Locatiekeuze in beleid voor zonneparken

18 augustus 2022, laatst geüpdatet 11 september 2024
Veel gemeenten hebben in hun beleid de uitgangspunten en criteria beschreven die zij hanteren voor de locatiekeuze voor grondgebonden zonneparken. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of een zonnepark op die locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Een variant daarop is dat zonneparken in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk worden toegestaan of juist worden uitgesloten op bepaalde locaties. Zo ook in de gemeente Schagen.
In dit artikel

Waar gaat het over?
Het college van B en W van de gemeente Schagen heeft een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een ‘Research & Development’ zonnepark voor een periode van 25 jaar. Het project is echter in strijd is met het door de gemeenteraad vastgestelde “Beleid zonneparken” (hierna: het Beleid). In de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 augustus 2022 staat centraal of het college van deze beleidslijn had mogen afwijken.

Beleid en hardheidsclausule
Het Beleid staat geen zonnepark toe op de onderhavige locatie. Om in bepaalde uitzonderlijke situaties tóch een oplossing te bieden, is in het Beleid een hardheidsclausule opgenomen. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden (I), een groot maatschappelijk belang (II), een aantoonbaar initiatief zonnepark (III) waarbij de plannen door toepassing van het beleid onevenredig worden belemmerd (IV), en de raad moet een verklaring van geen bedenkingen afgeven (V). Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een geval als bedoeld in de hardheidsclausule die in het beleid is opgenomen en dat van het Beleid kan worden afgeweken.

Uitspraak rechtbank
Het geschil spitst zich toe op de vraag of het project door toepassing van het Beleid zonneparken onevenredig wordt belemmerd (IV). De rechtbank Noord-Holland heeft bij uitspraak van 24 augustus 2021 geoordeeld dat het college en de raad niet deugdelijk hebben gemotiveerd dat het onderzoeksproject door toepassing van het beleid onevenredig worden belemmerd. Volgens de rechtbank is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het onderzoeksproject niet op een locatie kan worden uitgevoerd die in het beleid wél is aangewezen als een locatie waar een zonnepark is toegestaan.

Uitspraak Afdeling
In hoger beroep wordt de rechtbank teruggefloten door de Afdeling. De Afdeling overweegt:

"Naar het oordeel van de Afdeling strekt het oordeel van de rechtbank dat het college, ter motivering van zijn standpunt dat het project door toepassing van het Beleid zonneparken onevenredig wordt belemmerd, aannemelijk had moeten maken dat het onderzoeksproject niet op een locatie kan worden uitgevoerd die in het Beleid zonneparken, anders dan onderhavige locatie, wel is aangewezen, te ver en heeft zij de lat voor toepassing van de hardheidsclausule in zoverre dus te hoog gelegd. Dat neemt echter niet weg dat het inherent aan het beleid en de daarbij behorende hardheidsclausule is dat het college de keuze van de locatie en eventuele alternatieve locaties betrekt bij de vraag of de hardheidsclausule dient te worden toegepast. In het besluit van 25 februari 2020 is het college uitsluitend ingegaan op de locatiespecifieke kenmerken van onderhavige locatie en de keuze voor deze locatie. Het college heeft op geen enkele wijze eventuele alternatieve locaties bij de beoordeling betrokken. Ook in beroep en hoger beroep is het college onvoldoende ingegaan op alternatieve locaties en heeft het daaromtrent geen duidelijkheid kunnen verschaffen."

De motivering dat wordt voldaan aan de voorwaarde voor toepassing van de hardheidsclausule dat het plan onevenredig wordt belemmerd strekt volgens de Afdeling (anders dan de rechtbank) niet zo ver dat per locatie die wél in het Beleid is aangewezen moet worden uitgelegd waarom die locatie niet geschikt is. Wel is het zo dat moet worden ingegaan op de keuze voor deze specifieke locatie én eventuele alternatieve locaties bij de beoordeling voor het toepassen van de hardheidsclausule moeten worden betrokken. Dat had het college van B en W van de gemeente Schagen ten onrechte niet gedaan.

Heeft u vragen over de ontwikkeling van zonneparken? Neem dan contact op met Tessa Hubregtse en/of Joyce de Bruijn.

Voorbereiding voorkeursbeschikking: uniforme openbare voorbereidingsprocedure niet van toepassing!

In onze gemeentepraktijk adviseren wij regelmatig over de vestiging van een voorkeursrecht en over de aanpak van een gebiedsontwikkeling nadat een...

Koninklijk Besluit onteigening Rijnhaven-Oost: zorgen over alternatieve locatie en niet passende plannen voor zelfrealisatieplannen

Op grond van het overgangsrecht bij de Omgevingswet worden alle onteigeningsverzoeken die voor 1 januari 2024 bij de Corporate Dienst zijn ingediend nog...
Bedrijventerrein Den Haag

Onteigening: verkoop is geen zelfrealisatie!

Onteigening; Koninklijk Besluit 22 oktober 2024 gemeente Echt-Susteren: verkoop is geen zelfrealisatie. Een heel interessant Koninklijk Besluit omdat de Kroon...

Verkoper aansprakelijk door mededelingen over bodemverontreiniging?

Indien de koper van onroerend goed na aankoop ontdekt dat er bodemverontreiniging aanwezig is, zal hij vaak proberen zijn schade te verhalen op de verkoper....

De Afdeling bevestigt: stikstofruimte van de 100 km-maatregel mag niet worden gebruikt

Sinds 24 maart 2020 kunnen natuurvergunningen worden aangevraagd op basis van het stikstofregistratiesysteem (SSRS). Een van de eerste maatregelen die door het...
Zonsondergang horizon - natura 2000 gebied

Het additionaliteitsvereiste bij stikstof: wanneer is extern salderen bij een project nu mogelijk?

Een project mag niet leiden tot aantasting van een Natura 2000-gebied. Een van de manieren om dit te bereiken is door middel van externe saldering. Deze manier...
No posts found