Non-actiefstelling onder de WNT; het kan tegen betaling?!

9 januari 2017, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Op grond van artikel 2.10 WNT is de maximale beëindigingsvergoeding voor een topfunctionaris 75.000 euro. In deze vergoeding wordt de tijd dat een topfunctionaris geen werkzaamheden meer verricht voorafgaand aan het moment van beëindiging meegeteld. Vrijstelling van werk is voor de topfunctionaris dus enkel mogelijk, indien de maximale beëindigingsvergoeding onder de 75.000 euro blijft. De rechtbank Midden-Nederland dacht hier kortgeleden anders over.Wat was de casus?Werkgever heeft werknemer...
Annelinde Janssen
Annelinde Janssen
Advocaat - Senior
In dit artikel

Op grond van artikel 2.10 WNT is de maximale beëindigingsvergoeding voor een topfunctionaris 75.000 euro. In deze vergoeding wordt de tijd dat een topfunctionaris geen werkzaamheden meer verricht voorafgaand aan het moment van beëindiging meegeteld. Vrijstelling van werk is voor de topfunctionaris dus enkel mogelijk, indien de maximale beëindigingsvergoeding onder de 75.000 euro blijft. De rechtbank Midden-Nederland dacht hier kortgeleden anders over.



Wat was de casus?


Werkgever heeft werknemer (de topfunctionaris) op non-actief gesteld voorafgaand aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De topfunctionaris heeft hiertegen geprotesteerd en zich beschikbaar gesteld voor werk. Overduidelijk was dat de topfunctionaris het niet eens was met de non-actief stelling c.q. de vrijstelling van werk. De arbeidsovereenkomst wordt beëindigd met toekenning van de maximale beëindigingsvergoeding van 75.000 euro. Werkgever vordert vervolgens het salaris gedurende de non-actief stelling terug van de topfunctionaris op grond van onverschuldigde betaling.


Wat vond de rechter?


De rechtbank wijst de vordering tot onverschuldigde betaling af. Op basis van de wet (artikel 2.10 lid 3 WNT) geldt inderdaad dat de periode van vrijstelling van werkzaamheden bij de vergoeding wegens beëindiging van het dienstverband wordt gerekend. Artikel 2.10 lid 3 WNT is echter een anti-misbruik bepaling. Door het opnemen van dit wetsartikel moet worden voorkomen dat partijen door een lange periode van vrijstelling van werk, alsnog een hogere vergoeding kunnen overeenkomen en zo het maximum van 75.000 euro omzeilen. Het gaat daarbij om de afspraak tussen partijen over vrijstelling van werk. Dat was in bovenstaande casus niet aan de orde. Partijen hadden immers geen afspraak gemaakt over vrijstelling van werk, maar de werkgever had de werknemer (eenzijdig) op non-actief gesteld, waartegen werknemer heeft geprotesteerd en zich bereid verklaarde om de werkzaamheden te hervatten. De rechtbank overweegt dat het overduidelijk is dat partijen daarmee niet de bedoeling hebben gehad om het maximum uit de WNT te omzeilen. Een ander oordeel zou in de gegeven omstandigheden leiden tot een onaanvaardbaar en onbillijk resultaat. De vordering van werkgever wordt daarom afgewezen, waardoor de werkgever de vergoeding van € 71.811,- niet onverschuldigd heeft betaald.


Wat betekent dit voor de praktijk?


De rechtbank Midden-Nederland doorbreekt met deze uitspraak de strikte regels van de WNT. De bedoeling van de WNT en de partijbedoeling blijken van belang voor de toepassing en uitleg van de wet. Gelet op de omstandigheden in deze casus is de rechtbank Midden-Nederland naar mijn mening een goede weg ingeslagen. Vraag is echter of bovenstaande uitspraak zal leiden tot misbruik. Partijen kunnen immers ensceneren dat sprake is van een eenzijdige non-actiefstelling, waarbij de topfunctionaris aangeeft bereid te zijn de werkzaamheden te hervatten. De rechter zal in ieder geval alle concrete omstandigheden goed moeten beoordelen, om zo alsnog omzeiling van de WNT te voorkomen.


Uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2016:7023


 


Gerelateerd

PensioenPost #15 – Werkzaamheid valt onder de werkingssfeer van Bpf MITT maar maatstaven van redelijkheid en billijkheid staan een verplichtstelling in de weg

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent uitspraak gedaan in een aansluitingsdiscussie met het bedrijfstakpensioenfonds MITT. In deze uitspraak ging het...

NIEUWE VERSIE WET VERDUIDELIJKING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES EN RECHTSVERMOEDEN: van ABC naar WZOP

De belangrijkste wijzigingen van de op 3 juli gepubliceerde (herziende) Wet VBAR (Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden)

PensioenPost #14 – Voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen

Op 1 juli 2023 trad de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking, waarmee de formele start van de transitie naar een nieuw pensioenstelsel werd ingeluid.

PensioenPost #13 – Vaststellingsovereenkomst en wederzijdse dwaling: het belang van aandacht voor pensioen bij beëindigen arbeidsovereenkomst

Een vaststellingsovereenkomst (VSO) is een juridisch instrument waarmee werkgevers en werknemers hun arbeidsovereenkomst in onderling overleg kunnen...

PensioenPost #12 – De ergernis over rechtszaken rondom verplicht pensioen: reactie Schouten op Kamervragen

In de media is aandacht gevraagd voor diverse rechtszaken die ondernemers moeten voeren vanwege verplichtgestelde pensioenen. Dit probleem speelt al jaren en...

PensioenPost #11 – Indexatietoezeggingen waar je op kunt bouwen?

In het verleden waren verschillende bouwbedrijven vrijgesteld van verplichte deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds Bouw (BpfBouw).
No posts found