Ook reclame gericht aan "de bewoner(s) van dit adres" te stoppen dankzij privacyrecht

17 november 2010, laatst geüpdatet 11 september 2024
De rechtbank Amsterdam heeft op 5 augustus 2010 geoordeeld dat wie zich heeft verzet tegen gebruik van persoonsgegevens voor commerciële of charitatieve doelen, ook geen reclame meer hoeft te dulden die is gericht aan "de bewoner(s) van dit adres".Het geschil samengevatDe feiten die hebben geleid tot deze beschikking van de rechtbank zijn vrij overzichtelijk. Een man (de naam is geanonimiseerd) heeft zich in het verleden verzet tegen het ontvangen van reclame van de PostcodeLoterij. De Postco...
Mark Jansen 
Mark Jansen 
Advocaat - Associate Partner
In dit artikel
De rechtbank Amsterdam heeft op 5 augustus 2010 geoordeeld dat wie zich heeft verzet tegen gebruik van persoonsgegevens voor commerciële of charitatieve doelen, ook geen reclame meer hoeft te dulden die is gericht aan " de bewoner(s) van dit adres".

Het geschil samengevat

De feiten die hebben geleid tot deze beschikking van de rechtbank zijn vrij overzichtelijk. Een man (de naam is geanonimiseerd) heeft zich in het verleden verzet tegen het ontvangen van reclame van de PostcodeLoterij. De PostcodeLoterij verwerkte dit verzoek en koppelde hier een geldigheid van drie jaren aan. Gevolg was dat na drie jaar de man weer reclame ontving van de PostcodeLoterij. Daarop is het verzoek herhaald en heeft de PostcodeLoterij de man in 2008 voor eeuwig als postweigeraar geregistreerd. In 2010 ontving de man toch weer reclame van de PostcodeLoterij. Deze reclame was gericht aan " de bewoner(s) van dit adres". Tegen deze laatste reclame komt de man nu voor de rechter in verzet.

Vordering verwijdering gegevens afgewezen

In de procedure voor de rechtbank vordert de man dat zijn gegevens uit alle bestanden van de PostcodeLoterij worden verwijderd en dat alle verdere aanschrijvingen door de PostcodeLoterij worden gestaakt. De rechtbank oordeelt dat - zoals de loterij had aangevoerd - het verzoek om de persoonsgegevens uit alle bestanden te verwijderen, in combinatie met het verzoek geen post meer te ontvangen, innerlijk tegenstijdig is. De loterij zal immers toch ergens een bestand moeten bijhouden om te zien aan welke adressen zij geen reclame meer mag sturen. Dit verzoek wordt dan ook afgewezen.

Vordering verbod op ongeadresseerde post toegewezen

De vordering dat alle verdere aanschrijvingen moeten worden gestaakt wordt wel toegewezen. Volgens de rechtbank is er in dit geval ook bij de adressering aan " de bewoner(s) van dit adres" sprake van een ongeoorloofde verwerking van persoonsgegevens. De PostcodeLoterij had nog aangevoerd dat zij recent een procedé heeft ingevoerd waardoor geen post meer aan " de bewoner(s) van dit adres" wordt gestuurd wanneer op dat adres iemand geregistreerd staat die zich in het verleden heeft verzet tegen het ontvangen van commerciële uitingen. De loterij betoogde daarmee dat er geen belang meer bestond bij het gevorderde verbod.

De rechtbank overweegt hierover het volgende: " Het procedé wordt pas recentelijk toegepast en het is nog te vroeg om vast te kunnen stellen of het systeem werkt. Thans kan niet redelijkerwijs al worden aangenomen dat [A] geen belang heeft bij dit gedeelte van het verzoek. ". De rechtbank beveelt dan ook om iedere aanschrijving gericht aan " de bewoner(s) van" het adres van de man te staken op straffe van een dwangsom van 1.000 euro per dag (maximaal oplopend tot 10.000 euro).

Kort commentaar

De overweging van de rechtbank is interessant en wel om het volgende. Het recht op verzet tegen ontvangst van commerciële uitingen is geregeld in artikel 41 WBP. Dat artikel ziet op de verwerking van persoonsgegevens. Om van persoonsgegevens te kunnen spreken moet (kortweg) sprake zijn van gegevens die herleidbaar zijn tot een natuurlijk persoon (zie in dat kader ook opinie 136 van de artikel 29 werkgroep).

Het is maar de vraag of adresgegevens op zichzelf wel te beschouwen zijn als persoonsgegevens. Het kost immers wellicht te veel moeite om louter op basis van een adres een bepaalde persoon te identificeren, zeker wanneer er meerdere personen op een bepaald adres woonachtig zijn. Die moeite maakt dat de adressen in het mailingbestand wellicht niet als persoonsgegevens, maar eenvoudigweg als (juridische niet nader gekwalificeerde) gegevens moeten worden gezien. Als dat het geval is, is artikel 41 WBP helemaal niet van toepassing.

Het door de PostcodeLoterij gehanteerde intern procedé maakt echter dat waarschijnlijk toch van verwerken van persoonsgegevens gesproken moet worden. De PostcodeLoterij schoont immers haar anonieme bestand met adressen voor mailings gericht aan " de bewoner(s) van dit adres" op, door daaruit de adressen te verwijderen van mensen in haar bestand van postweigeraars. Daarmee maakt de PostcodeLoterij diverse koppelingen tussen de (tot dat moment anonieme) adressen in het mailingbestand met de persoonsgegevens uit het bestand van postweigeraars. Daarmee maakt de PostcodeLoterij die adresgegevens tot persoonsgegevens en lijkt artikel 41 WBP in ieder geval van toepassing.

Mogelijk is met deze procedure de eerste gevoelige slag toegebracht aan het gebruik van geadresseerde post gericht aan " de bewoner(s) van dit adres". Dergelijke post leek geschikt om ondanks een NEE/NEE sticker toch bezorgd te worden en leek bovendien niet op al te veel privacybezwaren te stuiten. Het is de vraag of daar nog steeds zo gemakkelijk over gedacht kan worden.

Gerelateerd