Natuurvergunning kan voldoende zijn voor ruimtelijke aanvaardbaarheid van een ontwikkeling

20 januari 2021, laatst geüpdatet 11 september 2024
In een uitspraak van 23 december 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:3101) heeft de Afdeling overwogen dat de planologische aanvaardbaarheid van de bouw van een nieuwe varkensstal voor 1500 vleesvarkens een gegeven is, nu voor de ontwikkeling van de varkensstal reeds een natuurvergunning verleend is. Het besluit van de gemeenteraad om een verklaring van geen bedenkingen te verlenen voor deze ontwikkeling is volgens de Afdeling voldoende gemotiveerd door verwijzing naar die eerder verleende natuurvergunning.
Bart de Haan 
Bart de Haan 
Advocaat - Associate Partner
In dit artikel

In deze zaak moest de raad besluiten of hij een verklaring van geen bedenkingen wilde verlenen voor het bouwen van een nieuwe varkensstal voor 1500 vleesvarkens. Deze verklaring van geen bedenkingen verleent de raad indien hij van oordeel is dat een ontwikkeling planologisch aanvaardbaar is en er dus sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Na afgifte van de verklaring van geen bedenkingen kan het college de vergunning verlenen. In deze kwestie moest de raad in het bijzonder besluiten over de gevolgen van ammoniakemissie en stikstofuitstoot van de te vergunnen stal. De raad achtte bij het besluit over de planologische aanvaardbaarheid vervolgens van belang dat er voor de stal een natuurvergunning was verleend, waarmee sprake was van een afname van de stikstofdepositie ten opzichte van een eerder natuurvergunde situatie. De raad kwam derhalve tot de conclusie dat het project planologisch aanvaardbaar is en gaf een verklaring van geen bedenkingen af. De Afdeling oordeelde dat de raad de verklaring van geen bedenkingen met deze motivering had mogen verlenen.

De raad mag dus bij het besluit om al dan niet over te gaan tot afgifte van een verklaring van geen bedenkingen leunen op het feit dat er een natuurvergunning is verleend. Echter, het feit dat voor een ontwikkeling een natuurvergunning is verleend, betekent niet dat de planologische aanvaardbaarheid per definitie is gegeven. Zo is er een uitspraak van de Afdeling waarin wordt geoordeeld dat de raad in redelijkheid mocht oordelen dat een ontwikkeling zou leiden tot een te grote aantasting van bijvoorbeeld de aanwezige natuur- en landschapswaarden, ondanks dat de ontwikkeling volgens de natuurwetgeving wel toegestaan was. Bovendien blijkt uit een andere uitspraak van de Afdeling van 23 december 2020 dat de raad strengere normen mag hanteren dan de normen uit de Wet natuurbescherming bij haar planologische beoordeling, mits de raad dit oordeel deugdelijk onderbouwt. Het oordeel dat een ontwikkeling planologisch niet aanvaardbaar is ondanks een reeds verleende natuurvergunning is dus toegestaan, mits het hanteren van deze strengere norm wordt onderbouwd.

De vraag die opkomt is of de gemeenteraad sowieso wel kan volstaan met een verwijzing naar de natuurvergunning bij het besluit dat een ontwikkeling planologisch aanvaardbaar is. Immers, de toetsingskaders van de Wet natuurbescherming en de Wet ruimtelijke ordening verschillen van elkaar. In het natuurspoor worden de gevolgen van de ontwikkeling op Natura 2000-gebieden getoetst, terwijl in het planologische spoor in bredere zin de gevolgen voor de ruimtelijke ordening, waaronder de gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden, worden beoordeeld. Het is daarom voorstelbaar dat van de raad verwacht wordt een specifieke afweging te maken over de ruimtelijke aanvaardbaarheid van een ontwikkeling, zeker als er meer dan alleen natuuraspecten een rol (kunnen) spelen.

Gerelateerd

Spelregels voor het omzetten van woonruimten

Het opnemen van een vergunningplicht voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte in de gemeentelijke huisvestingsverordening is...

Het gevolg van een geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel

Sinds mei 2019 vaart de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) een soepelere koers als het gaat om de toepassing van het...

‘Extended stay’ studentenhotel: een geluidgevoelig gebouw bij duurzaam verblijf

Voor de realisatie van een studentenhotel in Amstelveen is een omgevingsvergunning verleend. Omdat het studentenhotel in de buurt van luchthaven Schiphol ligt,...

Nieuwe conclusie A-G over toepassing van artikel 6:19 Awb

Staatsraad Advocaat-Generaal (A-G) Nijmeijer heeft een conclusie uitgebracht over de toepassing van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de...

Van Wet bodembescherming naar Omgevingswet: enkele opvallende wijzigingen op het gebied van bodembescherming

Met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is de Wet bodembescherming (Wbb) vervallen. Een deel van de regels onder de Wbb is overgenomen in de...

Overzichtsuitspraak: het aanvoeren van nieuwe bewijsmiddelen/ beroepsgronden

Mocht een tijdens de zitting ingebracht civiel vonnis door de rechtbank buiten beschouwing worden gelaten? Deze vraag vormde voor de Afdeling...
No posts found