Nieuwe risicogrenzen voor PFAS in oppervlaktewater; opmaat naar beleid en aansprakelijkheid?

27 mei 2024, laatst geüpdatet 12 september 2024
Mensen krijgen PFAS op verschillende manieren binnen. Een daarvan is via oppervlaktewater, zoals sloten, rivieren en meren. Het RIVM heeft in mei 2024 drie handreikingen opgesteld voor de risico’s bij consumptie van vis, PFAS in irrigatiewater en zwemmen in oppervlaktewater. In deze handreikingen zijn risicogrenzen opgenomen voor de verschillende soorten gebruik van oppervlaktewaarden. Dergelijke grenzen zijn vaak de basis voor nieuwe normstelling en wetgeving door decentrale overheden zoals provincies, waterschappen en gemeentes. Daarnaast bieden deze grenzen een kader voor mogelijke aansprakelijkheden wanneer sprake is van overschrijding.
Teun van der Weijden 
Teun van der Weijden 
Advocaat - Senior
In dit artikel

Handreikingen en risicogrenzen

De drie handreikingen zijn opgesteld door het RIVM in opdracht van het Waterschap Rivierenland. De handreikingen zijn een praktische uitwerking van de kennisnotitie ‘PFAS verontreinigingen: een overzicht van beschikbare risicobeoordelingsinstrumenten voor gebruiksfuncties van oppervlaktewater’.

De nieuwe risicogrenzen geven aan hoeveel PFAS[1] in het water mag zitten voor deze verschillende functies. De nieuwe vastgestelde risicogrenzen zijn in sommige gevallen veel lager (dus ‘strenger’) dan de bestaande kwaliteitsnormen. Dit komt doordat het RIVM zich conformeert aan de Europese autoriteiten op dit gebied. die eerder hebben vastgesteld dat verschillende PFAS-stoffen schadelijker zijn dan voorheen bekend was.

Status risicogrenzen

Het RIVM benadrukt dat deze risicogrenzen geen formele (wettelijke) status hebben. Daar staat tegenover dat veel decentrale overheden voor het stellen van milieunormen, bijvoorbeeld aan de kwaliteit van oppervlaktewater voor verschillende functies, terugvallen op de grenzen die RICM acceptabel acht.[2] Met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari is dit effect alleen maar versterkt, aangezien decentrale overheden meer ruimte hebben gekregen voor zelfstandige normstelling.

Mogelijke gevolgen en aansprakelijkheid

De handreikingen geven primair een duidelijker kader voor waterbeheerders in Nederland. Met de handreikingen en risicogrenzen kunnen zij concreter risico’s van gebruik in bepaalde gebieden inschatten. Bijvoorbeeld of een recreatieplas in de buurt van Dordrecht nog wel veilig is om te zwemmen of dat de vis uit het schelde-gebied geschikt is voor consumptie. Ook kan een overheid op basis van de risicogrenzen zelf algemene normen stellen; bijvoorbeeld dat geen recreatie mag plaatsvinden in oppervlaktewater als de waarde voor PFOA of GENX hoger is dan de risicogrens.

De handreikingen en de daarin opgenomen grenzen geven mogelijk ook aanleiding tot nieuwe aansprakelijkheidsvraagstukken. Zo kan de exploitant van een camping of recreatieplas die wordt geconfronteerd met een gedwongen sluiting van het zwemwater mogelijk zijn schade verhalen op de veroorzaker van de verontreiniging. Interessant is ook de vraag of het omgekeerde scenario mogelijk is; namelijk dat een overheid aansprakelijk wordt gesteld voor het verzuimen om algemene normen te stellen of concreet op treden tegen bijvoorbeeld verontreinigd zwemwater of met PFAS besmette vis. Ondernemingen of organisaties die menen hierdoor schade te lijden kunnen zich hiervoor mogelijk wenden tot de rechter.[3]

Heeft u vragen over normstelling of aansprakelijkheid rondom PFAS, neem dan gerust contact op.

[1] PFAS is een verzamelnaam voor duizenden door de mens gemaakte stoffen. De risicogrenzen gelden voor verschillende meer voorkomende PFAS-stoffen. Elke stof heeft zijn eigen risicogrens.

[2] Recent heeft de Gemeente Dordrecht bijvoorbeeld normen voor bodemgebruik vastgesteld, op basis van grenzen van RIVM.

[3] Zie bijvoorbeeld de zaak van 11 organisaties tegen de staat vanwege een gebrek aan actie om PFAS-schade te beperken. Rechtszaak tegen Nederlandse Staat om PFAS-vervuiling (nos.nl)

Gerelateerd

Spelregels voor het omzetten van woonruimten

Het opnemen van een vergunningplicht voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte in de gemeentelijke huisvestingsverordening is...

Het gevolg van een geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel

Sinds mei 2019 vaart de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) een soepelere koers als het gaat om de toepassing van het...

‘Extended stay’ studentenhotel: een geluidgevoelig gebouw bij duurzaam verblijf

Voor de realisatie van een studentenhotel in Amstelveen is een omgevingsvergunning verleend. Omdat het studentenhotel in de buurt van luchthaven Schiphol ligt,...

Nieuwe conclusie A-G over toepassing van artikel 6:19 Awb

Staatsraad Advocaat-Generaal (A-G) Nijmeijer heeft een conclusie uitgebracht over de toepassing van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de...

Van Wet bodembescherming naar Omgevingswet: enkele opvallende wijzigingen op het gebied van bodembescherming

Met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is de Wet bodembescherming (Wbb) vervallen. Een deel van de regels onder de Wbb is overgenomen in de...

Overzichtsuitspraak: het aanvoeren van nieuwe bewijsmiddelen/ beroepsgronden

Mocht een tijdens de zitting ingebracht civiel vonnis door de rechtbank buiten beschouwing worden gelaten? Deze vraag vormde voor de Afdeling...
No posts found