Maximale huurverhoging vrije sector en verkorting verjaringstermijn

11 maart 2024, laatst geüpdatet 12 september 2024
Op 4 maart 2024 is een wetvoorstel voor de wijziging van de Wet maximering huurprijsverhoging geliberaliseerde huurovereenkomsten verstuurd naar de Tweede Kamer. Deze wet, ingegaan op 1 mei 2021, loopt per 1 mei 2024 af. Het doel van het wetsvoorstel is om de wet te verlengen. De wet verbiedt het verhuurders van woningen in de vrije sector om meer dan een gemaximeerd percentage aan huurverhoging door te voeren.
In dit artikel

De huidige wet en de onzekerheid over verlenging

De Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurcontracten is in 2021 ingevoerd met als doel om de huurverhogingen in de vrije sector (die tot dan toe decennialang onaangetast waren vanuit de overheid) te beperken. Deze ingrijpende maatregel kon begrijpelijkerwijs op weinig enthousiasme rekenen vanuit verhuurders. Om de pijn iets te verzachten werd duidelijk gemaakt dat het om een tijdelijke wet zou gaan, die voor een periode van drie jaar zou worden ingevoerd. De wet loopt inmiddels per 1 mei 2024 af.

Op basis van de huidige tijdelijke wet dient de minister te kiezen tussen de inflatie en de stijging van CAO-lonen (+1%). De minister dient daarbij het laagste percentage te kiezen (in 2024 is dat het inflatiecijfer van 4,5% plus de opslag van 1%). Het voornemen is om een streep te zetten door deze onduidelijkheid. Op basis van het voorstel kan de huurprijsstijging enkel worden gebaseerd op de CAO-lonen.

In 2023 zijn de CAO-lonen gestegen met 5,8%. Dit zou voor dit jaar resulteren – voor zover het voorstel wordt aangenomen – in een maximale toegestane huurprijsverhoging van 6,8%.

Niet alleen wordt deze wetgeving voor drie jaar verlengd met dit wetsvoorstel (tot 1 mei 2027), maar de rechten van verhuurders worden nog verder beperkt. De minister heeft voorgesteld om de verjaringstermijn voor huurverhogingen (nu vijf jaar) in te korten naar één jaar. In de wettelijke bepaling over de jaarlijkse huurverhoging (artikel 7:251 BW) wordt opgenomen dat de verhuurder jaarlijks de huurder moet informeren over de toepasselijkheid van een huurverhogingsbeding en het gevolg daarvan voor de huurprijs. Indien de verhuurder dat niet doet, verjaart zijn vordering tot betaling van de huurprijsverhoging één jaar na het opeisbaar worden daarvan.

De Wet Betaalbare Huur

De verlenging van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten dient in relatie te worden gezien met de Wet Betaalbare Huur die ook voorligt bij de Tweede Kamer. Het voornemen is dat deze wet per 1 juli 2024 in werking zal treden. Eerder informeerden wij u al over de Wet Betaalbare Huur.

Met de Wet Betaalbare Huur wordt beoogd een nieuw middensegment te maken, waardoor een veel groter aandeel van de huurwoningen in Nederland (die nu nog in de vrije sector vallen) in het gereguleerde segment zal vallen. De woningen die dan in het middensegment vallen zullen onderhevig zijn aan de beperkingen die in de gereguleerde sector aan huurverhogingen worden gesteld. Al met al een voor verhuurders van woningen in de vrije sector zeer onzekere situatie.

Slotsom

Het is nog onduidelijk of het wetsvoorstel voor verlenging van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten in de Tweede Kamer wordt aangenomen.

Indien het wetsvoorstel tot verlenging wordt aangenomen, zal per 1 mei 2024 gelden dat dit jaar de huurprijs in de vrije sector met maximaal 6,8 procent kan worden verhoogd. Indien de wet niet tijdig wordt verlengd, dan zal vanaf 1 mei 2024 geen gemaximeerd percentage meer gelden voor 2024 (omdat de beperkingen van de wet dan niet langer gelden en we weer 'gewoon' een vrije sector hebben).

Voor nu is het wachten op de ontwikkelingen vanuit Den Haag. We houden u in ieder geval op de hoogte!

Heeft u vragen over het huurrecht? Neemt u dan contact op met Rutger Fabritius of Daniël Veen via de contactinformatie naast dit artikel.

Hof wijkt af van heersende lijn waarschuwingsplicht: wees gewaarschuwd?

Terugblikkend op een jaar vol met interessante jurisprudentie, bespreek ik in deze blog een arrest van het hof ’s-Hertogenbosch over de waarschuwingsplicht van...
Huurrecht

Huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk

Na een periode van onduidelijkheid heeft de Hoge Raad een knoop doorgehakt over de (on)eerlijkheid van een huurprijswijzigingsbeding. De Hoge Raad heeft...
Vastgoed

Belangrijke veranderingen in servicekosten: wijzigingen in de btw-behandeling per 1 januari 2025 en wetsvoorstel met huurrechtelijke aanpassingen

Bij de verhuur van woonruimte en commercieel vastgoed worden vrijwel altijd servicekosten en kosten voor nutsvoorzieningen in rekening gebracht aan de...

Geen strengere maatstaf voor inbezitneming publieke grond

In de rechtspraak wordt zo nu en dan geoordeeld dat voor publieke gronden een strengere maatstaf voor inbezitneming zou moeten gelden dan voor niet publieke...

Verkoper aansprakelijk door mededelingen over bodemverontreiniging?

Indien de koper van onroerend goed na aankoop ontdekt dat er bodemverontreiniging aanwezig is, zal hij vaak proberen zijn schade te verhalen op de verkoper....

Voornemen tot prejudiciële vragen: het spanningsveld tussen eigendom van de woning vs. belangen van het kind bij ontruiming

Dinsdag 8 oktober jl. heeft de rechtbank Noord-Holland een opmerkelijk tussenvonnis gewezen in een ontruimingskort geding. Voor wat betreft de situatie dat er...
No posts found