Opheffing beslag vanwege misbruik van bevoegdheid beslaglegger

15 juni 2015, laatst geüpdatet 11 september 2024
Beslaglegger heeft geen enkel in redelijkheid te respecteren belang bij haar weigering om het beslag op te heffen en maakt daardoor misbruik van haar bevoegdheid. De feitenOp het appartementsrecht van A is in 2003 ten gunste van H een hypotheekrecht gevestigd. In 2013 wordt door schuldeiser S executoriaal beslag gelegd op het appartement ter verzekering van betaling van een bedrag van € 1.446,96. Hypotheekhouder H neemt de executie niet over en verkoopt het appartement in 2015 door middel van...
Ruben Berentsen 
Ruben Berentsen 
Notaris - Partner
In dit artikel
Beslaglegger heeft geen enkel in redelijkheid te respecteren belang bij haar weigering om het beslag op te heffen en maakt daardoor misbruik van haar bevoegdheid.

De feiten
Op het appartementsrecht van A is in 2003 ten gunste van H een hypotheekrecht gevestigd. In 2013 wordt door schuldeiser S executoriaal beslag gelegd op het appartement ter verzekering van betaling van een bedrag van € 1.446,96. Hypotheekhouder H neemt de executie niet over en verkoopt het appartement in 2015 door middel van onderhandse verkoop aan een derde. H heeft daartoe een volmacht gekregen van A. De levering van het appartement kan echter niet plaatsvinden vanwege het beslag van schuldeiser S. H vordert in een kortgedingprocedure tegen S opheffing van het beslag. S weigert het beslag op te heffen: zij eist dat de door haar gemaakte beslagkosten van € 488,25 door H worden vergoed.

Onderhandse verkoop is ook parate executie
S betoogt allereerst dat de onderhandse verkoop, op basis van de volmacht verstrekt aan H, niet als executoriale verkoop in de zin van artikel 3:273 BW kan worden aangemerkt. Zou dat het geval zijn dan zou het door S gelegde beslag niet komen te vervallen door de levering van het appartement aan de koper. Echter, H heeft als hypotheekhouder het recht van parate executie (artikel 3:268 BW) zodat hij de aan hem verschuldigde vordering uit de opbrengst kan voldoen wanneer de hypotheekgever in verzuim is met de voldoening van hetgeen waarvoor de hypotheek tot waarborg strekt. Nu de verkoop van het appartement heeft plaatsgevonden ten behoeve van H en hij zich als separatist kan verhalen op de opbrengst daarvan, is voldaan aan de vereisten van het recht van parate executie. Het voorgaande rechtvaardigt daarmee niet de weigering van S om het beslag op te heffen.

Verkoopopbrengst is onvoldoende
S is daarnaast van mening dat een openbare verkoop van het appartement tot een hogere opbrengst had kunnen leiden. S zou, gelet op de hoogte van de vordering van H (bijna € 100.000,-), pas uitzicht hebben op verhaal van haar eigen vordering indien de verkoopopbrengst boven de € 100.000,- zou uitkomen. Uit het taxatierapport blijkt echter dat de executiewaarde van de woning in vrije staat is getaxeerd op € 25.000 tot € 30.000,-. De voorzieningenrechter acht het daarom zeer onwaarschijnlijk dat de verkoopopbrengst bij een openbare verkoop de hoogte van de vordering van H zou hebben overschreden. De onderhandse verkoop heeft plaatsgevonden voor € 50.000,-. Hiermee staat genoegzaam vast dat S hoe dan ook geen uitzicht op verhaal van haar vordering had of heeft. Ook deze stelling van S rechtvaardigt niet de weigering om het beslag op te heffen.

Misbruik van bevoegdheid
Nu S heeft aangegeven het beslag niet te zullen opheffen omdat zij van mening is dat H de door haar gemaakte beslagkosten dient te vergoeden, concludeert de voorzieningenrechter dat S misbruik maakt van haar bevoegdheid. De beslagkosten van S hoeven niet door H als executiekosten uit de verkoopopbrengst van de woning te worden voldaan. Deze beslagkosten zijn immers geen executiekosten die H als executant zelf in het kader van de uitoefening van zijn recht van parate executie heeft moeten maken om de opbrengst te realiseren. Deze kosten komen dan ook voor rekening en risico van S als beslaglegger.

De vordering van H tot opheffing van het beslag wordt toegewezen.

Vastgoedveilingen: Ruben Berentsen, Anita van Wijk, Marleen Vermeulen, Mitzi Litjens

Gerelateerd

Verhuurders opgelet! De Wet betaalbare huur is in werking getreden

In een eerder artikel informeerden we u over de hoofdlijnen van de Wet betaalbare huur die vanaf 1 juli 2024 in werking is getreden. Deze wet heeft als doel de...

Advies aan de Hoge Raad dat huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk is

Er gloort licht voor verhuurders! Enige tijd geleden heeft de rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de indexatiebedingen in...

Tijdelijke huurovereenkomsten afgeschaft behalve voor deze groepen

Per 1 juli 2024 is de Wet vaste huurcontracten en het daarbij behorende Besluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomsten in werking getreden. Daarmee...

Wet betaalbare huur aangenomen en van kracht vanaf 1 juli 2024!

Op 25 juni 2024 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de Wet betaalbare huur. Daarmee is de inwerkingtreding van de wet op 1 juli 2024 een feit. De gevolgen...

Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen 2024–2029

Flexwoningen bieden een snelle oplossing voor het woningtekort in Nederland. Het tijdelijke karakter maakt investeerders echter huiverig vanwege onzekerheid...

Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over oneerlijk (proces)kostenbeding

Eerder schreven we u al over de mogelijke gevolgen van de uitspraken waarin werd geoordeeld dat de overeengekomen huurverhogingsbedingen bij woonruimte...
No posts found