Kan het oordeel of er een omgevingsvergunning wordt afgegeven volledig afhankelijk zijn van een vereist positief welstandsadvies? De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft deze vraag in een recente uitspraak (
ECLI:NL:RVS:2018:43) duidelijk beantwoord met ‘nee’. Het bevoegd gezag beslist namelijk en maakt daarbij een eigen afweging.
Miskenning van het wettelijk systeem?
Bij besluit van 10 oktober 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan Cultureel Erfgoed Wassenaar Panden, objecten en Archeologisch erfgoed 2016 van de gemeente Wassenaar" vastgesteld. Om cultureel erfgoed te beschermen is aan vier gebouwen van Duinrell een dubbelbestemming “Waarde – cultuurhistorie – karakteristieke of beeldbepalende zaak” toegekend.
Als deze dubbelbestemming is toegekend moet bij het verlenen van een omgevingsvergunning altijd een positief advies van de Commissie Welstand Cultureel Erfgoed (CWCE) of een andere commissie van deskundigen worden gegeven. Is dat positieve advies er niet dan kan een omgevingsvergunning niet worden verleend. Duinrell kan zich niet verenigen met deze planregels die voor de gebouwen gelden. Duinrell wil bij de vergunningverlening niet volledig afhankelijk zijn van dit positieve advies en stelt dat de gemeente met een dergelijke planregeling het wettelijke systeem miskent.
Duinrell stelt dat het uiteindelijke oordeel over vergunningverlening altijd aan het bevoegd gezag is en dat het bevoegd gezag daarbij nooit volledig gebonden kan zijn aan het oordeel van een welstandscommissie. Ook als er een negatief oordeel ligt, moet het bevoegd gezag de vrijheid hebben om nog een eigen afweging te maken. Volgens Duinrell moet dat dan ook een besluit tot het verlenen van een vergunning kunnen betreffen.
Oordeel van de Afdeling
De Afdeling overweegt dat de planregeling er in de kern op neerkomt dat het college nooit een omgevingsvergunning kan verlenen indien er geen positief advies ligt van de CWCE. Naar het oordeel van de Afdeling is dit in strijd met het stelsel van de wet omdat hiermee wordt miskend dat het aan het bevoegd gezag is om de uiteindelijke afweging te maken om wel of geen vergunning te verlenen. Duinrell wordt dus in het gelijk gesteld.
Conclusie
De Afdeling is duidelijk. Het is aan het bevoegd gezag, hier het college, om de uiteindelijke afweging te maken of er wel of geen omgevingsvergunning wordt verleend. Welstand is slechts één aspect in die belangenafweging. Het ontbreken van een positief advies van een welstandscommissie kan het bevoegd gezag dus nooit verplichten om een omgevingsvergunning te weigeren.
Heeft u vragen omtrent de omgevingsvergunningen of welstandstoetsen? Neem dan contact op met Bart de Haan.
Miskenning van het wettelijk systeem?
Bij besluit van 10 oktober 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan Cultureel Erfgoed Wassenaar Panden, objecten en Archeologisch erfgoed 2016 van de gemeente Wassenaar" vastgesteld. Om cultureel erfgoed te beschermen is aan vier gebouwen van Duinrell een dubbelbestemming “Waarde – cultuurhistorie – karakteristieke of beeldbepalende zaak” toegekend.
Als deze dubbelbestemming is toegekend moet bij het verlenen van een omgevingsvergunning altijd een positief advies van de Commissie Welstand Cultureel Erfgoed (CWCE) of een andere commissie van deskundigen worden gegeven. Is dat positieve advies er niet dan kan een omgevingsvergunning niet worden verleend. Duinrell kan zich niet verenigen met deze planregels die voor de gebouwen gelden. Duinrell wil bij de vergunningverlening niet volledig afhankelijk zijn van dit positieve advies en stelt dat de gemeente met een dergelijke planregeling het wettelijke systeem miskent.
Duinrell stelt dat het uiteindelijke oordeel over vergunningverlening altijd aan het bevoegd gezag is en dat het bevoegd gezag daarbij nooit volledig gebonden kan zijn aan het oordeel van een welstandscommissie. Ook als er een negatief oordeel ligt, moet het bevoegd gezag de vrijheid hebben om nog een eigen afweging te maken. Volgens Duinrell moet dat dan ook een besluit tot het verlenen van een vergunning kunnen betreffen.
Oordeel van de Afdeling
De Afdeling overweegt dat de planregeling er in de kern op neerkomt dat het college nooit een omgevingsvergunning kan verlenen indien er geen positief advies ligt van de CWCE. Naar het oordeel van de Afdeling is dit in strijd met het stelsel van de wet omdat hiermee wordt miskend dat het aan het bevoegd gezag is om de uiteindelijke afweging te maken om wel of geen vergunning te verlenen. Duinrell wordt dus in het gelijk gesteld.
Conclusie
De Afdeling is duidelijk. Het is aan het bevoegd gezag, hier het college, om de uiteindelijke afweging te maken of er wel of geen omgevingsvergunning wordt verleend. Welstand is slechts één aspect in die belangenafweging. Het ontbreken van een positief advies van een welstandscommissie kan het bevoegd gezag dus nooit verplichten om een omgevingsvergunning te weigeren.
Heeft u vragen omtrent de omgevingsvergunningen of welstandstoetsen? Neem dan contact op met Bart de Haan.
Gerelateerd
Fysieke leefomgeving