Waar gaat het over?
In Noordwijk is een Vomar Voordeelmarkt (hierna: Vomar) gevestigd. Om te voldoen aan de vraag en om toekomstbestendig te kunnen zijn, wil de Vomar uitbreiden. Omdat op de huidige locatie de gewenste grootte van de uitbreiding van deze supermarkt niet mogelijk is, wenst de Vomar de vestiging te verplaatsen. Daartoe is het bestemmingsplan gewijzigd en een omgevingsvergunning verleend die de realisatie van een complex bestaande uit een parkeerkelder, detailhandel in de vorm van een supermarkt en een versmarkt en 42 appartementen met eigen parkeergelegenheid mogelijk maakt. De appellanten vrezen vooral grote parkeerproblemen. De Afdeling oordeelt in de uitspraak dat de gemeenteraad het plan voor wat betreft de parkeerbehoefte van deze in het plan voorziene ontwikkeling niet zorgvuldig heeft voorbereid en dat het plan in zoverre niet op een deugdelijke motivering berust.
Door de raad bepaalde parkeerbehoefte
De raad heeft bij het bepalen van de parkeerbehoefte voor de hiervoor genoemde voorziene ontwikkeling gebruik gemaakt van de nota “Parkeren en Stallen Noordwijk 2013” (hierna: de parkeernota). In de parkeernota staat dat het voor het bepalen van de parkeereis de in bijlage 1 bij de parkeernota opgenomen parkeernormen worden gehanteerd. Daarbij is in de parkeerbalans uitgegaan van een parkeernorm voor een fullservice supermarkt (laag-middellaag prijs) van 3,1 parkeerplaatsen per 100m2 bvo en van een parkeernorm van 3,45 parkeerplaatsen per 100m2 bvo voor de voorziene versmarkt.
Maximale planologische mogelijkheden (Gebrek 1)
In de parkeerbalans is niet uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden in het plangebied. Er is alleen gerekend met de parkeernorm voor een fullservice supermarkt (laag-middellaag prijs), terwijl de planregels niet bepalen dat enkel dit type supermarkt is toegestaan. Het is daarom niet uitgesloten dat ook andere typen supermarkten met een grotere parkeerbehoefte op de gronden kunnen worden gerealiseerd, zoals een fullservice supermarkt (middelhoog-hoog prijs) en een grote supermarkt. Bij de berekening van de parkeerbehoefte had daarom gerekend moeten worden met een parkeernorm van 6,0 parkeerplaatsen per 100m2 bvo (grote supermarkt).
Verkeerde parkeernorm voor versmarkt (Gebrek 2)
De parkeernota bevat geen parkeernorm voor een versmarkt, maar daaruit blijkt wel dat voor een winkel wordt uitgegaan van een norm van 3,5 parkeerplaatsen per 100m2 bvo. De raad heeft daarom ten onrechte de parkeerbehoefte berekend met een parkeernorm van 3,45 parkeerplaatsen. De Afdeling overweegt bovendien dat er rekening gehouden moet worden met de maximaal toegestane aantal m2 bvo voor het berekenen van de parkeerbehoefte. Nu ook van dit laatste geen sprake was, is niet uitgegaan van het worst case scenario.
Bestaande parkeerplaatsen (Gebrek 3)
Als gevolg van de komst van het complex zullen er bestaande parkeerplaatsen verdwijnen. Deze parkeerplaatsen moeten wel worden gecompenseerd en zullen dus moeten worden meegenomen in de berekening van de parkeerbehoefte. De Afdeling oordeelt dat alle feitelijk aanwezige parkeerplaatsen die komen te vervallen, dus ook die parkeerplaatsen waar alleen personen met een tijdelijke parkeervergunning gebruik van kunnen maken, op basis van de parkeernota moeten worden gecompenseerd. Door daar geen rekening mee te houden draagt het bestreden plan bij aan een verhoging van de parkeerdruk in de directe omgeving van het plangebied en is het plan op dit punt in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel.
Dynamische verwijzing planregel (Gebrek 4)
In de planregels is een verwijzing opgenomen naar de gemeentelijke parkeernormen zoals die zijn neergelegd in de parkeernota dan wel de opvolger daarvan. Een dynamische verwijzing naar beleidsregels is op grond van artikel 3.1.2 lid 2 aanhef en onder a Bro in beginsel toegestaan. In deze zaak oordeelt de Afdeling echter dat de planregel gebrekkig is, omdat ook het gebruiken van gronden uitsluitend is toegestaan indien wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen. Het gebruik van de gronden van het plangebied is evenwel in de planregels niet afhankelijk gesteld van het uitoefenen van een bevoegdheid, zoals het verlenen van een omgevingsvergunning. Alle verschillende typen supermarkten zijn toegestaan op de gronden met de functie supermarkt. Voor het aanvangen of nadien wijzigen van het gebruik van de gronden voor een ander type supermarkt is er dan ook geen mogelijkheid om de juiste parkeernormen te reguleren. Ook daar gaat het dus verkeerd.
Lessen voor de praktijk
In de planregels kan worden verwezen naar parkeernormen die zijn vastgelegd in een parkeernota. Het is dan wel zaak om de planregels zo te formuleren dat er ook bij een (binnen de kaders van de bestemming toegestane) gebruikswijziging wordt voldaan aan de juiste parkeernormen. Bij het bepalen van de parkeerbehoefte dient te worden uitgegaan het worst case scenario en de dynamische verwijzing moet daaraan gekoppeld zijn met een bevoegdheid. Dat is op zichzelf niets nieuws, maar blijkbaar gaat dit niet altijd goed. Ook zullen bestaande parkeerplaatsen die als gevolg van de voorziene ontwikkeling komen te vervallen moeten worden gecompenseerd. Daarbij moet rekening worden gehouden met alle feitelijk aanwezige parkeerplaatsen, dus ook van de parkeerplaatsen die slechts tijdelijk aanwezig zijn.
Wilt u meer weten over parkeren en bestemmingsplannen, neem contact op met Jasper Molenaar.