Wat zijn min-uren?
Een werknemer heeft een vaste arbeidsomvang, bijvoorbeeld voor 36 uren per week, en wordt maandelijks conform die vaste arbeidsomvang beloond. Worden in een maand minder uren gewerkt, dan bouwt de werknemer zogenoemde min-uren op. Worden in een maand extra uren gewerkt, dan bouwt de werknemer overuren op. De gedachte is dat deze uren elkaar compenseren. De min-uren uit de ene maand, worden gecompenseerd met de overuren uit een andere maand. Min-uren zijn derhalve uren waarover wel loon is ontvangen, maar die door de werknemer (nog) niet gewerkt zijn.
De eindafrekening
Wanneer het dienstverband van een werknemer vervolgens eindigt terwijl hij nog een aantal min-uren heeft staan, worden deze uren in de regel met de eindafrekening verrekend. Maar mag dat wel?
In een zaak die zich recentelijk voordeed bij de rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2019:2859) heeft de rechtbank hierover een oordeel gegeven.
Stuwmeer aan min-uren
Het ging in deze zaak om een werknemer die op 13 juni 2016 in dienst was getreden bij haar werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst voor gemiddeld 30 uren per week. Later werd de arbeidsomvang op haar verzoek uitgebreid naar gemiddeld 35 uren per week. In december 2016 spraken werkgever en werknemer met elkaar af dat werknemer vanwege haar opleiding tijdelijk niet op vrijdag zou werken en ze deze uren in de avond of het weekend zou inhalen. Uiteindelijk werden deze uren niet of in ieder geval onvoldoende ingehaald waardoor ze in januari 2018 maar liefst 111 min-uren had staan.
Werknemer zegde vervolgens in januari 2018 haar dienstverband met ingang van 1 maart 2018 onverwachts op. Eerst na ontvangst van de opzegging wees werkgever de werknemer schriftelijk en ondubbelzinnig op het feit dat zij haar min-uren diende in te halen. Echter het tijdsbestek was daarvoor tot de periode van 1 maart 2018 (de einddatum) veel te kort. Bovendien raakte de werknemer per 5 februari 2018 volledig arbeidsongeschikt waardoor ze vanaf die datum überhaupt niet meer in de gelegenheid was haar saldo aan min-uren te verkleinen. Werkgever verrekende de min-uren vervolgens met de eindafrekening.
Artikel 7:628 lid 1 BW
Naar het oordeel van de rechtbank had werkgever de 111 min-uren in deze situatie niet mogen verrekenen met de eindafrekening.
In artikel 7:628 lid 1 BW is geregeld dat een werknemer zijn recht op loon behoudt, indien hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen. Onder verwijzing naar dit artikel oordeelt de rechtbank dat het voor rekening van de werkgever komt dat de werknemer deze uren uiteindelijk niet heeft gewerkt. De min-uren mogen daarom niet verrekend worden met de eindafrekening, aldus de rechtbank.
De rechtbank rekent het de werkgever in deze kwestie zwaar aan dat hij het heeft laten gebeuren dat de werknemer een dergelijk stuwmeer aan min-uren heeft opgebouwd. Van een werkgever wordt volgens de rechtbank verwacht dat hij tijdig en adequaat handelt wanneer er een fors saldo aan min-uren ontstaat. Bijvoorbeeld door de werknemer tijdig extra in te plannen.
Het verweer van de werkgever dat de werknemer zelf haar werkrooster maakte en daarom een eigen verantwoordelijkheid had voor het inhalen van de min-uren, mocht niet baten. In dat geval had de werkgever haar eerder schriftelijk en ondubbelzinnig moeten aanspreken op haar plicht de min-uren in te halen volgens de rechtbank. De thans ontstane situatie komt daarom voor rekening van de werkgever.
Les voor de toekomst
Uit deze uitspraak kan een belangrijke les getrokken worden. Namelijk dat het geen gegeven is dat min-uren bij de eindafrekening kunnen worden verrekend. Kom als werkgever daarom tijdig in actie en zorg ervoor dat opgebouwde min-uren zo snel mogelijk worden ingehaald. Voorkom dat uw werknemer een stuwmeer min-uren opbouwt, dat mogelijk niet met de eindafrekening verrekend mag worden.