelling met terugwerkende kracht een belangrijke factor was in een faillissement van een werkgever? Zo ja, hoe vaak?

Antwoord: De Minister verklaart dat deze informatie niet bekend is, omdat faillissementsprocedures tussen werkgevers en schuldeisers worden gevoerd. Ze benadrukt dat een faillissement altijd meerdere schuldeisers betreft, en dat het ministerie hier geen partij bij is. Hierdoor is het lastig om een directe link tussen verplichtstellingen en faillissementen te leggen.

Hoofdzakelijkheidscriterium
Vraag: Hoeveel fondsen hanteren een hoofdzakelijkheidscriterium in verplichtstellingsbesluiten? Welke doen dat niet?

Antwoord: De Minister kan geen sluitend antwoord geven vanwege de variëteit aan omschrijvingen door sociale partners. Er is geen uniform gebruik van begrippen zoals het hoofdzakelijkheidscriterium, waardoor het niet mogelijk is om exacte aantallen te noemen. Deze variëteit is een resultaat van de manier waarop sociale partners hun sectoren het beste kunnen beschrijven.

Uniformiteit van Begrippen
Vraag: Vindt u dat het toepassen van een hoofdzakelijkheidscriterium in principe door alle pensioenfondsen gedaan zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: De Minister benadrukt dat een heldere omschrijving van de werkingssfeer belangrijk is, maar dat een hoofdzakelijkheidscriterium alleen niet altijd passend is. Sociale partners bepalen de omschrijving van de werkingssfeer op een manier die het beste bij hun sector past. Het hoofdzakelijkheidscriterium was volgens de Minister niet voldoende en bovendien niet in alle bedrijfstakken even toepasbaar. Ze benadrukte dat dit een afweging is die niet vanuit het ministerie gemaakt kan worden en dat dit echt aan de sociale partners is.

Domeinafbakening
Vraag: Deelt u de opvatting dat meer uniformiteit in verplichtstellingen en betere domeinafbakening noodzakelijk is, om te voorkomen dat werkgevers niet weten of en onder welke werkingssfeer ze vallen en er voor werknemers onbedoeld geen premie afgedragen wordt? Zo ja, hoe bent u voornemens om dit te bereiken?

Antwoord: De Minister erkent het belang van goede domeinafbakening, maar wijst uniformiteit af als oplossing. Ze stelt dat sociale partners de ruimte moeten hebben om werkingssferen passend bij hun bedrijfstak te omschrijven. Ze benadrukt het belang van maatwerk en dat er verschillende hulpmiddelen beschikbaar zijn voor werkgevers voor het vaststellen van een verplichte deelname in een pensioenregeling, zoals pensioenadviseurs of de website www.bijwelkpensioenfondshoorik.nl.

Conclusie
De complexiteit van de verplichtstellingsbesluiten is een terugkerend thema waar wij ook eerder al een artikel aan hebben gewijd. Hoewel de frustratie van ondernemers meer dan begrijpelijk is, geeft de Minister aan dat de verantwoordelijkheid voor duidelijke werkingssferen en criteria echt bij de sociale partners ligt. De vraag die dit bij ons echter oproept is hoe dit zich verhoudt tot het gegeven dat het Ministerie zelf aanvragen tot vaststelling of wijzigingen van Verplichtstellingsbesluit (o.a. op duidelijkheid en overlap) moet toetsen binnen het wettelijke kader, alvorens de aanvragen goed te keuren.

Het blijft hoe dan ook essentieel dat sociale partners en pensioenfondsen transparant en helder communiceren over hun verplichtstellingsbesluiten om ondernemers te ondersteunen en juridische geschillen te voorkomen. Wat zeker zou kunnen bijdragen aan de transparantie, is dat op de websites van pensioenfondsen, de verzoeken tot wijziging van verplichtstellingsbesluiten met bijbehorende toelichting van sociale partners daadwerkelijk raadpleegbaar is voor het publiek. Dit is lang niet altijd het geval.

De praktische werkelijkheid wijst uit dat ondernemers soms heel lastig kunnen bepalen of zij onder een pensioenregeling vallen en pensioenfondsen weinig doen (of juist het nodige laten) om duidelijkheid aan de voorkant te realiseren. Dit zorgt voor veel ergernis en zowel praktische als juridische uitdagingen. Er is hoe je het ook wendt of keert behoefte aan meer duidelijkheid en communicatie om deze problemen te verminderen en de rechtszekerheid voor ondernemers te vergroten. Het huidige systeem biedt ruimte voor maatwerk, wat weliswaar een kracht kan zijn, maar zeker ook een bron van verwarring blijkt.

Gerelateerd

Raad van State niet overtuigd van Wet VBAR: ‘fundamentele hervormingen ontbreken’

De afdeling Advisering van de Raad van State (hierna: “de Raad”) heeft stevige kritiek geuit op het wetsvoorstel Wet Verduidelijking Beoordeling...

Belastingdienst publiceert kader voor beoordeling arbeidsrelaties per 1 januari a.s.!

De Belastingdienst heeft eind vorige week het document Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties gepubliceerd. Hierin verduidelijkt de Belastingdienst de...

Klokkenluider of schender van bedrijfsgeheimen en privacyrechten? Wat werkgevers moeten weten en doen

Goed omgaan met meldingen en acties van werknemers die (mogelijk) klokkenluider zijn, is complex. Dit illustreert een recente uitspraak van gerechtshof Den...

PensioenPost #15 – Werkzaamheid valt onder de werkingssfeer van Bpf MITT maar maatstaven van redelijkheid en billijkheid staan een verplichtstelling in de weg

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent uitspraak gedaan in een aansluitingsdiscussie met het bedrijfstakpensioenfonds MITT. In deze uitspraak ging het...

NIEUWE VERSIE WET VERDUIDELIJKING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES EN RECHTSVERMOEDEN: van ABC naar WZOP

De belangrijkste wijzigingen van de op 3 juli gepubliceerde (herziende) Wet VBAR (Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden)

PensioenPost #14 – Voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen

Op 1 juli 2023 trad de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking, waarmee de formele start van de transitie naar een nieuw pensioenstelsel werd ingeluid.
No posts found