Misbruik van turboliquidatie. Wat te doen als je debiteur niet meer bestaat?

15 februari 2023, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
De herhaaldelijk aangekondigde faillissementsgolf blijft vooralsnog uit. Wel zijn er in 2022 maar liefst 136.310 bedrijven gestopt, waarvan een gedeelte met stille trom na een turboliquidatie. Wat kun je als schuldeiser doen als je vermoedt dat een debiteur misbruik van turboliquidatie maakt?
Steven Effting
Steven Effting
Advocaat - Senior
In dit artikel

Bedrijfsbeëindigingen in 2022

In 2022 zijn ‘slechts’ 2.144 faillissementen van bedrijven uitgesproken (bron: CBS). Dit terwijl er in dat jaar in totaal maar liefst 136.310 bedrijven zijn gestopt (bron: CBS). Dat zijn er bijna 24.000 meer dan in 2019. Op basis van deze cijfers lijken er dus veel meer bedrijven uit eigen beweging te stoppen dan dat er failliet worden verklaard. Veilingbedrijf Troostwijk signaleert dit ook. Het veilingbedrijf ziet een grotere stijging in het aantal vrijwillige bedrijfsbeëindigingen en verkopen van bedrijfsonderdelen dan in het aantal faillissementen. In januari lag het aantal bedrijfsbeëindigingen 20% tot 30% hoger dan een jaar daarvoor, aldus Troostwijk (bron: FD).

Het is aannemelijk dat een groot aantal ondernemingen (dit artikel beperkt zich tot besloten vennootschappen) op een nette manier is gestopt. In het ideale geval beschikt de vennootschap over voldoende middelen om al haar schuldeisers te betalen. Het vermogen van de vennootschap kan dan worden vereffend en een dan nog resterend saldo kan aan de aandeelhouders worden uitgekeerd.

In de praktijk zijn er doorgaans onvoldoende middelen om alle schuldeisers te voldoen. Dit betekent dat het vermogen op een nette manier moet worden afgewikkeld, bijvoorbeeld door een buitengerechtelijk akkoord met schuldeisers te sluiten of door homologatie van een WHOA-liquidatieakkoord.

Turboliquidatie

Op het moment dat de vennootschap geen baten meer heeft maar nog enkel schulden, kan de vennootschap door een aandeelhoudersbesluit worden ontbonden. De vennootschap kan dan door het bestuur van de vennootschap met een formulier uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel worden uitgeschreven. Men noemt deze wijze van ontbinding turboliquidatie.

Voorafgaand aan een turboliquidatie vindt doorgaans een ‘feitelijke vereffening’ plaats. Overeenkomsten worden opgezegd, alle baten worden te gelde gemaakt en met de opbrengst worden de schulden zoveel mogelijk en conform de wettelijke rangorde afgelost. Het voordeel hiervan is dat dit proces betrekkelijk snel en eenvoudig verloopt.

In essentie is er niets mis met een turboliquidatie. In de praktijk wordt er helaas echter ook nog weleens misbruik gemaakt van deze mogelijkheid om een vennootschap te beëindigen. Het is namelijk voor schuldeisers niet eenvoudig te controleren of de vennootschap ten tijde van de inschrijving van de ontbinding daadwerkelijk geen baten meer had. Ook is doorgaans niet na te gaan of de feitelijke vereffening conform de regels is verlopen en iedere schuldeiser heeft gekregen wat hem of haar toekomt.

De Tweede Kamer heeft recent het Wetsvoorstel Tijdelijk wet transparantie turboliquidatie aangenomen. Dit wetsvoorstel beoogt misbruik tegen te gaan door bestuurders te verplichten bepaalde financiële stukken te deponeren waarin financiële rekening en verantwoording wordt afgelegd en daarvan mededeling te doen aan eventuele achtergebleven schuldeisers. Ook komt er een inzagerecht voor schuldeisers van ontbonden rechtspersonen als bestuurders zich niet aan de verantwoordingsplicht hebben gehouden.

Wat kun je doen als debiteur?

Op dit moment is nog onbekend wanneer de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie in werking treedt. Dit betekent echter niet dat je als schuldeiser machteloos staat op het moment dat je vermoedt dat er misbruik van turboliquidatie wordt gemaakt.

Bestuurdersaansprakelijkheid

In de eerste plaats kan onderzocht worden of sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid. Zo kan in de feitelijke vereffeningsfase sprake zijn van selectieve wanbetaling. Selectieve wanbetaling houdt bijvoorbeeld in dat zonder dat daarvoor een rechtvaardiging bestaat bepaalde aan de vennootschap gelieerde schuldeisers (zoals aandeelhouders of groepsvennootschappen) wel worden betaald terwijl andere schuldeisers onbetaald worden gelaten.

Uiteraard geldt dat de schuldeiser een informatieachterstand heeft. De schuldeiser heeft immers geen toegang tot de administratie. Mogelijk kan op grond van de exhibitieplicht van art. 843a Rv relevante informatie worden opgevraagd. Daarnaast kan de schuldeiser die zich op het standpunt stelt dat er bij een turboliquidatie door het bestuur onrechtmatig is gehandeld mogelijk een beroep doen op bepaalde bewijsvermoedens. Zo dient een concernondernemer die na een turboliquidatie en doorstart binnen zijn groepsverband betwist dat er sprake is van betalingsonwil als volledige zeggenschapshouder hiertoe zelf overtuigend bewijs van te overleggen. Dit maakt het voor een schuldeiser eenvoudiger bestuurdersaansprakelijkheid aan te tonen.

Faillissementsaanvraag

In de tweede plaats kan mogelijk het faillissement van de geturboliquideerde vennootschap worden aangevraagd. Er wordt dan een curator aangesteld die onderzoek kan doen naar eventuele misstanden en daar ook tegen kan optreden. Voor het slagen van een faillissementsverzoek is wel vereist dat summierlijk blijkt van feiten en omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat er mogelijk baten zijn en dat de vennootschap verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen. Een bate kan een vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid zijn. Een aanwijzing voor mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid kan het feit zijn dat de jaarrekeningen niet tijdig zijn gedeponeerd.

Conclusie

Op het moment dat je debiteur ineens niet meer lijkt te bestaan als gevolg van een turboliquidatie, heb je als schuldeiser mogelijkheden daartegen op te treden.

Voor het instellen van een vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid, het opvragen van informatie op grond van art. 843a Rv en het aanvragen van een faillissement moeten wel kosten worden gemaakt. Het is daarom van belang om voorafgaand aan het nemen van verdere acties een kosten/baten afweging te maken. Doorgaans kan na een kort onderzoek al duidelijk worden of het zinvol is verdere stappen te ondernemen.

Vragen over turboliquidatie? Wil je onderzoeken of er mogelijkheden zijn om een vordering op een ‘verdwenen’ debiteur te verhalen? Neem dan vrijblijvend contact op met Steven Effting.