Voor verkrijging van een registergoed op grond van verjaring is het noodzakelijk dat men te goeder trouw is. Een beroep dat gebaseerd is op onbekendheid met feiten die door raadpleging van de registers zouden zijn gekend, is een beroep op het ontbreken van de goede trouw. Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft recentelijk
bepaald dat kadastrale kaarten niet behoren tot in de openbare registers ingeschreven feiten. De bewering dat een bezitter deze kaarten zou kunnen opvragen en daardoor niet te goeder trouw is gaat dus niet op.
De casus
Twee buren procederen over de eigendom van een stukje grond. De grens zoals die jarenlang is gebruikt, in dit geval een greppel, blijkt niet overeen te komen met de kadastrale grens. Buurman A claimt het stuk grond in eigendom te hebben verkregen op grond van verjaring. Buurman B betwist dit met een beroep op het ontbreken van de goede trouw. De kadastrale kaart is beschikbaar ter inzage in de openbare registers. In casu draait het om verkrijgende verjaring. Door een onafgebroken bezit van drie jaar verkrijgt de bezitter te goeder trouw rechten op roerende zaken die niet-registergoederen zijn en rechten aan toonder of order. Voor andere goederen, zoals in dit geval een stukje grond, geldt een bezitstermijn van tien jaar. Een belangrijke vraag in deze kwestie is welke waarde moet worden toegekend aan de kadastrale kaart.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat kadastrale kaarten niet rechtstreeks tot de in de openbare registers ingeschreven feiten behoren. Een schetsmatige tekening met als ondergrond de kadastrale kaart kan wel aangehecht aan een akte worden ingeschreven, maar een zodanige tekening zal in het algemeen tot niet meer dienen dan tot een globale weergave van het perceelsgedeelte en de ligging ten opzichte van andere percelen.
Het hof gaat er dus vanuit dat de bezitter nooit een kaart onder ogen heeft gehad waarop de greppel en de erfgrens duidelijk waren aangegeven. Op het moment van verkrijging stond er al een afrastering langs de greppel en volgens getuigenverklaringen staat het huidige hekwerk op dezelfde plek. Ook is het in buitengebieden gebruikelijk dat de perceelsgrens overeenkomt met een sloot of greppel.
De bezitter heeft meerdere daden verricht die aangemerkt kunnen worden als bezitsdaad. Het vervangen van een oude afrastering is aan te merken als een daad van bezit. Daarnaast heeft de bezitter de grond tegen betaling aan een derde in gebruik verstrekt, waardoor hij duidelijk eigendom pretendeert.
In casu waren er genoeg aanwijzingen om verjaring op grond van bezit te goeder trouw aan te nemen.
De casus
Twee buren procederen over de eigendom van een stukje grond. De grens zoals die jarenlang is gebruikt, in dit geval een greppel, blijkt niet overeen te komen met de kadastrale grens. Buurman A claimt het stuk grond in eigendom te hebben verkregen op grond van verjaring. Buurman B betwist dit met een beroep op het ontbreken van de goede trouw. De kadastrale kaart is beschikbaar ter inzage in de openbare registers. In casu draait het om verkrijgende verjaring. Door een onafgebroken bezit van drie jaar verkrijgt de bezitter te goeder trouw rechten op roerende zaken die niet-registergoederen zijn en rechten aan toonder of order. Voor andere goederen, zoals in dit geval een stukje grond, geldt een bezitstermijn van tien jaar. Een belangrijke vraag in deze kwestie is welke waarde moet worden toegekend aan de kadastrale kaart.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat kadastrale kaarten niet rechtstreeks tot de in de openbare registers ingeschreven feiten behoren. Een schetsmatige tekening met als ondergrond de kadastrale kaart kan wel aangehecht aan een akte worden ingeschreven, maar een zodanige tekening zal in het algemeen tot niet meer dienen dan tot een globale weergave van het perceelsgedeelte en de ligging ten opzichte van andere percelen.
Het hof gaat er dus vanuit dat de bezitter nooit een kaart onder ogen heeft gehad waarop de greppel en de erfgrens duidelijk waren aangegeven. Op het moment van verkrijging stond er al een afrastering langs de greppel en volgens getuigenverklaringen staat het huidige hekwerk op dezelfde plek. Ook is het in buitengebieden gebruikelijk dat de perceelsgrens overeenkomt met een sloot of greppel.
De bezitter heeft meerdere daden verricht die aangemerkt kunnen worden als bezitsdaad. Het vervangen van een oude afrastering is aan te merken als een daad van bezit. Daarnaast heeft de bezitter de grond tegen betaling aan een derde in gebruik verstrekt, waardoor hij duidelijk eigendom pretendeert.
In casu waren er genoeg aanwijzingen om verjaring op grond van bezit te goeder trouw aan te nemen.
Gerelateerd
Koop en huur