In een
persbericht van 1 december 2014 heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) ondernemingen gewezen op de mogelijkheid die de bagatelvrijstelling hun biedt om (concurrentiebeperkende) afspraken in overeenstemming met de Mededingingswet te maken. De bagatelvrijstelling zondert namelijk bepaalde afspraken tussen ondernemingen met een relatief kleine omzet en/of een relatief klein gezamenlijk marktaandeel uit van het kartelverbod.
De Nederlandse bagatelregeling
De Nederlandse bagatelvrijstelling bevat twee uitzonderingen. Het kartelverbod is in de eerste plaats niet van toepassing op overeenkomsten tussen ten hoogste acht ondernemingen indien hun gezamenlijke jaaromzet niet meer bedraagt dat EUR 5.5 miljoen (voor goederenleveranciers) of EUR 1.1 miljoen (voor alle ondernemingen niet zijnde goederenleveranciers). Deze omzetdrempels zijn dusdanig laag vastgesteld dat een beroep op de vrijstelling in de praktijk nauwelijks voorkomt.
De tweede uitzondering, die pas sinds 3 december 2011 in de Mededingingswet is opgenomen, is voor ondernemingen vele malen interessanter. Het kartelverbod is namelijk evenmin van toepassing op afspraken tussen concurrerende ondernemingen met een marktaandeel van minder dan 10%, mits de afspraken de interstatelijke handel niet merkbaar beïnvloeden. Zeker op omvangrijke markten zal het gezamenlijk marktaandeel van (middelgrote) ondernemingen de marktaandeeldrempel van 10% lang niet altijd overschrijden. Bovendien bieden de Richtsnoeren betreffende het begrip beïnvloeding van de handel handvatten om te betogen dat de interstatelijke handel niet wordt beïnvloed als de gezamenlijke omzet van de betrokken ondernemingen lager is dan EUR 40 miljoen en/of bij de afspraak uitsluitend MKB betrokken is.
Vrijstellingen
Overigens is de bagatelvrijstelling lang niet de enige uitzondering op het kartelverbod. Op basis van diverse groepsvrijstellingsverordeningen is het kartelverbod niet van toepassing op bepaalde typen overeenkomsten (zoals distributieovereenkomsten, gezamenlijke productieovereenkomsten en onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten), mits aan specifieke voorwaarden wordt voldaan. Daarnaast bevat de Mededingingswet een algemene uitzondering op het kartelverbod die concurrentiebeperkende afspraken in uitzonderlijke gevallen toestaat als de voordelen opwegen tegen de nadelen.
Gevolgen overtreding
De gevolgen van een overtreding van het kartelverbod kunnen voor ondernemingen aanzienlijk zijn. Naast de onvermijdelijke imagoschade, leidt een overtreding van het kartelverbod tot nietigheid van de overeenkomst. Bovendien kan de ACM aan alle betrokken ondernemingen een forse boete opleggen van maximaal EUR 450.000 of 10% van de jaaromzet (afhankelijk van wat meer is). Ondanks de mogelijkheden die de Mededingingswet biedt om samenwerkingsafspraken te maken, blijft het aldus zaak om iedere voorgenomen afspraak zorgvuldig te beoordelen.
Slot
Het is gissen naar de reden van het persbericht van de ACM omdat de bagatelvrijstelling allerminst een noviteit is. De laatste wijziging van de bagatelvrijstelling dateert immers al van 2011. Van ondernemingen die bekend zijn met het kartelverbod mag worden aangenomen dat ook de bagatelvrijstelling inmiddels gesneden koek is. Ondernemingen die niet dikwijls overeenkomsten toetsen aan de Mededingingswet kunnen echter ten onrechte afzien van een samenwerking als zij naast het kartelverbod niet tevens de bagatelvrijstelling op het netvlies hebben staan.
De Nederlandse bagatelregeling
De Nederlandse bagatelvrijstelling bevat twee uitzonderingen. Het kartelverbod is in de eerste plaats niet van toepassing op overeenkomsten tussen ten hoogste acht ondernemingen indien hun gezamenlijke jaaromzet niet meer bedraagt dat EUR 5.5 miljoen (voor goederenleveranciers) of EUR 1.1 miljoen (voor alle ondernemingen niet zijnde goederenleveranciers). Deze omzetdrempels zijn dusdanig laag vastgesteld dat een beroep op de vrijstelling in de praktijk nauwelijks voorkomt.
De tweede uitzondering, die pas sinds 3 december 2011 in de Mededingingswet is opgenomen, is voor ondernemingen vele malen interessanter. Het kartelverbod is namelijk evenmin van toepassing op afspraken tussen concurrerende ondernemingen met een marktaandeel van minder dan 10%, mits de afspraken de interstatelijke handel niet merkbaar beïnvloeden. Zeker op omvangrijke markten zal het gezamenlijk marktaandeel van (middelgrote) ondernemingen de marktaandeeldrempel van 10% lang niet altijd overschrijden. Bovendien bieden de Richtsnoeren betreffende het begrip beïnvloeding van de handel handvatten om te betogen dat de interstatelijke handel niet wordt beïnvloed als de gezamenlijke omzet van de betrokken ondernemingen lager is dan EUR 40 miljoen en/of bij de afspraak uitsluitend MKB betrokken is.
Vrijstellingen
Overigens is de bagatelvrijstelling lang niet de enige uitzondering op het kartelverbod. Op basis van diverse groepsvrijstellingsverordeningen is het kartelverbod niet van toepassing op bepaalde typen overeenkomsten (zoals distributieovereenkomsten, gezamenlijke productieovereenkomsten en onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten), mits aan specifieke voorwaarden wordt voldaan. Daarnaast bevat de Mededingingswet een algemene uitzondering op het kartelverbod die concurrentiebeperkende afspraken in uitzonderlijke gevallen toestaat als de voordelen opwegen tegen de nadelen.
Gevolgen overtreding
De gevolgen van een overtreding van het kartelverbod kunnen voor ondernemingen aanzienlijk zijn. Naast de onvermijdelijke imagoschade, leidt een overtreding van het kartelverbod tot nietigheid van de overeenkomst. Bovendien kan de ACM aan alle betrokken ondernemingen een forse boete opleggen van maximaal EUR 450.000 of 10% van de jaaromzet (afhankelijk van wat meer is). Ondanks de mogelijkheden die de Mededingingswet biedt om samenwerkingsafspraken te maken, blijft het aldus zaak om iedere voorgenomen afspraak zorgvuldig te beoordelen.
Slot
Het is gissen naar de reden van het persbericht van de ACM omdat de bagatelvrijstelling allerminst een noviteit is. De laatste wijziging van de bagatelvrijstelling dateert immers al van 2011. Van ondernemingen die bekend zijn met het kartelverbod mag worden aangenomen dat ook de bagatelvrijstelling inmiddels gesneden koek is. Ondernemingen die niet dikwijls overeenkomsten toetsen aan de Mededingingswet kunnen echter ten onrechte afzien van een samenwerking als zij naast het kartelverbod niet tevens de bagatelvrijstelling op het netvlies hebben staan.
Gerelateerd
Mededinging en staatssteun