Reikwijdte licenties
Hoewel de wet niet precies beschrijft wat een licentie is, zijn in de wet wel aanwijzingen te vinden over de reikwijdte van licenties. Zo bevatten de Auteurswet, het Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (BVIE) en de Rijksoctrooiwet specifieke bepalingen over de reikwijdte van licenties. Zowel licentienemers als licentiegevers dienen hiermee rekening te houden bij het opstellen van een licentieovereenkomst en het bepalen van de scope van de licentie.
De geografische beperkingen van licenties
Een licentie is uiteraard beperkt tot de geografische grenzen van de intellectuele eigendomsrechten die in licentie worden gegeven. Vrijwel de meeste intellectuele eigendomsrechten zijn beperkt tot een bepaald geografisch gebied. Zo kan een Benelux merk alleen worden ingeroepen in de Benelux, geldt een Nederlands octrooi alleen in Nederland en geldt een Europees model in het gehele gebied van de EU. Auteursrechten kunnen (met uitzondering van een aantal landen) wereldwijd worden ingeroepen. Indien dergelijke rechten in licentie worden gegeven, kan de licentie uiteraard alleen worden verleend voor het territorium waar het betreffende intellectuele eigendomsrecht kan worden ingeroepen. Buiten dit territorium heeft de rechthebbende immers zelf ook geen rechten.
Daarnaast kan de licentie worden verleend voor een gedeelte van het territorium waar het intellectuele eigendomsrecht kan worden ingeroepen. In het voorbeeld van een Benelux merk, kan bijvoorbeeld aan een derde partij een licentie worden verleend voor het gebied ‘Nederland’. Hoewel door de territoriale afbakening van licenties, niet altijd een absolute marktverdeling of marktafbakening kan worden bewerkstelligd (bijvoorbeeld door ‘uitputting’ van het betreffende intellectuele eigendomsrecht), kunnen contractuele afspraken in een licentieovereenkomst er wel voor zorgen dat dit doel zoveel mogelijk wordt bereikt. In dit kader kan in beginsel worden afgesproken wat partijen willen, tenzij de beoogde afspraak niet is toegestaan op grond van het mededingingsrecht. Dit laatste kan bijvoorbeeld het geval zijn indien de territoriale beperking in strijd komt het kartelverbod van artikel 101 lid 1 VWEU.
Toepassingsgebied of ‘field of use’
Niet alleen kan een licentie beperkt zijn tot een specifiek gebied, ook kunnen beperkingen worden opgelegd ten aanzien van het toepassingsgebied van de in licentie gegeven rechten of ten aanzien van de ‘field of use’. Zo kan overeengekomen worden dat een octrooilicentie slechts geldt voor een specifiek product, een specifieke branche (zoals bijvoorbeeld de ‘zorg branche’, de ‘game branche’ of de ‘automotive branche’), een specifiek toepassingsgebied (zoals bijvoorbeeld ‘life sciences’ of ‘food’). In alle gevallen is het van belang dat het toepassingsgebied goed is afgebakend, zodat hierover op een later moment geen discussie kan ontstaan.
Ruime of beperkte uitleg van licentieovereenkomsten
Overigens verschilt het per intellectueel eigendomsrecht of een licentie ruim of juist beperkt moet worden uitgelegd. Zo geldt voor Nederlandse octrooien op grond van artikel 56 lid 1 ROW dat een octrooilicentie zich uitstrekt tot alle aan de octrooihouder voorbehouden handelingen, tenzij bij de licentieverlening een minder omvangrijk recht is toegekend. Ingeval van een octrooilicentie is het derhalve van belang heel duidelijk de beperkingen te benoemen die van toepassing zijn op de licentie.
Ingeval van een exclusieve auteursrechtlicentie, die volgens de Auteurswet bij akte (dus schriftelijk) moet worden aangegaan, geldt echter dat de licentie alleen die bevoegdheden omvat die in de akte staan vermeld of die uit de aard en de strekking van de licentie noodzakelijkerwijs voortvloeien. Hieruit volgt dat een exclusieve licentie juist beperkt, in het voordeel van de licentiegever, moet worden uitgelegd. Daarnaast zijn in beginsel de ‘algemene regels’ voor de uitleg van overeenkomsten van toepassing. In de praktijk wordt in dat kader de Haviltex norm toegepast. De Haviltex norm houdt in dat het aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van een contract mochten toekennen en op wat zij daarbij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
Overigens is het wel van belang om per afzonderlijk intellectueel eigendomsrecht te bekijken, welke handelingen kunnen worden toegestaan onder een licentie en welke beperkingen kunnen worden gesteld aan de gebruikrechten. Dit kan namelijk per intellectueel eigendomsrecht verschillen. Zo kan een merk alleen in licentie worden gegeven voor de waren en diensten waarvoor het merk is geregistreerd, maar kan een merklicentie wel worden beperkt voor een deel van de waren en diensten waarvoor het merk is ingeschreven. Ingeval van een octrooilicentie kunnen alleen de aan de octrooihouder voorbehouden handelingen in licentie worden gegeven die zijn opgenomen in artikel 53 lid 1. Op grond van artikel 53 lid 3 ROW strekken deze rechten zich echter niet uit tot handelingen uitsluitend dienende tot onderzoek van het geoctrooieerde. Per licentieovereenkomst zal dus bekeken moeten worden met welke rechten en beperkingen op grond van de verschillende intellectuele eigendomsrechten rekening zal moeten worden gehouden.
Conclusie
Uit het voorgaande volgt dat licentieovereenkomsten en het toepassingsbereik van de licentie heel nauwkeurig moeten worden opgesteld. Een licentiegever moet zich goed bedenken welke beperkingen hij wenst te stellen aan de licentie en doet er verstandig aan om deze beperkingen schriftelijk overeen te komen met de licentienemer. Ook voor een licentienemer is van belang dat helder is wat de kaders zijn van de in licentie gegeven rechten.
Christel Jeunink en Lisette Gotink, beide IE-advocaat en specialist licentieovereenkomsten.