Pensioencompensatie tonplussers in beweging!

18 december 2015, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Menig Raad van Bestuur zal het afgelopen jaar met dit vraagstuk geworsteld hebben: moeten zogenoemde tonplussers, waaronder zijzelf, al dan niet gecompenseerd worden voor de aftopping van de pensioengrondslag als gevolg van het Witteveenkader per 1 januari jl.? Hoewel in beginsel bij pensioenregelingen ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds een juridische verplichting tot compensatie lijkt te ontbreken, tekent zich nu een ontwikkeling af dat er toch een (gedeeltelijke) compensatie gaa...
Frédérique Hoppers 
Frédérique Hoppers 
Advocaat - Partner
In dit artikel
Menig Raad van Bestuur zal het afgelopen jaar met dit vraagstuk geworsteld hebben: moeten zogenoemde tonplussers, waaronder zijzelf, al dan niet gecompenseerd worden voor de aftopping van de pensioengrondslag als gevolg van het Witteveenkader per 1 januari jl.? Hoewel in beginsel bij pensioenregelingen ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds een juridische verplichting tot compensatie lijkt te ontbreken, tekent zich nu een ontwikkeling af dat er toch een (gedeeltelijke) compensatie gaat plaatsvinden. Zeker in de laatste maand van dit jaar wordt opnieuw naar dit vraagstuk gekeken, ook op cao-niveau. Sommige cao-partijen zijn er al in geslaagd om tot een oplossing te komen. Andere cao-partijen zijn nog in overleg.

Cao-oplossing

Daar waar de arbeidsvoorwaardelijke positie van de tonplussers bepaald wordt door de cao, is goed indenkbaar dat de Raad van Bestuur de ontwikkelingen op dit niveau wil afwachten. Inmiddels zijn cao-partijen bij de cao Gehandicaptenzorg en de cao Universitair Medisch Centra erin geslaagd om voor het pensioencompensatievraagstuk een oplossing te bereiken. Die oplossing heeft men weten te vinden in de salarissystematiek. Cao-partijen bij de cao Ziekenhuizen en cao GGZ zijn er vooralsnog niet in geslaagd om over dit vraagstuk tot een oplossing te komen. Wel heeft inmiddels de NVZ aan haar leden met betrekking tot de cao Ziekenhuizen en de AMS-regeling (Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten) geadviseerd om gedeeltelijke compensatie toe te kennen. Dat NVZ-voorstel komt kort gezegd neer op toekenning van een bruto bedrag ter hoogte van 6,25% van het afgetopte deel. Die 6,25% is iets meer dan 50% van het werkgeversdeel. Het advies luidt dus niet om de volledige premievrijval te compenseren, hetgeen verband houdt met het gegeven dat ziekenhuizen reeds zijn gekort door de overheid in het Budgettair Kader Zorg, waardoor ziekenhuizen er per saldo verder op achteruit zouden gaan indien volledig gecompenseerd zou worden.

Werkgevers die nu reeds willen compenseren, vooruitlopende op een eventueel cao-akkoord, doen er verstandig aan om kritisch te kijken naar hoe deze compensatieafspraken verwoord worden. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat goed duidelijk wordt vastgelegd hoe de compensatie wordt bepaald en in welke situaties de compensatie bijvoorbeeld niet langer geldt. Wat betreft het laatste kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een situatie waarin alsnog een cao-akkoord bereikt wordt.

WNT-topfunctionarissen

Ook op het niveau van bestuursleden en (andere) topfunctionarissen doet het pensioencompensatievraagstuk zich wellicht voor. Voor sommige topfunctionarissen moet ook rekening worden gehouden met de WNT. De WNT biedt in beginsel de ruimte om het vrijgevallen werkgeversdeel als gevolg van de aftopping te compenseren mits de totaalbezoldiging niet toeneemt. De wijze waarop deze compensatie door bijvoorbeeld de Raad van Toezicht verwoord wordt, luistert in juridische zin nauw. Bovendien moet aandacht besteed worden aan de zogenoemde Uitvoeringsregeling WNT, voor het geval dat de betaling van het vrijgevallen werkgeversdeel van 2015 niet meer in het kalenderjaar 2015 zou kunnen plaatsvinden.

Kortom: hoewel de aftopping inmiddels bijna één jaar een feit is, wordt de praktische uitwerking van dit onderwerp in de laatste maand van dit jaar en wellicht ook begin volgende maand alsnog zeer actueel. De arbeids- en pensioenadvocaten van Dirkzwager kunnen u bij dit onderwerp behulpzaam zijn, bijvoorbeeld bij het vastleggen van de afspraken omtrent deze compensatie.

Gerelateerd

PensioenPost #15 – Werkzaamheid valt onder de werkingssfeer van Bpf MITT maar maatstaven van redelijkheid en billijkheid staan een verplichtstelling in de weg

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent uitspraak gedaan in een aansluitingsdiscussie met het bedrijfstakpensioenfonds MITT. In deze uitspraak ging het...

NIEUWE VERSIE WET VERDUIDELIJKING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES EN RECHTSVERMOEDEN: van ABC naar WZOP

De belangrijkste wijzigingen van de op 3 juli gepubliceerde (herziende) Wet VBAR (Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden)

PensioenPost #14 – Voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen

Op 1 juli 2023 trad de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking, waarmee de formele start van de transitie naar een nieuw pensioenstelsel werd ingeluid.

PensioenPost #13 – Vaststellingsovereenkomst en wederzijdse dwaling: het belang van aandacht voor pensioen bij beëindigen arbeidsovereenkomst

Een vaststellingsovereenkomst (VSO) is een juridisch instrument waarmee werkgevers en werknemers hun arbeidsovereenkomst in onderling overleg kunnen...

PensioenPost #12 – De ergernis over rechtszaken rondom verplicht pensioen: reactie Schouten op Kamervragen

In de media is aandacht gevraagd voor diverse rechtszaken die ondernemers moeten voeren vanwege verplichtgestelde pensioenen. Dit probleem speelt al jaren en...

PensioenPost #11 – Indexatietoezeggingen waar je op kunt bouwen?

In het verleden waren verschillende bouwbedrijven vrijgesteld van verplichte deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds Bouw (BpfBouw).
No posts found