Ongeldig ingeschreven maar toch van belang?

10 maart 2009, laatst geüpdatet 11 september 2024
Het is vaste rechtspraak dat een inschrijver die een ongeldige inschrijving heeft gedaan geen recht meer toekomt om te klagen over eventuele onrechtmatigheden van de gevolgde aanbestedingsprocedure. De gedachte hierachter is dat een ongeldige inschrijving buiten beschouwing moet worden gelaten en daarmee wordt geacht nooit te zijn gedaan. Nu aldus het belang van de ongeldige inschrijver zou ontbreken zou de inschrijver evenmin recht toekomen om te klagen. Het Gerechtshof ’s-Gravenhage heeft h...
Tony van Wijk 
Tony van Wijk 
Advocaat - Partner
In dit artikel
Het is vaste rechtspraak dat een inschrijver die een ongeldige inschrijving heeft gedaan geen recht meer toekomt om te klagen over eventuele onrechtmatigheden van de gevolgde aanbestedingsprocedure. De gedachte hierachter is dat een ongeldige inschrijving buiten beschouwing moet worden gelaten en daarmee wordt geacht nooit te zijn gedaan. Nu aldus het belang van de ongeldige inschrijver zou ontbreken zou de inschrijver evenmin recht toekomen om te klagen. Het Gerechtshof ’s-Gravenhage heeft hierover recent een uitspraak gedaan (LJN: BH 6192). Kort gezegd komt deze uitspraak erop neer dat een inschrijver die ongeldig heeft ingeschreven toch een rechtens relevant belang kan hebben. De vraag rijst nu of dit een kentering is ten opzichte van de heersende jurisprudentie.

Feiten van de zaak
Een samenwerkingsverband van verschillende gemeenten (hierna: de aanbestedende dienst) heeft de uitvoering van hulpverlening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aanbesteed. In het Programma van Eisen zijn maximum uurtarieven voor de beroepskrachten, die de Wmo-werkzaamheden moeten gaan uitvoeren, vastgesteld. Daarover wordt in het Programma van Eisen meer specifiek bepaald:
“Indien een inschrijver een hoger tarief opgeeft dan het maximum tarief en deze inschrijver in aanmerking komt voor het aangaan van een raamovereenkomst, zal ten hoogste het in dit programma van eisen genoemde maximum tarief gehanteerd worden.”

Eén van de gegadigden (hierna: Partij A) heeft al tijdens de beginfase van de aanbestedingsprocedure bezwaar gemaakt tegen de maximum uurtarieven. Dit heeft echter niet geleid tot een wijziging van deze tarieven. Partij A heeft uiteindelijk wel ingeschreven maar heeft in haar inschrijving een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de maximum uurtarieven. De aanbestedende dienst heeft vervolgens de inschrijving als ongeldig terzijde gelegd (een inschrijving onder voorwaarde wordt immers gekwalificeerd als ongeldig).

Oordeel voorzieningenrechter in eerste aanleg
Partij A heeft bij de voorzieningenrechter een kort geding aangespannen, waarbij zij heeft aangevoerd dat de eis ten aanzien van de maximum uurtarieven disproportioneel, onredelijk en discriminerend is. De voorzieningenrechter heeft Partij A in haar eis niet ontvankelijk verklaard, omdat zij een ongeldige inschrijving had gedaan en daarom geen belang had. Aan een inhoudelijke toetsing van de gestelde eis komt de voorzieningenrechter dan ook niet toe. Partij A is tegen dit vonnis in beroep gekomen bij het gerechtshof.

Oordeel gerechtshof in hoger beroep
Het gerechtshof volgt de voorzieningenrechter niet met betrekking het belangvereiste. Het hof oordeelt als volgt:
“Omdat [inschrijver] een inschrijving heeft gedaan, had zij, ook nadat haar inschrijving als ongeldig terzijde was gelegd, er belang bij de rechtmatigheid van de maximum uurtarieven door de rechter te laten beoordelen en, indien deze onrechtmatig werden geoordeeld, zodanige voorzieningen te doen treffen dat de aanbestedingsprocedure, indien voortgezet, alsnog op rechtmatige wijze zou worden uitgevoerd, waarbij zij mogelijkerwijs opnieuw had kunnen inschrijven.”

Uitspraak in weerwil van heersende jurisprudentie?
Het arrest van het gerechtshof althans de hierboven aangehaalde overweging zou kunnen worden uitgelegd als dat - in strijd met de heersende jurisprudentie - een inschrijver reeds door inschrijving (voldoende) belang heeft. Dat deze inschrijving ongeldig is, maakt niet uit.
Wij menen echter dat dit arrest moet worden geplaatst in de specifieke context dat de ongeldigverklaring wordt gestoeld op een eis die juist in rechte ter discussie wordt gesteld. Met andere woorden, als die eis door een rechter als onwettig wordt aangemerkt, vervalt de grondslag voor de ongeldigverklaring. Alsdan heeft de inschrijver - conform de heersende jurisprudentie - in beginsel wél belang.

Conclusie
Wij zijn van mening dat het uitgangspunt is dat een inschrijver die ongeldig heeft ingeschreven in rechte niet-ontvankelijk moet worden verklaard bij gebrek van belang. Echter, indien in rechte de eis wordt aangevochten die als basis heeft gediend voor de ongeldigverklaring zal de inschrijver in beginsel wel ontvankelijk moeten worden verklaard.

Gerelateerd

Annotatie in Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN) over wezenlijke wijziging bij verstrijken contractuele termijn

In het tijdschrift Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN 2024/77, afl. 4) is een noot van Tony van Wijk en Mathijs Jonkers verschenen over de vraag of het...

Gemeenten en zorgaanbieders opgelet: AMvB reële prijzen Jeugdwet per 1 juli in werking getreden

Op 1 juli 2024 is de AMvB reële prijzen Jeugdwet (‘AMvB’) in werking getreden. Met deze AMvB worden voor gemeenten nadere regels gesteld omtrent het...

Boete voor kartelvorming bij aanbestedingen: het belang van onmiddellijk distantiëren van ontvangen concurrentiegevoelige informatie

[authors value=' ' /] De ACM heeft in 2020 een boete opgelegd aan twee dakdekkers in Amsterdam die hun inschrijfprijs in het kader van een aanbesteding...

Verstrijken contractueel overeengekomen termijn levert geen wezenlijke wijziging op

Het verstrijken van een overeengekomen contractuele termijn levert volgens de Utrechtse voorzieningenrechter in beginsel geen materiële wijziging op van de...

ACM mag Marktverkenning naar ICT in de zorg (en de rol van Chipsoft) alsnog publiceren

Op 21 november 2023 heeft de ACM de Marktverkenning ICT in de zorg gepubliceerd die KPMG in 2020 voor haar heeft uitgevoerd. Publicatie heeft even op zich...

Nieuwe (hogere) de-minimisdrempels voor staatssteun per 1 januari 2024

[authors value=' ' /] De nieuwe de minimisverordeningen zijn op 15 december 2023 in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd. Zij voorzien in...
No posts found