Negatieve rente kan bij renteswaps tot extra verplichtingen leiden

22 januari 2016, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Sinds september 2014 is er voor het eerst in de geschiedenis sprake van negatieve rente. Door maatregelen van de Europese Centrale Bank (ECB) zijn de kortlopende Euribortarieven fors gedaald. In dit artikel worden de gevolgen van deze negatieve rente voor rentederivaten zoals renteswaps uiteen gezet.Euribor is het rentetarief waartegen een groot aantal Europese banken elkaar leningen in euro’s verstrekken. Daarnaast worden de Euribor rentetarieven in de financiële wereld vaak ook gebruikt voo...
In dit artikel
Sinds september 2014 is er voor het eerst in de geschiedenis sprake van negatieve rente. Door maatregelen van de Europese Centrale Bank (ECB) zijn de kortlopende Euribortarieven fors gedaald. In dit artikel worden de gevolgen van deze negatieve rente voor rentederivaten zoals renteswaps uiteen gezet.

Euribor is het rentetarief waartegen een groot aantal Europese banken elkaar leningen in euro’s verstrekken. Daarnaast worden de Euribor rentetarieven in de financiële wereld vaak ook gebruikt voor het vaststellen van rentes voor allerlei afgeleide producten, zoals bijvoorbeeld hypotheken, leningen, spaarrekeningen en renteswaps.

Een renteswap is een derivaat, dat wil zeggen een afgeleid financieel product (het ontleent zijn waarde aan een ander goed). Bij een standaard renteswap (plain vanilla IRS) wordt het risico van een stijging van de kortlopende variabele rente geruild met een andere partij tegen betaling van een vaste rente. Uiteraard is ook het omgekeerde mogelijk, namelijk dat de vaste rente geruild wordt tegen een variabele rente. In vrijwel alle gevallen zit de bank daar tussen. Er wordt dan een overeenkomst met de bank gesloten waarbij gedurende een bepaalde periode de betaling van de variabele rente geruild wordt tegen betaling van een vaste rente. Netto betaalt dan degene die de swap aangaat de vaste rente plus een opslag aan de bank en ontvangt deze de variabele rente terug van de bank. Hoe een renteswap precies werkt kunt u lezen in het artikel Renteswaps deel I.

Renteswaps worden veelal aangegaan ter afdekking van het renterisico van een stijgende rente bij een lening met een variabele rente. Als gevolg van de renteswap betaalt degene die een lening met een variabele rente heeft, dan een vaste rente aan de bank. Schematisch gezien ziet deze constructie er zo uit:

Negatieve rente_20160121-1

De meeste renteswaps zijn op 1-maands of 3-maands Euribor gebaseerd (in totaal zijn Euribortarieven beschikbaar voor 8 looptijden). En deze rentes zijn al geruime tijd negatief. Dat betekent in het voorgaande plaatje dat de betaler van de vaste rente onder de renteswap geen Euriborrente ontvangt maar deze verschuldigd is, omdat er een negatieve rente is. Deze negatieve Euriborrente is er tevens bij de lening ter afdekking waarvan de renteswap is afgesloten. In de voorgaande constructie heeft de negatieve rente dus zowel gevolgen voor de kredietovereenkomst waarbij een variabele rente betaling overeengekomen is, als voor de renteswap waaronder normaliter eenzelfde variabele rente wordt ontvangen.

De gevolgen van negatieve rente

Bij een negatieve rente is er sprake van omgekeerde verplichtingen. Daar waar normaliter rente verschuldigd is, zou er bij een negatieve rente een vordering kunnen ontstaan en daar waar normaliter rente ontvangen wordt, zou een betalingsverplichting kunnen ontstaan. Dat zou betekenen dat er in het geval van kredietverstrekking geen verplichting tot betaling van rente door de kredietnemer aan de bank is, maar dat de bank rente aan de kredietnemer moet vergoeden. Bij een spaardepot zou er geen sprake zijn van een te ontvangen rentevergoeding door degene die tegoeden bij de bank gestald heeft, maar van een verplichting tot betaling van rente.

In de hiervoor weergegeven constructie van de renteswap die is afgesloten ter afdekking van het renterisico van een lening met een variabele Euriborrente, zijn de gevolgen van een negatieve rente als volgt weer te geven:

Negatieve rente_20160121-2

In plaats van dat er variabele rente aan de bank betaald moet worden op grond van de kredietovereenkomst, zou er rente ontvangen worden. En in plaats van dat er variabele rente op grond van de renteswap ontvangen wordt, moet er variabele rente aan de bank betaald worden.

Of dit daadwerkelijk het geval is, is afhankelijk van een aantal factoren. Allereerst is van belang of er bepalingen in de kredietovereenkomsten en/of de renteswap overeenkomsten zijn opgenomen die zien op negatieve rente. Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen renteswaps die door het MKB zijn afgesloten op grond van overeenkomsten met de bank en renteswaps die door professionele beleggers zijn afgesloten door middel van zogenaamde ISDA Agreements (de standaarddocumentatie van de International Swaps and Derivatives Association). Dit artikel beperkt zich tot renteswaps die zijn afgesloten op grond van overeenkomsten met de bank, niet zijnde ISDA Agreements.

