Feiten
De beklaagde heeft een aanbesteding in de markt gezet voor een raamovereenkomst met één ondernemer voor het onderhoud van elementverhardingen. Het betreft een RAW-raamovereenkomst, waarop de Standaard RAW Bepalingen 2015 van toepassing zijn verklaard. De klager heeft ingeschreven op de aanbesteding.
In de inschrijvingsstaat zijn verschillende besteksposten opgenomen die volgens de beklaagde extreem afwijken van de marktconforme tarieven. De besteksposten zouden veel te lage, dan wel veel te hoge stuksposten bevatten. De beklaagde vraagt klager derhalve om een toelichting bij de besteksposten.
De toelichting van klager bij de besteksposten bevat aanwijzingen dat de stuksposten te laag uitvallen, omdat bepaalde kosten niet in de besteksposten zijn meegenomen. Daarnaast zouden bepaalde kosten in de inschrijvingsstaat onder ‘algemene kosten’ zijn opgenomen. De aanbestedende dienst acht deze toelichting onvoldoende om de opdracht aan klager te gunnen. De klager heeft hierop de Commissie van Aanbestedingsexperts gevraagd een advies uit te brengen.
Beoordeling door de Commissie
Voorafgaand aan de beoordeling, gaat de Commissie kort in op de verhouding tussen eenheidsprijzen bij besteksposten en de staartpost ‘algemene kosten’. Onder verwijzing naar artikel 01.01.06, tweede en derde lid van de Standaard RAW Bepalingen 2015, herinnert de Commissie eraan dat bij elke bestekspost in de prijs per eenheid alle productiegebonden kosten moeten zijn begrepen die nodig zijn voor het tot stand brengen van de resultaatsverplichting. In de staartpost mogen geen eenmalige kosten worden opgenomen.
De klager heeft naar het oordeel van de Commissie in strijd met het Standaard RAW 2015 gehandeld. Door de leveringskosten van metselspecie niet expliciet op te nemen in de bestekspost voor het ‘op hoogte brengen van bestaande putafdekking’, terwijl de metaalspecie wel nodig is voor de uitvoering van de resultaatsverplichtingen, heeft de klager niet voldaan aan het vereiste van artikel 01.01.06 Standaard RAW Bepalingen 2015. De klager had de leveringskosten bovendien niet op mogen nemen bij de post algemene kosten. Dit zou immers betekenen dat de leveringskosten via alle besteksposten in rekening zouden worden gebracht, terwijl deze leveringskosten niet op alle besteksposten van toepassing zouden zijn.
De Commissie is daarnaast van oordeel dat de klager terzake van de bestekspost ‘reinigen kolken’ een toelichting heeft gegeven die niet overeenkomt met de eisen van de aanbesteding. De toelichting van klager op de bestekspost ziet immers enkel op een elementenverhardingsbestek, en niet om een rioolreinigingsbestek. Dit betekent dat beklaagde mocht aannemen dat de klager de rioolreiniging niet geoffreerd heeft en derhalve ook niet in de prijs van de betreffende bestekspost heeft opgenomen. De onderbouwing van een zeer lage eenheidsprijs met het argument dat de bestekspost niet in het bestek/de opdracht thuishoort, wordt terecht in strijd met RAW-systematiek geoordeeld omdat deze onderbouwing erop neerkomt dat de werkzaamheid niet door de inschrijver in de prijs is inbegrepen.
Conclusie
Uit bovenstaand advies blijkt maar weer eens dat het van belang is om het verschil tussen eenheidsprijzen bij besteksposten en staartposten goed voor ogen te houden. Een eenheidsprijs dient alle kosten te bevatten die nodig zijn voor het tot stand brengen van de resultaatsverplichting. Als deze kosten worden opgenomen als staartpost, dan is de inschrijving ongeldig.
Heeft u te maken met bovenstaande situatie of heeft u andere aanbestedings- of bouwrechtelijke vraagstukken, neem dan contact op met een van de specialisten van team Aanbestedingsrecht.