Eind 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de forfaitaire wijze waarop sinds 2017 belasting wordt geheven over vermogen in box 3 onder omstandigheden strijdig is met bepalingen uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Op 15 april 2022 heeft het kabinet naar aanleiding van deze uitspraak een brief gestuurd aan de Tweede Kamer met daarin twee opties van rechtsherstel voor de belastingplichtigen die belasting hebben betaald over vermogen in box 3 voor de jaren 2017 tot en met 2022. Zie ook onze eerdere blogs hierover: Hoge Raad zet streep door berekening inkomen in box 3 en Opties compensatie box 3 en nieuwe vermogensaanwasbelasting gepresenteerd.
Op 28 april heeft het kabinet bekend gemaakt dat belastingplichtigen worden gecompenseerd op basis van de spaarvariant. Dit betekent dat alleen belastingplichtigen met relatief veel spaargeld en slechts een beperkte omvang aan beleggingen (zoals effecten en onroerende zaken) in aanmerking komen voor compensatie.
Doelgroep rechtsherstel
Het kabinet heeft besloten dat vooralsnog alleen de belastingplichtigen die (tijdig) bezwaar hebben gemaakt en belastingplichtigen die nog bezwaar kunnen maken binnen de bezwaartermijn in aanmerking komen voor rechtsherstel.
Voor de belastingplichtigen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de aanslag beslist het kabinet op een later moment of ook zij gecompenseerd zullen worden. Over deze situatie loopt een procedure bij de Hoge Raad. De uitspraak van de Hoge Raad hierover wordt voor het einde van 2022 verwacht. Naar aanleiding van die uitspraak wordt de doelgroep van het rechtsherstel dus mogelijk uitgebreid.
Rechtsherstel door middel van spaarvariant
Belastingplichtigen zullen worden gecompenseerd door middel van de in de brief van 15 april 2022 beschreven spaarvariant. Bij de spaarvariant wordt gekeken naar de samenstelling van het vermogen van iedere belastingplichtige, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen spaargeld, schulden en overige bezittingen (zoals effecten en onroerend goed). Het te belasten inkomen wordt bepaald aan de hand van forfaits (de forfaits zijn opgenomen in de onderstaande tabel). Het inkomen voor box 3 ten aanzien van het gedeelte van het vermogen dat bestaat uit spaargeld wordt bepaald aan de hand van de actuele spaarrente. Voor schulden wordt aangesloten bij de hypotheekrente. Voor zover het vermogen uit overige bezittingen bestaat wordt het inkomen bepaald aan de hand van het meerjarige gemiddelde rendement voor beleggingen. Het rechtsherstel zal gelden voor de jaren 2017 tot en met 2022.
Forfaits spaarvariant | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Spaargeld | 0,25% | 0,12% | 0,08% | 0,04% | 0,01% |
Schulden | 3,43% | 3,20% | 3,00% | 2,74% | 2,46% |
Beleggingen | 5,39% | 5,38% | 5,59% | 5,28% | 5,69% |
Benodigde acties belastingplichtigen
Belastingplichtigen hoeven in principe geen actie te ondernemen. Als er al bezwaar is gemaakt, dan wordt het rechtsherstel verwerkt in de uitspraak op bezwaar. Voor de jaren waarvoor nog geen aanslag is opgelegd, zal in de nog op te leggen aanslag rekening worden gehouden met het beschreven rechtsherstel.
Toekomst
Voor de jaren 2023 en 2024 zal nieuwe box 3-wetgeving komen die is gebaseerd op de beschreven spaarvariant. Vanaf 2025 wil het kabinet een box 3-stelsel invoeren dat is gebaseerd op het werkelijk behaalde rendement.