Renteswaps op basis van een overeenkomst met de bank

Er zijn in Nederland circa 19.000 renteswaps afgesloten door banken met MKB ondernemers. Iedere bank heeft daartoe eigen overeenkomsten opgesteld. Zo heeft de Rabobank met haar klanten een Overeenkomst Financiële Derivaten gesloten, de ING een Raamovereenkomst inzake niet-beursverhandelde derivaten en de ABN AMRO heeft in de kredietovereenkomsten die zij is aangegaan een kopje “OTC-derivaten” opgenomen op grond waarvan zij bereid is om derivatentransacties aan te gaan. De afzonderlijke renteswaps komen tot stand door middel van mondelinge (telefonische) opdrachten die vervolgens door de bank worden bevestigd. Daarnaast hebben de banken algemene voorwaarden van toepassing verklaard. In geen van de voornoemde renteswapovereenkomsten of de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden zijn bepalingen opgenomen die zien op een negatieve rentevoet.

Indien er geen specifieke afspraken zijn gemaakt ter zake van negatieve rente, is de vraag hoe moet worden omgegaan met een verplichting om een rentevoet onder een derivaat te betalen als de betaalverplichting ziet op een negatief bedrag. Met andere woorden: moet een verplichting van een schuldenaar om rente te betalen, naar Nederlands recht worden uitgelegd als het recht om rente te ontvangen van de andere partij (de schuldeiser) als er sprake is van een negatieve rente? Of moet worden aangenomen dat als er sprake is van een negatieve rente, er geen verplichting tot betaling bestaat omdat strikt genomen een negatief bedrag niet kan worden betaald? De laatste uitleg lijkt voor de hand te liggen, maar is het niet.

Mismatch tussen renteswap en kredietovereenkomst

In de praktijk blijkt dat banken geen negatieve rente aan de kredietnemer vergoeden bij kredietovereenkomsten, maar bij renteswaps veelal wel de negatieve rente aan de klant in rekening brengen.

In de voorwaarden van geldlening die voornoemde banken bij hun kredietovereenkomsten hanteren is een clausule opgenomen op grond waarvan de bank de rente te allen tijde kan wijzigen. Alhoewel er niet over gecommuniceerd wordt door de banken, mag aangenomen worden dat banken deze clausule hanteren om de rente die op grond van de kredietovereenkomst verschuldigd is, ofwel het opslagpercentage dusdanig wijzigen dat er geen betaalverplichting voor de bank ontstaat als gevolg van de negatieve rente. In de nieuwste kredietovereenkomsten/algemene voorwaarden is door de banken een zogenaamde ‘floor’ opgenomen op grond waarvan de rente nooit lager dan 0% kan zijn en er voor de bank geen verplichting tot betaling van een negatief rentebedrag kan ontstaan. Aangezien de banken bij renteswaps wél de negatieve rente aan de klant in rekening brengen, ontstaat de volgende mismatch:

De klant is als gevolg van de negatieve rente dus (wederom) extra rente verschuldigd. Niet alleen betaalt hij de vaste rente op grond van de renteswap, maar de bank brengt tevens de negatieve Euriborrente aan hem in rekening. En daarnaast is de klant nog de opslag op de lening verschuldigd.

De onderzoeksjournalisten van Follow the Money hebben onderzoek gedaan naar de wijze waarop banken met negatieve rente bij renteswaps omgaan en geconstateerd dat de hiervoor beschreven mismatchen zowel bij de ABN AMRO als de ING en de Rabobank voorkomen.Hoewel het exacte aantal niet duidelijk is, gaat het om duizenden klanten. Gemiddeld gaat het om € 300,-- per maand. Dat betekent al gauw € 1.800,-- op jaarbasis.

Alhoewel de banken op navraag van Follow the Money hebben aangeven dat deze extra rentebetalingen onterecht zijn, is de praktijk dat er slechts gecorrigeerd of gecompenseerd wordt als zij daar op aangesproken worden. Het is daarom zaak om erop bedacht te zijn of er negatieve rente op de renteswap in rekening wordt gebracht. Indien dat het geval is, zijn er goede gronden om u daartegen te verzetten en de onterecht in rekening gebrachte negatieve rente terug te vorderen.

Negatieve rente betekent hoge negatieve waarde renteswap

Een ander gevolg van de negatieve Euriborrente bij renteswaps is dat de swaps als gevolg daarvan een ongekend hoge negatieve waarde hebben. Deze hoge negatieve waarde heeft gevolgen voor de kredietruimte en het risicoprofiel. Ook kan deze leiden tot verhogingen van de opslagen. Meer hierover kunt u lezen in het artikel deel II renteswaps de risico’s.

Conclusie

De aanhoudende negatieve Euriborrente heeft de nodige gevolgen voor renteswaps die ter afdekking van het renterisico van leningen met een Euriborrente zijn afgesloten. Zo brengen veel banken de negatieve rente bij de renteswap in rekening terwijl deze op grond van de kredietovereenkomst niet aan de kredietnemer vergoed wordt, hetgeen per saldo leidt tot extra renteverplichtingen. Daarnaast bestaat als gevolg van de hoge negatieve waarde het risico van opslagverhogingen, extra zekerheden en/of beperkte kredietruimte.