Komen auteursrechten nog steeds toe aan de werkgever?

6 maart 2025, laatst geüpdatet 6 maart 2025

Door recente Europese rechtspraak is dit de vraag, met mogelijk grote gevolgen voor regelingen in arbeidsovereenkomsten over auteursrechten. 

Joost Becker 
Joost Becker 
Advocaat - Partner
Christel Jeunink
Christel Jeunink
Advocaat - Associate Partner
In dit artikel

Wat is het werkgeversauteursrecht? 

In art. 7 van de Auteurswet staat dat indien arbeid, in dienst van een ander verricht, bestaat in het vervaardigen van bepaalde auteursrechtelijke werken, de werkgever als de maker van die werken wordt aangemerkt (tenzij tussen partijen anders is overeengekomen). Dit wordt ook wel het werkgeversauteursrecht genoemd. 

Op 6 maart 2025 heeft het Europees Hof een arrest gewezen in een zaak over naburige rechten, een aan het auteursrecht verwant recht voor uitvoerend kunstenaars, met mogelijk gevolgen voor het werkgevers auteursrecht. 

In deze zaak ging over een Belgisch koninklijk besluit, waarin kort gezegd staat dat orkestleden hun naburige rechten verplicht overdragen aan het nationaal orkest tegen een bepaalde vergoeding. 

Bij wie rust het auteursrecht; werkgever of werknemer? 

Het Europees Hof oordeelt hierover in deze rechtszaak. Het Europese auteursrecht verzet zich mogelijk tegen nationale regelingen, waarbij auteursrechten zonder voorafgaande toestemming bij wet worden overgedragen aan de werkgever. 

Onder het auteursrecht vallen bijvoorbeeld rechten op reproducties en beschikbaarstelling voor het publiek van uitvoerend kunstenaars, die volgens het Hof uniform moeten worden uitgelegd, net als hun exclusieve auteursrecht om de vastleggingen van hun uitvoeringen te distribueren bijvoorbeeld. Het Hof oordeelt dat de bescherming van naburige en auteursrechten “een ruime omvang moet toekomen”, die niet beperkt is tot het genot maar zich ook uitstrekt tot de uitoefening van deze rechten. 

Verder wijst het Hof erop dat deze rechten preventief van aard zijn, in die zin dat voor het gebruik van hun uitvoeringen hun voorafgaande toestemming is vereist en dat elk gebruik van beschermd materiaal door een derde zonder een dergelijke voorafgaande toestemming als een inbreuk op de rechten van de houder moet worden beschouwd ervan.  

Het Hof komt daarmee tot de conclusie: 
“Bijgevolg moet worden geoordeeld dat, gelet op de bewoordingen van de in punt 104 van het onderhavige arrest genoemde bepalingen van de richtlijnen 2001/29 en 2006/115, deze bepalingen zich ertegen verzetten dat de daarin bedoelde exclusieve rechten zonder voorafgaande toestemming van de rechthebbenden worden overgedragen bij regelgeving, tenzij een dergelijke overdracht valt onder een van de limitatieve beperkingen of restricties waarin die richtlijnen voorzien.” 

Wat zijn de gevolgen voor werkgevers? 

Het Nederlandse werkgeversauteursrecht zoals opgenomen in artikel 7 van de Auteurswet houdt strikt genomen geen overdracht in van auteursrechten, maar in dat artikel staat wel dat als maker – dus auteursrechthebbende – de werkgever wordt “aangemerkt”.  

Het gaat in de bovengenoemde Europese uitspraak over naburige rechten. Echter, de Auteursrechtrichtlijn en de daarin vervatte rechten op reproductie en mededeling aan het publiek (openbaarmaking) worden, ook qua toepasselijkheid, ruim uitgelegd. Het Hof rechtvaardigt dit oordeel door te verwijzen naar de harmonisatie van auteursrecht in de Europese interne markt. Het Hof bespreekt deze rechten uit de Auteursrechtrichtlijn ook uitdrukkelijk, en verwijst daarnaar. Het arrest van vandaag maakt in ieder geval duidelijk dat het niet is toegestaan op algemene wijze de naburige rechten van rechtswege over te dragen aan de werkgever.  

Derhalve valt niet uit te sluiten dat (de redenering in) het arrest van het Hof van Justitie zich ook uitstrekt tot de wettelijke regeling over werkgeversauteursrechten, die daarmee mogelijk in strijd is met het Europese auteursrecht.  

Aanpassing van arbeidsovereenkomsten? 

Mogelijk heeft dit arrest daarmee tot gevolg dat werkgevers in arbeidsovereenkomsten moeten gaan opnemen dat hun werknemers de auteursrechten op werken die zij maken in dienstverband op voorhand overdragen aan de werkgever. Door het ondertekenen van een daartoe stekkend artikel in de arbeidsovereenkomst is de in het arrest bedoelde toestemming geborgd. 

Bovendien is verstandig een goede vergelijkbare regeling overeen te komen over andere intellectuele eigendomsrechten in arbeidsovereenkomsten, zoals modelrechten, octrooirechten, know-how en andere aanverwante rechten. 

Het is daarnaast de vraag of de wetgever naar aanleiding van dit arrest genoodzaakt is om tot een wetswijziging te komen, bijvoorbeeld door een weerlegbaar vermoeden van overdracht van auteursrechten van de werknemer aan de werkgever te introduceren in de Auteurswet.

In z’n algemeenheid wordt overigens wel aangenomen dat in het loon een auteursrechtelijke vergoeding zit verdisconteerd.

Meer weten over werkgeversauteursrecht? Neem contact met ons op. 

Gerelateerd