Tegen de verleende omgevingsvergunning voor de oprichting van de antennemast werd opgekomen door (kort gezegd) Falcon Radio omdat die zou leiden tot ‘blocking’: het bereik van de antennemast die werd gebruikt door Falcon Radio zou deels wegvallen als gevolg van het blokkeren van het signaal door de antennemast van KPN.
Falcon Radio stelt dat er ten tijd van de verlening van de omgevingsvergunning, althans ten tijde van de beslissing op bezwaar een alternatief bestond voor de bouw van de antennemast van KPN op de aangevraagde locatie.
De Afdeling formuleert vervolgens het criterium:
“Bij de beoordeling of een omgevingsvergunning dient te worden verleend, vormt het bouwplan zoals dat is ingediend het uitgangspunt. Indien dit bouwplan op zichzelf aanvaardbaar is, kan het bestaan van alternatieven slechts dan tot het onthouden van medewerking nopen, indien op voorhand duidelijk is dat door verwezenlijking van de alternatieven een gelijkwaardig resultaat kan worden bereikt met aanmerkelijk minder bezwaren (…)”.
Het standpunt van Falcon Radio was dat zij met KPN overeenstemming had bereikt over de mogelijkheid tot ‘site sharing’ bij Falcon Radio. Dat betekent dat de mast van Falcon Radio de antennes van KPN zou gaan dragen. Om dit mogelijk te maken diende de zendmast van Falcon Radio te worden aangepast. Voor deze aanpassing was een omgevingsvergunning nodig voor het afwijken van het vigerende bestemmingsplan. Het college was bereid om de vergunning te verlenen, maar niet voordat Falcon Radio een planschadeverhaalsovereenkomst had getekend. Daartoe was Falcon Radio niet bereid, waarna het college de aanvraag buiten behandeling stelde, omdat het plan niet uitvoerbaar was. Tegen dat besluit zijn door Falcon Radio geen rechtsmiddelen aangewend.
De Afdeling oordeelt als volgt:
“De rechtbank heeft terecht overwogen dat het college met juistheid heeft gesteld dat met de buitenbehandelingstelling van die aanvraag is komen vast te staan dat dit alternatief, zijnde een alternatief met aanmerkelijk minder bezwaren, niet meer tot de mogelijkheden behoorde en reeds hierom niet tot een gelijkwaardig alternatief kon leiden.”
Vervolgens overweegt de Afdeling dat Falcon Radio ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat ten tijde van de beslissing op bezwaar nog een ander alternatief bestond voor de nieuwe antennemast van KPN, te weten het bevestigen van de antennes van KPN in de huidige zendmast van Falcon Radio:
“Uit het rapport van Leegte Bouwadvies (..) volgt dat de bestaande zendmast van Falcon Radio en de fundering niet geschikt zijn om antennes toe te voegen op een hoogte van ongeveer 30 m maar dat ook in de huidige situatie de mast niet voldoet aan de normen. Gelet hierop heeft de het college zich op het standpunt kunnen stellen dat niet op voorhand duidelijk was dat het plaatsen van antennes van KPN in de huidige zendmast van Falcon Radio tot een gelijkwaardig resultaat met aanmerkelijk minder bezwaren zou leiden.”
Falcon Radio heeft in deze zaak door eigen toedoen (de weigering om een planschadeverhaalsovereenkomst te tekenen) dus bewerkstelligd dat er geen gelijkwaardig alternatief voor de aangevraagde antennemast van KPN meer voorhanden was. Tegelijkertijd is de vraag of Falcon Radio niet alsnog een gelijkwaardig alternatief had kunnen bewerkstelligen door opnieuw dezelfde aanvraag voor de aanpassing van haar antennemast in te dienen, met daarbij de uitdrukkelijke opmerking dat zij nu wél bereid was om de planschadeverhaalsovereenkomst te tekenen.
Wilt u meer weten over bestuursrecht, milieurecht, ruimtelijke ordening? Neem dan contact op met Bart de Haan.