In aanloop naar de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in balans (WAB) hebben wij de afgelopen dagen over een reeks van onderwerpen uit het WAB-dossier (payroll en pensioen, de aanpassing van de transitievergoeding en oproepkrachten) artikelen gepubliceerd op ons Kennisportal. In deze artikelen is aandacht besteed aan de recente ontwikkelingen uit de nadere memorie van antwoord van 7 mei jl. van minister Koolmees. Vandaag is het de beurt aan de verruiming van de ketenregeling.
De geïnteresseerden in dit specifieke onderwerp raden wij aan om de vragen 1.1, 4.1 en 5.14 met bijbehorende antwoorden te bestuderen uit de nadere memorie van antwoord.
Huidige ketenregeling
De ketenregeling bepaalt hoeveel en/of voor welke duur opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aangegaan mogen worden alvorens deze overgaat in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Onder de WWZ is de ketenregeling teruggebracht tot de formule: 3x2x6. Er mogen maximaal drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden overeengekomen en de maximale duur van deze overeenkomsten voor bepaalde tijd mogen bij elkaar opgeteld niet langer duren dan twee jaar. Pas als er tussen twee arbeidsovereenkomsten een periode zit van meer dan zes maanden waarin geen arbeidsovereenkomst bestaat, ontstaat een nieuwe keten. Ten aanzien van de ketenregeling kent de WWZ enkele uitzonderingen - zoals maar niet beperkt tot leer-arbeidsovereenkomsten in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg en bestuurders van rechtspersonen - die ik hier verder niet zal behandelen.
Voorbeelden:
- Op 1 januari 2016 sluiten partijen een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar. Op 1 januari 2017 wordt de arbeidsovereenkomst verlengd voor anderhalf jaar. Op 1 januari 2018 overschrijdt deze keten van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd de maximale duur van twee jaar, waardoor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.
- Op 1 januari 2016 sluiten partijen een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden. Op 1 juli 2016 wordt de arbeidsovereenkomst verlengd voor de duur van vier maanden. Op 1 november 2016 wordt de arbeidsovereenkomst verlengd voor de duur van vier maanden. Op 1 maart 2016 wordt de arbeidsovereenkomst verlengd voor de duur van drie maanden. Het totale beloop van de arbeidsovereenkomsten bedraagt één jaar en vijf maanden (korter dan twee jaar), maar omdat de arbeidsovereenkomst van 1 maart 2016 de vierde in de rij is, ontstaat op dat moment een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Verruiming ketenregeling onder de WAB
Onder de WAB wordt de ketenregeling verruimd tot de formule: 3x3x6. Onder de WAB blijft het maximaal aantal arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd nog steeds drie, maar de maximale duur van deze overeenkomsten wordt verruimd naar drie jaar. De periode van meer dan zes maanden om een nieuwe keten te starten blijft gelijk. Ook ten aanzien van deze ketenregeling zijn enkele uitzonderingen - zoals maar niet beperkt tot bestuurders van rechtspersonen, seizoenswerk en vervanging in het onderwijs wegens ziekte - die ik hier verder niet zal behandelen.
De nieuwe ketenregeling kent geen overgangsrecht en geldt dus direct vanaf de invoering van de WAB (de beoogde datum is 1 januari 2020). Dit betekent dat een arbeidsovereenkomst gesloten voor inwerkingtreding van de WAB, maar die de na de inwerkingtreding de totale duur van twee jaar overschrijdt (maar niet die van drie jaar) toch een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd blijft. Om een en ander duidelijk te maken een tweetal voorbeelden:
- Op 1 april 2018 sluiten partijen een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden. Op 1 oktober 2018 verlengen partijen de arbeidsovereenkomst voor twaalf maanden. Op 1 oktober 2019 verlengen partijen de arbeidsovereenkomst voor 12 maanden (tot 1 oktober 2020). Er zijn in dat geval drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd gesloten en de maximale termijn van twee jaar (huidig recht) verstrijkt op 1 april 2020, waardoor nog geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan.
- Op 1 oktober 2018 sluiten partijen een arbeidsovereenkomst voor de duur van twaalf maanden. Op 1 oktober 2019 verlengen partijen de arbeidsovereenkomst voor achttien maanden (tot 1 april 2021). Er zijn in dat geval twee arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd gesloten en de maximale termijn van twee jaar (huidig recht) verstrijkt op 1 oktober 2020, waardoor nog geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan.
Evaluatie WWZ
Met de beoogde verruiming van de ketenregeling wacht minister Koolmees de evaluatie van de WWZ omtrent de beperking van de ketenregeling niet af. Uit de eerste signalen constateert minister Koolmees namelijk dat de beperking van de ketenregeling bij de WWZ niet leidt tot een grote doorstroom naar arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Deze signalen zijn voor minister Koolmees voldoende om nu al de ketenregeling te verruimen en niet zoals de meeste fracties verzoeken de evaluatie van de WWZ af te wachten.
Vaste aanstelling uitgangspunt?
Verschillende fracties merken op dat de verruiming van de ketenregeling tot gevolg zal hebben dat werknemers minder snel een vaste aanstelling krijgen. Het wordt werkgevers immers mogelijk gemaakt om langer met arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd te werken. Ondanks deze constatering moet volgens minister Koolmees een vaste aanstelling het uitgangspunt blijven. Met de WAB is gezocht naar een balans, waarbij de maatregelen tezamen brengen dat vast minder vast en flex minder flex wordt. De balans ten aanzien van de ketenregeling is opgemaakt bij drie jaar. De ketenregeling in combinatie met de nieuwe WW-premiedifferentiatie (waarover later deze week meer in een apart artikel) zal er volgens minister Koolmees toe moeten leiden dat een vaste aanstelling toch aantrekkelijk is en blijft voor werkgever.
Conclusie
De ketenregeling wordt verruimd naar 3x3x6! Vanaf de inwerkingtreding van de WAB mogen nog steeds drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd gesloten worden, maar de maximale duur van deze arbeidsovereenkomsten is verruimd van twee naar drie jaar. Waarbij ook uitzondering volgens de wet of cao mogelijk blijven. Werkgevers kunnen dan ook langer arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aanbieden, waardoor de werknemer langer in onzekerheid zal blijven over een mogelijke vaste aanstelling met de gevolgen van dien. Het is maar de vraag of de nieuwe WW-premiedifferentiatie (waarover later deze week mee) ertoe zal leiden dat werkgevers toch sneller een vaste aanstelling aanbieden. De tijd zal het leren.
Tot zover de laatste stand van zaken omtrent de verruiming van de ketenregeling, als onderdeel van de WAB. De komende dagen zullen, in aanloop naar de behandeling van de WAB in de Eerste Kamer (naar verwachting op 20 en/of 21 mei 2019), nog artikelen ten aanzien van de cumulatiegrond en de WW-premiedifferentiatie op het Kennisportal geplaatst worden.