Per 1 januari 2014 is in art. 24a van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) een generieke zorgplicht vastgelegd. Daarmee is in de Wft verankerd dat het klantbelang bij financiële dienstverlening centraal moet staan. De concrete normstelling ter invulling van de algemene zorgplicht vindt in beginsel plaats door de toezichthouder. De AFM heeft dit onderwerp als één van de speerpunten in haar toezicht aangemerkt.
In dit artikel wordt ingegaan op ‘klantbelang centraal’ bij consumentenkrediet. Nagegaan wordt op welke wijze de AFM daar momenteel invulling aan geeft en in hoeverre dit strookt met de huidige (Europese) wetgeving.
Is de consument die een krediet aangaat de uitstekend geïnformeerde homo economicus die vanzelfsprekend de juiste besluiten neemt, of is dit een illusie en moet de consument intensief begeleid worden bij het maken van zijn keuzes? Kortom, hoe ver moet de invulling van de open norm ‘klantbelang centraal’ bij consumentenkrediet gaan en wat zijn de effecten daarvan.
Lees hier het gehele artikel.
In dit artikel wordt ingegaan op ‘klantbelang centraal’ bij consumentenkrediet. Nagegaan wordt op welke wijze de AFM daar momenteel invulling aan geeft en in hoeverre dit strookt met de huidige (Europese) wetgeving.
Is de consument die een krediet aangaat de uitstekend geïnformeerde homo economicus die vanzelfsprekend de juiste besluiten neemt, of is dit een illusie en moet de consument intensief begeleid worden bij het maken van zijn keuzes? Kortom, hoe ver moet de invulling van de open norm ‘klantbelang centraal’ bij consumentenkrediet gaan en wat zijn de effecten daarvan.
Lees hier het gehele artikel.