De gemeente Amsterdam heeft op 29 juni 2015 Willemsen De Koning (WDK) laten weten dat de overeenkomst voor leerlingenvervoer niet wordt verlengd. Vervolgens heeft de gemeente Connexxion opdracht gegeven het leerlingenvervoer voor het aankomende schooljaar te verzorgen. WDK is hiertegen met een kort geding opgekomen. Volgens WDK stond het de gemeente niet (meer) vrij de overeenkomst te beëindigen althans niet te verlengen en zou de onderhandse gunning aan Connexxion onrechtmatig zijn. De
Amsterdamse kort gedingrechter geeft WDK ongelijk.
Geen verplichting tot verlenging van de overeenkomst
De overeenkomst bevatte de optie tot verlenging en volgens WDK zou zijdens de gemeente het gerechtvaardigde vertrouwen zijn gewekt dat tot verlenging zou worden overgegaan. De rechter oordeelt op basis van de feiten dat de gemeente géén onvoorwaardelijke toezegging had gedaan. Evenmin zou bij WDK het gerechtvaardigd vertrouwen zijn gewekt dat de overeenkomst met een jaar zou worden verlengd. De gemeente heeft er volgens de rechter namelijk steeds in haar communicatie richting WDK op gewezen dat er aandachtspunten waren. Het stond de gemeente ook vrij WDK aan een onderzoek te onderwerpen en naar aanleiding van de uitkomst daarvan niet tot verlenging over te gaan.
Onderhandse gunning voor het nieuwe schooljaar toegestaan wegens dwingende spoed
Vervolgens heeft de gemeente zonder nieuwe aanbestedingsprocedure contact met Connexxion gezocht en de opdracht voor het leerlingenvervoer voor één jaar (voorlopig) aan haar gegund. Dat jaar zou de gemeente dan gebruiken om een nieuwe aanbestedingsprocedure op te zetten voor de daaropvolgende schooljaren.
Artikel 2.32 onder c Aanbestedingswet bepaalt dat een onderhandse gunning vanwege dwingende spoed mogelijk is “ voor zover zulks strikt noodzakelijk is, ingeval de termijnen van de niet-openbare procedure of de openbare procedure wegens dwingende spoed niet in acht kunnen worden genomen als gevolg van gebeurtenissen die door de aanbestedende dienst niet konden worden voorzien en niet aan de aanbestedende dienst zijn te wijten.”
WDK stelt dat aan de voorwaarden van dit artikel niet is voldaan. De rechter volgt WDK niet. Het is voldoende aannemelijk dat de gemeente geen tijd meer heeft om aan te besteden. Half augustus 2015 moeten de leerlingen namelijk al worden vervoerd en het gaat om een kwetsbare doelgroep waarbij betrouwbaarheid en continuïteit van het grootste belang zijn.
Ook wordt voldaan aan de voorwaarde dat sprake is van een omstandigheid die onvoorzien en niet aan de aanbestedende dienst te wijten was. De (late) opzegging in juni 2015 is volgens de rechter een groot deel in gelegen dat er gaandeweg zorgen over de liquiditeitspositie van WDK ontstonden die niet aanstonds werden weggenomen.
Conclusie
Een contractuele verlengingsoptie is in principe vrijblijvend (tenzij anders in de overeenkomst bepaald). Niet snel wordt aangenomen dat sprake is van een gerechtvaardigd gewekt vertrouwen dat tot verlenging zal worden overgaan.
Ook een wellicht ‘late’ mededeling dat niet tot verlenging wordt overgaan, hoeft niet in de weg te staan aan een beroep op artikel 2.32 onder c Aanbestedingswet om vanwege dwingende spoed met een ander tot contractering over te gaan (zonder nieuwe aanbesteding).
mr. T. van Wijk
aanbestedings- en bouwrechtadvocaat
Geen verplichting tot verlenging van de overeenkomst
De overeenkomst bevatte de optie tot verlenging en volgens WDK zou zijdens de gemeente het gerechtvaardigde vertrouwen zijn gewekt dat tot verlenging zou worden overgegaan. De rechter oordeelt op basis van de feiten dat de gemeente géén onvoorwaardelijke toezegging had gedaan. Evenmin zou bij WDK het gerechtvaardigd vertrouwen zijn gewekt dat de overeenkomst met een jaar zou worden verlengd. De gemeente heeft er volgens de rechter namelijk steeds in haar communicatie richting WDK op gewezen dat er aandachtspunten waren. Het stond de gemeente ook vrij WDK aan een onderzoek te onderwerpen en naar aanleiding van de uitkomst daarvan niet tot verlenging over te gaan.
Onderhandse gunning voor het nieuwe schooljaar toegestaan wegens dwingende spoed
Vervolgens heeft de gemeente zonder nieuwe aanbestedingsprocedure contact met Connexxion gezocht en de opdracht voor het leerlingenvervoer voor één jaar (voorlopig) aan haar gegund. Dat jaar zou de gemeente dan gebruiken om een nieuwe aanbestedingsprocedure op te zetten voor de daaropvolgende schooljaren.
Artikel 2.32 onder c Aanbestedingswet bepaalt dat een onderhandse gunning vanwege dwingende spoed mogelijk is “ voor zover zulks strikt noodzakelijk is, ingeval de termijnen van de niet-openbare procedure of de openbare procedure wegens dwingende spoed niet in acht kunnen worden genomen als gevolg van gebeurtenissen die door de aanbestedende dienst niet konden worden voorzien en niet aan de aanbestedende dienst zijn te wijten.”
WDK stelt dat aan de voorwaarden van dit artikel niet is voldaan. De rechter volgt WDK niet. Het is voldoende aannemelijk dat de gemeente geen tijd meer heeft om aan te besteden. Half augustus 2015 moeten de leerlingen namelijk al worden vervoerd en het gaat om een kwetsbare doelgroep waarbij betrouwbaarheid en continuïteit van het grootste belang zijn.
Ook wordt voldaan aan de voorwaarde dat sprake is van een omstandigheid die onvoorzien en niet aan de aanbestedende dienst te wijten was. De (late) opzegging in juni 2015 is volgens de rechter een groot deel in gelegen dat er gaandeweg zorgen over de liquiditeitspositie van WDK ontstonden die niet aanstonds werden weggenomen.
Conclusie
Een contractuele verlengingsoptie is in principe vrijblijvend (tenzij anders in de overeenkomst bepaald). Niet snel wordt aangenomen dat sprake is van een gerechtvaardigd gewekt vertrouwen dat tot verlenging zal worden overgaan.
Ook een wellicht ‘late’ mededeling dat niet tot verlenging wordt overgaan, hoeft niet in de weg te staan aan een beroep op artikel 2.32 onder c Aanbestedingswet om vanwege dwingende spoed met een ander tot contractering over te gaan (zonder nieuwe aanbesteding).
mr. T. van Wijk
aanbestedings- en bouwrechtadvocaat
Gerelateerd
Aanbesteding