Software wordt op allerlei verschillende manieren op de markt gebracht. Van direct contracteren met de programmeur tot (sub)licentiering door een reseller of juist verwijzing door een reseller en allerlei tussenvormen daarvan. Er bestaan dan ook vele vormen van samenwerking tussen softwaremakers en partijen die goed zijn in de verkoop van software. Een recente uitspraak van de rechtbank Gelderland laat zien dat het van belang is heldere afspraken te maken en niet zomaar een eigen koers te gaan varen. Die eigenzinnigheid komt de reseller in deze namelijk duur te staan.
Samenwerking inzake softwareverkoop
De kwestie gaat over een geschil tussen het bedrijf Pepperflow (softwaremaker) en het bedrijf SEP (adviesbureau). Deze partijen zijn in 2017 met elkaar in contact gekomen. Vanaf oktober 2018 heeft SEP aan haar klanten software van Pepperflow verkocht in de vorm van meerjarige contracten. Op de betreffende opdrachtformulieren stond steeds vermeld welk bedrag SEP aan Pepperflow verschuldigd was voor de levering van de software aan de betreffende klant van SEP. Die samenwerking was verder niet geformaliseerd.
Onderhandelingen over vastleggen samenwerking lopen vast
Partijen hebben geprobeerd de samenwerking vast te leggen in een samenwerkingsovereenkomst. Er zijn diverse vormen verkend, van driepartijenovereenkomst tot resellerovereenkomst. Partijen komen hier echter niet uit.
Reseller trekt de stekker eruit
Eind september 2019 trekt SEP haar eigen conclusie dat de onderhandelingen niet zinvol zijn. SEP benadert Pepperflow, geeft aan dat er sprake is van een "wezenlijk ander DNA" en stelt vervolgens voor samen de klanten te gaan benaderen.
Diezelfde dag reageert Pepperflow en geeft aan naar het voorstel te gaan kijken.
SEP zoekt klantcontact
SEP wacht kennelijk die reactie van Pepperflow niet af. Ongeveer een week later benadert zij namelijk haar klanten met het bericht dat Pepperflow en SEP ieder zelfstandig doorgaan. Daarbij benadrukt ze enerzijds dat bestaande afspraken gerespecteerd worden, maar ook dat de software van Pepperflow niet doorontwikkeld wordt, terwijl dat wel het geval is bij de software van de nieuwe partner Cuccibu.
Diverse klanten zeggen contract op
Het gevolg van dit bericht laat zich wel raden: diverse klanten zeggen het bestaande contract met Pepperflow op. En Pepperflow is daarover not amused (to say the least).
SEP stelt in reactie op vragen van Pepperflow dat haar niets te verwijten valt en dat zij slechts de wensen van de klant volgt.
Pepperflow vordert betaling bij SEP; SEP wil juist geld terug.
Pepperflow start daarop een procedure bij de rechtbank en vordert betaling en nakoming. SEP op haar beurt wil juist al betaald geld terug en schadevergoeding.
Rechtbank: er was een samenwerking, ook zonder overeenkomst
Voor de rechtbank is de kwestie redelijk overzichtelijk: partijen hebben met elkaar samengewerkt. Daarvoor zijn opdrachtformulieren e.d. uitgewisseld en die laten aan duidelijkheid over looptijd en bedragen niets te wensen over. Die afspraken moeten dus gewoon worden nagekomen.
Rechtbank: opzegging door eindklanten raakt softwareleverancier niet
Vervolgens stelt de rechtbank vast dat het SEP is geweest die het initiatief heeft genomen tot beeindiging van de samenwerking. Dat vervolgens klanten in de relatie SEP-klant de overeenkomsten opzeggen, kan Pepperflow niet worden tegengeworpen. De afspraken in de relatie SEP-Pepperflow blijven dus gewoon bestaan en die moeten worden nagekomen.
Rechtbank: Pepperflow is verplichtingen nagekomen
Uit niets blijkt ook dat Pepperflow verplichtingen niet zou zijn nagekomen. Daar waar dit niet langer kon, is dat bovendien veroorzaakt juist door de opzegging door SEP zelf.
Rechtbank: klachten irrelevant, geen ingebrekestelling
SEP probeert dan nog aan te voeren dat er veel klachten waren over de software van Pepperflow. De rechtbank verwerpt ook dit betoog, nu er geen ingebrekestellingen zijn verstuurd.
Een gemeente had wel een klacht geuit en vervolgens zich op opschorting beroepen. Ook dat baat SEP echter niet, nu SEP die gemeente de optie had geboden de overeenkomst direct te beëindigen. In dat licht kan die klant niet aan Pepperflow worden tegengeworpen (nog los van de vraag of opschorting terecht was).
Rechtbank: betalen conform afspraak
Dat brengt de rechtbank bij de simpele conclusie dat er betaald moet worden conform afspraak (of zoals juristen wel eens plegen te zeggen: pacta sunt servanda).
Rechtbank: alle tegenclaims verworpen
SEP had ook enkele tegenclaims ingediend. De eerste tegenclaim, die in feite het spiegelbeeld was van de vordering van Pepperflow, wordt (uiteraard) verworpen.
De tweede vordering ging over de situatie waarbij SEP juist diensten leverde aan klanten van Pepperflow. Er wordt echter gemotiveerd weersproken dat het gestelde werk is verricht, waarop de rechtbank de vordering als onvoldoende onderbouwd afwijst.
Ook de vordering inzake het vermeend onrechtmatig afbreken van onderhandelingen of wegkapen van klanten wordt afgewezen.
SEP moet daarom ook in reconventie de proceskosten betalen.
Eindresultaat: ongeveer twee ton te betalen
Onder aan de streep wordt SEP dan ook veroordeeld om de licentievergoedingen te betalen, evenals de proceskosten in zowel de zaak in conventie als in reconventie ("tegenclaim"). Dat komt opgeteld neer op ongeveer € 2 ton. Dat zal SEP vermoedelijk hard raken, want juist voor die klanten waarvoor nu nog betaald moet worden had zij ook al alternatieve software geregeld. Dat is dus twee keer inkopen en slechts 1x verkopen.
Slotopmerking
De zaak laat zien dat het zaak is goed na te denken over het business model bij de (weder)verkoop van software. Partijen hebben kennelijk niet bij aanvang de verschillende opties gewogen, maar hebben meer prioriteit gegeven aan het gaan verkopen van de software.
Er zijn namelijk vele variaties in het business model mogelijk, ieder met zijn eigen voor- en nadelen. Er was best een variant denkbaar geweest waarbij SEP niets aan de softwareleverancier zelf verschuldigd was, maar veeleer daar klanten bij aan zou brengen (als in agentuur) en zodoende meer ruimte had gehad over te stappen op andere aanbieders. SEP leek daar, gelet op sommige verweren, ook welhaast een beetje vanuit te gaan.
De zaak laat misschien nog wel meer zien dat het van belang is om niet "zomaar" ergens de stekker uit te trekken. Er was in dit geval duidelijk al (een vorm van) samenwerking gaande en de rechtbank oordeelt in feite dat bestaande afspraken moeten worden nagekomen. Een dure "grap" dus die met iets meer overweging vooraf voorkomen had kunnen worden.
Heeft u zelf advies nodig over de in- of "verkoop", "verhuur" of het in abonnementsvorm aanbieden van software en daarmee verband houdende dienstverlening? Neem gerust contact op.