Aanbestedingsprocedure
De gemeente Katwijk is een meervoudige onderhandse aanbesteding gestart voor de opdracht “Valkenburgsemeer herinrichting oostoever”. Van Leeuwen is uitgenodigd om een inschrijving in te dienen. In de inschrijfleidraad is onder V.2 G1 PRIJS aangegeven: “Het is absoluut niet toegestaan negatieve prijzen aan te bieden.” Voorts is in het door de gemeente ter beschikking gestelde werkbestek met inschrijvingsstaat onder andere een post ‘Korting’ opgenomen. De inschrijving van Van Leeuwen wordt terzijde gelegd, met als reden dat er in de inschrijfstaat onder de post Korting een negatief bedrag is opgevoerd. In een uitspraak van de rechtbank Den Haag op 12 maart 2020 (ECLI:NL:RBDHA:2020:2788) staat de vraag centraal of dit terecht is gebeurd.
Uitleg aanbestedingsstukken
Voornoemd geschilpunt heeft betrekking op de uitleg van een bepaling uit de aanbestedingsstukken. Bij de uitleg zijn de bewoordingen van de desbetreffende bepaling, gelezen in het licht van de gehele tekst van die stukken, in beginsel van doorslaggevende betekenis. Het komt daarbij aan op de betekenis die – naar objectieve maatstaven – volgt uit de bewoordingen die in de aanbestedingsstukken zijn gehanteerd. De Aanbestedingsleidraad vermeldt dat het niet is toegestaan negatieve prijzen aan te bieden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat een korting niet kan worden gelijkgesteld aan een prijs. Een korting kan een element zijn van een uiteindelijke prijs, maar is op zichzelf geen prijs, omdat een prijs altijd is gekoppeld aan een dienst of product. Uit de Aanbestedingsleidraad volgt dus niet dat het verboden was een korting aan te bieden.
Nu de gemeente de post ‘Korting’ niet heeft verwijderd uit de inschrijfstaat, heeft de gemeente de indruk gewekt dat inschrijvers een korting konden en mochten aanbieden. De gevolgen daarvan komen – nu de aanbestedingsstukken geen duidelijke instructie bevatten dat geen korting mocht worden aangeboden – voor rekening en risico van de gemeente.
Conclusie
Van Leeuwen mocht een korting aanbieden omdat in de inschrijfstaat de post ‘korting’ (gewoon) was opgenomen en er ‘slechts’ een verbod was op negatieve prijzen. De gemeente moet daarom de ongeldigverklaring intrekken en alsnog aan Van Leeuwen gunnen als laagste inschrijver.