Mag een poster van een foto of schilderij, zonder toestemming van de fotograaf of schilder, worden overgezet op canvas (canvas transfer)? Het antwoord op die vraag was omstreden, zie de
eerdere blog in 2012.
De rechthebbende op de afbeelding van de poster stelt zich in deze zaak op het standpunt dat er geen toestemming gegeven is voor de canvas transfer en er dus sprake is van een inbreuk op zijn auteursrechten. De handelaar van de poster die de canvas transfer aanbiedt vindt echter dat die toestemming niet nodig is omdat die reeds is verleend met het toestemming voor verkoop van het exemplaar van de poster, omdat diezelfde poster wordt verkocht alleen nu op canvas. Het auteursrecht op de poster is volgens hem uitgeput en kan dus niet nogmaals worden ingeroepen bij canvas transfer. Het hof Den Bosch gaf de rechthebbende gelijk. De handelaar ging in cassatie. De Nederlandse Hoge Raad heeft vervolgens de kernvraag van het geschil voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie (HvJEU), omdat het auteursrecht Europees is geharmoniseerd.
Het HvJEU heeft in zijn arrest van 23 januari 2015 het definitieve antwoord op deze vraag gegeven: canvas transfer mag niet zonder toestemming van de rechthebbende op de afbeelding. De argumenten van het HvJEU om tot dit oordeel te komen zijn als volgt samen te vatten.
Een fotograaf of schilder kan toestemming geven om zijn werk (foto of schilderij) te reproduceren op posters en deze in Europa te verkopen. Ieder exemplaar van zo’n poster belichaamt dan het auteursrechtelijk beschermde werk van die fotograaf of schilder.
Als regel geldt dat het auteursrecht op een tastbare zaak waarin een beschermd werk is belichaamd, zoals een poster, uitgeput raakt zodra deze met toestemming van de rechthebbende in Europa in de handel is gebracht (artikel 4 lid 2 Europese Richtlijn 2001/29/EG). Dat wil zeggen dat verdere doorverkoop van die zaak mag zonder apart toestemming van de rechthebbende. Voor de exemplaren van bedoelde posters is dat dus het geval.
Door het procedé van canvas transfer wordt een exemplaar van de papieren poster overgezet op een canvas doek met daarop de afbeelding van de poster. Aldus wordt de tastbare drager van het auteursrechtelijk beschermde werk vervangen; de poster verdwijnt en daarvoor in de plaats komt een canvas doek. Vast staat dat het canvas doek duurzamer is en een hogere kwaliteit van de afbeelding geeft dan de papieren poster.
Deze vorming van het canvas doek als de (nieuwe) fysieke drager van het werk leidt aldus tot de schepping van nieuwe tastbare zaak waarin het auteursrechtelijk beschermde werk is belichaamd. Materieel gezien is het canvas doek een andere zaak dan de poster. Het canvas doek is een nieuwe reproductie van het werk. Voor het maken en in de handel brengen in Europa van die nieuw gevormde tastbare zaak is door de rechthebbende geen toestemming gegeven.
Het HvJEU overweegt letterlijk (ro 46): ‘ De toestemming van de auteursrechthebbende heeft dus geen betrekking op de distributie van een zaak waarin zijn werk is belichaamd indien die zaak na de eerste verhandeling ervan dusdanig is gewijzigd dat zij een nieuwe reproductie van dat werk vormt.’
Dus is zijn auteursrecht op de het canvas doek met daarop de afbeelding van de poster niet uitgeput en kan hij een verbod op het maken en verhandelen ervan en schadevergoeding vorderen.
Het lijkt erop dat het HvJEU in dit arrest impliciet een eerste stap(je) zet richting Europese harmonisering van het niet expliciet in de Richtlijn 2001/29/EG genoemde ‘bewerkingsrecht’, dat in artikel 12 van de Berner Conventie wel staat als een exclusief aan de auteursrechthebbende toekomen recht.
De rechthebbende op de afbeelding van de poster stelt zich in deze zaak op het standpunt dat er geen toestemming gegeven is voor de canvas transfer en er dus sprake is van een inbreuk op zijn auteursrechten. De handelaar van de poster die de canvas transfer aanbiedt vindt echter dat die toestemming niet nodig is omdat die reeds is verleend met het toestemming voor verkoop van het exemplaar van de poster, omdat diezelfde poster wordt verkocht alleen nu op canvas. Het auteursrecht op de poster is volgens hem uitgeput en kan dus niet nogmaals worden ingeroepen bij canvas transfer. Het hof Den Bosch gaf de rechthebbende gelijk. De handelaar ging in cassatie. De Nederlandse Hoge Raad heeft vervolgens de kernvraag van het geschil voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie (HvJEU), omdat het auteursrecht Europees is geharmoniseerd.
Het HvJEU heeft in zijn arrest van 23 januari 2015 het definitieve antwoord op deze vraag gegeven: canvas transfer mag niet zonder toestemming van de rechthebbende op de afbeelding. De argumenten van het HvJEU om tot dit oordeel te komen zijn als volgt samen te vatten.
Een fotograaf of schilder kan toestemming geven om zijn werk (foto of schilderij) te reproduceren op posters en deze in Europa te verkopen. Ieder exemplaar van zo’n poster belichaamt dan het auteursrechtelijk beschermde werk van die fotograaf of schilder.
Als regel geldt dat het auteursrecht op een tastbare zaak waarin een beschermd werk is belichaamd, zoals een poster, uitgeput raakt zodra deze met toestemming van de rechthebbende in Europa in de handel is gebracht (artikel 4 lid 2 Europese Richtlijn 2001/29/EG). Dat wil zeggen dat verdere doorverkoop van die zaak mag zonder apart toestemming van de rechthebbende. Voor de exemplaren van bedoelde posters is dat dus het geval.
Door het procedé van canvas transfer wordt een exemplaar van de papieren poster overgezet op een canvas doek met daarop de afbeelding van de poster. Aldus wordt de tastbare drager van het auteursrechtelijk beschermde werk vervangen; de poster verdwijnt en daarvoor in de plaats komt een canvas doek. Vast staat dat het canvas doek duurzamer is en een hogere kwaliteit van de afbeelding geeft dan de papieren poster.
Deze vorming van het canvas doek als de (nieuwe) fysieke drager van het werk leidt aldus tot de schepping van nieuwe tastbare zaak waarin het auteursrechtelijk beschermde werk is belichaamd. Materieel gezien is het canvas doek een andere zaak dan de poster. Het canvas doek is een nieuwe reproductie van het werk. Voor het maken en in de handel brengen in Europa van die nieuw gevormde tastbare zaak is door de rechthebbende geen toestemming gegeven.
Het HvJEU overweegt letterlijk (ro 46): ‘ De toestemming van de auteursrechthebbende heeft dus geen betrekking op de distributie van een zaak waarin zijn werk is belichaamd indien die zaak na de eerste verhandeling ervan dusdanig is gewijzigd dat zij een nieuwe reproductie van dat werk vormt.’
Dus is zijn auteursrecht op de het canvas doek met daarop de afbeelding van de poster niet uitgeput en kan hij een verbod op het maken en verhandelen ervan en schadevergoeding vorderen.
Het lijkt erop dat het HvJEU in dit arrest impliciet een eerste stap(je) zet richting Europese harmonisering van het niet expliciet in de Richtlijn 2001/29/EG genoemde ‘bewerkingsrecht’, dat in artikel 12 van de Berner Conventie wel staat als een exclusief aan de auteursrechthebbende toekomen recht.
Gerelateerd
Intellectueel Eigendom