Nadeelcompensatie Geertruidenberg: peildatum inkomensschade bij verkeersbesluiten

14 december 2023, laatst geüpdatet 11 september 2024
In haar uitspraak van 13 december 2023 oordeelt de Afdeling dat bij de begroting van inkomensschade als gevolg van een verkeersbesluit als peildatum heeft te gelden het moment van het daadwerkelijk ontstaan van de inkomensderving, en niet het moment van de inwerkingtreding van het verkeersbesluit.
In dit artikel

De casus

Appellant exploiteert de snackbar ‘Broodje Piraat’ aan het adres Keizersdijk 28 te Raamsdonksveer. Op 19 november 2014 heeft de gemeente Geertruidenberg een verkeersbesluit genomen voor een verkeerskundige knip voor gemotoriseerd verkeer aan de Keizersdijk te Raamsdonksveer. Dit besluit is op 24 december 2014 in werking getreden en onherroepelijk geworden met de Afdelingsuitspraak van 21 december 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:3356). De knip is op 15 december 2017 feitelijk gerealiseerd. Daarbij zijn op de Keizersdijk een aantal inklapbare paaltjes geplaatst. Hierdoor is de Keizersdijk niet langer een doorgaande route.

De snackbarhouder stelt dat zijn snackbar door de verkeerskundige knip minder goed bereikbaar is en dat potentiële klanten nu moeten omrijden, waarbij ze alternatieve eetgelegenheden passeren. Hij lijdt daardoor schade in de vorm van permanente inkomensschade, en dient bij de gemeente een verzoek om nadeelcompensatie in. Hierop volgen een bezwaar- en beroepsprocedure.

Oordeel van de rechtbank

In beroep oordeelt de rechtbank dat bij de begroting en kapitalisatie van de door de snackbarhouder geleden permanente inkomensschade moet worden uitgegaan van de peildatum 24 december 2014, de datum van de inwerkingtreding van het verkeerbesluit.

Vanwege de omstandigheid dat de snackbarhouder na de inwerkingtreding van het verkeersbesluit op 24 december 2014 tot aan de feitelijke realisatie van het verkeersbesluit op 15 december 2017 zijn snackbar ongewijzigd kon exploiteren brengt de rechtbank de jaren van voortgezet gebruik in mindering op de 13 jaar die correspondeert met de kapitalisatiefactor 10, matigt de rechtbank de kapitalisatiefactor 10 tot factor 8.

Oordeel van de Afdeling: geen correctie kapitalisatiefactor

In hoger beroep oordeelt de Afdeling dat de rechtbank ten onrechte is uitgegaan van de inwerkingtreding van het verkeersbesluit op 24 december 2014 als peildatum voor de begroting van de door Appellant geleden inkomensschade.

De Afdeling stelt voorop dat zij in haar uitspraak van 16 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:488, heeft overwogen dat de hoogte van de kapitalisatiefactor niet is verbonden aan de tijdsduur van de schade of een periode waarin de schade zich manifesteert. De inkomensschade wordt vergoed door een uitkering in een keer van de gekapitaliseerde gemiddelde jaarlijkse netto-inkomensschade.

Over de peildatum oordeelt de Afdeling dat anders dan bij onteigening en planschade het geval is, voor compensatie van nadeel als gevolg van verkeersbesluiten geen bijzondere wettelijke regeling is die voorziet in een specifieke peildatum voor schadebegroting. Volgens de Afdeling bestaat er daarom geen goede reden om de inwerkingtreding van een schadeveroorzakend verkeersbesluit als peildatum te nemen voor de begroting van de daardoor veroorzaakte inkomensderving. In plaats daarvan moet de datum van het ontstaan van de inkomensderving als peildatum voor de schadebegroting worden gehanteerd.

De keuze voor deze peildatum past volgens de Afdeling bij het uitgangspunt dat zoveel als redelijkerwijs mogelijk is de werkelijk geleden en te lijden inkomensschade dient te worden begroot. De omvang van deze schade moet worden begroot door het maken van een vergelijking tussen de (feitelijke) situatie waarin de aanvrager als gevolg van de schadeveroorzakende gebeurtenis is komen te verkeren en de (hypothetische) situatie waarin de aanvrager zou hebben verkeerd, indien de schadeveroorzakende gebeurtenis zich niet zou hebben voorgedaan.

In het geval van de snackbarhouder is de peildatum voor de berekening van de inkomensderving dus niet 19 november 2014, maar 15 december 2017, het moment waarop het verkeersbesluit feitelijk is gerealiseerd en waarop de gestelde inkomensderving is ontstaan.

De Afdeling verklaart het hoger beroep op dit punt gegrond en vernietigt in zoverre de uitspraak van de rechtbank. Daarnaast besluit de Afdeling om zelf in de zaak te voorzien door het toe te kennen bedrag aan nadeelcompensatie opnieuw te berekenen met toepassing van kapitalisatiefactor 10.

Als u vragen heeft over deze uitspraak of over planschade/nadeelcompensatie in het algemeen, dan kunt u contact opnemen met Hanna Zeilmaker, specialist planschade en nadeelcompensatie bij Dirkzwager.

Gerelateerd

Spelregels voor het omzetten van woonruimten

Het opnemen van een vergunningplicht voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte in de gemeentelijke huisvestingsverordening is...

Het gevolg van een geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel

Sinds mei 2019 vaart de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) een soepelere koers als het gaat om de toepassing van het...

‘Extended stay’ studentenhotel: een geluidgevoelig gebouw bij duurzaam verblijf

Voor de realisatie van een studentenhotel in Amstelveen is een omgevingsvergunning verleend. Omdat het studentenhotel in de buurt van luchthaven Schiphol ligt,...

Nieuwe conclusie A-G over toepassing van artikel 6:19 Awb

Staatsraad Advocaat-Generaal (A-G) Nijmeijer heeft een conclusie uitgebracht over de toepassing van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de...

Van Wet bodembescherming naar Omgevingswet: enkele opvallende wijzigingen op het gebied van bodembescherming

Met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is de Wet bodembescherming (Wbb) vervallen. Een deel van de regels onder de Wbb is overgenomen in de...

Overzichtsuitspraak: het aanvoeren van nieuwe bewijsmiddelen/ beroepsgronden

Mocht een tijdens de zitting ingebracht civiel vonnis door de rechtbank buiten beschouwing worden gelaten? Deze vraag vormde voor de Afdeling...
No posts found