Wat speelde er?
In deze zaak (ECLI:NL:RVS:2021:2702) heeft de gemeenteraad van Alphen-Chaam op 12 december 2019 het bestemmingsplan ‘Markdal’ gewijzigd vastgesteld. Samen met een bestemmingsplan op het grondgebied van de gemeente Breda vormt dit bestemmingsplan het planologische kader voor de herinrichting van het Markdal. Verschillende appellanten hebben beroep ingesteld tegen het plan. Onder hen is een glastuinbouwbedrijf dat vreest in haar bedrijfsvoering te worden beperkt door drie nieuwe woningen die met het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.
Het gaat om drie burgerwoningen die op korte afstand van het perceel van het glastuinbouwbedrijf kunnen worden gerealiseerd. Volgens het bedrijf is de raad ten onrechte uitgegaan van omgevingstype gemengd gebied en zijn de in het bestemmingsplan aangehouden richtafstanden te kort om geluid-, geur- en lichthinder te voorkomen en om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te waarborgen. Het bedrijf stelt dat de raad onvoldoende onderzoek heeft gedaan. Omwonenden zullen door haar bedrijfsvoering geluidsoverlast ondervinden door inzet van vrachtwagen, tractoren, landbouwwerktuigen en personeel. Bij het ventileren van de kassen zou bovendien geurhinder kunnen ontstaan in de vorm van zwavellucht. Over lichthinder zou in het ruimtelijke spoor helemaal geen afweging zijn gemaakt.
Omgevingstype
De Afdeling oordeelt allereerst over het omgevingstype. Gemengd gebied wordt op basis van de VNG-brochure gekenmerkt door een matige tot sterke functiemenging. Nu de voorziene woningen onderdeel uitmaken van lintbebouwing met agrarische en andere bedrijvigheid en in de directe nabijheid van het plangebied infrastructuur, verschillende (agrarische) bedrijven en woningen aanwezig zijn, heeft de raad het gebied volgens de Afdeling terecht aangemerkt als gemengd gebied. Dit betekent dat de in de VNG-brochure opgenomen richtafstanden met één afstandstap kunnen worden verlaagd, van 30 naar 10 meter. Deze afstand wordt gemeten tussen de grens van de bestemming die een milieubelastende functie toelaat en de uiterste situering van de gevel van een woning die op grond van het bestemmingsplan of via vergunningvrij bouwen mogelijk is. De afstand tussen het glastuinbouwbedrijf en de uiterste situering van twee van de voorziene woningen is minimaal 30 meter. De afstand tot de derde woning is echter slechts 7 meter. Ten aanzien van deze woning is dus niet aan de richtafstand uit de VNG-brochure voldaan.
Geluidhinder
Over de door het glastuinbouwbedrijf gestelde geluidhinder overweegt de Afdeling dat ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing uitsluitend wegverkeer is onderzocht. In het akoestisch onderzoek is geen rekening gehouden met het geluid van vrachtwagens, tractoren, mechanisch aangedreven landbouwvoertuigen en het stemgeluid van personeel. Voor de woning die binnen de in de VNG-brochure aanbevolen richtafstand ligt, heeft de raad volgens de Afdeling niet deugdelijk gemotiveerd dat geen onaanvaardbare geluidhinder zal ontstaan. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat geen geluidsonderzoek heeft plaatsgevonden. Gelet hierop is ook niet uitgesloten dat het glastuinbouwbedrijf in haar bedrijfsvoering kan worden beperkt.
Geurhinder
Ook voor wat betreft geurhinder overweegt de Afdeling dat een deugdelijke motivering ontbreekt:
"14.12. Ten aanzien van de gestelde geurhinder overweegt de Afdeling als volgt. (…) De raad heeft voor wat betreft de woning die op ongeveer 7 m afstand van de perceelsgrens van het bedrijf kan komen te liggen en dus op kortere afstand dan de aanbevolen richtafstand in de VNG-brochure van 10 m, niet deugdelijk gemotiveerd dat geen onaanvaardbare geurhinder zal ontstaan. De Afdeling neemt hierbij in aanmerking dat er geen geuronderzoek heeft plaatsgevonden voor wat betreft deze woning. Gelet hierop is ook niet uitgesloten dat BoMu-Fruit B.V. daardoor in haar bedrijfsvoering kan worden beperkt. Het betoog slaagt."
Lichthinder
Met betrekking tot de gestelde lichthinder overweegt de Afdeling dat in de ruimtelijk onderbouwing geen onderzoek is gedaan naar lichthinder voor de drie voorziene woningen. Voor licht zijn in de VNG-brochure geen afstanden opgenomen. Het is volgens de Afdeling niet uitgesloten dat andere lichtbronnen dan assimiliatieverlichting, dat in artikel 3.56 van het Activiteitenbesluit wordt gereguleerd, ’s nachts hinder kunnen veroorzaken voor de voorziene woningen op 7 en 30 meter afstand van de perceelgrens van het glastuinbouwbedrijf. Nu onderzoek naar mogelijke lichthinder ontbreekt, heeft de raad niet deugdelijk gemotiveerd dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Ook is niet uitgesloten dat het bedrijf in haar bedrijfsvoering kan worden beperkt.
De Afdeling is van oordeel dat het bestemmingsplan op de betreffende onderzoeken in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel (artt. 3:2 en 3:46 Awb) is vastgesteld. Op deze onderdelen wordt het bestemmingsplan vernietigd.
Heeft u vragen over een bestemmingsplan? Neem dan contact op met Tessa Hubregtse.