Jurisprudentie Sociaal Domein februari 2025

17 maart 2025, laatst geüpdatet 17 maart 2025

Hier vindt u een overzicht van belangrijke juridische uitspraken op het gebied van het sociaal domein die in de maand februari 2025 zijn gepubliceerd. Voor iedere zaak geven we een korte samenvatting en de belangrijkste conclusies. 

Ralph Tak
Ralph Tak
Advocaat - Senior
Laura Rat
Laura Rat
Advocaat
In dit artikel

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) 

Rechtbank Amsterdam 6 augustus 2024 (datum publicatie: 13 februari 2025) (ELCI:NL:RBAMS:2024:5249)

Samenvatting: toekenning pgb voor aanvullende individuele ondersteuning. Het college heeft de concrete omvang van de ondersteuningsbehoefte onvoldoende onderzocht. Weliswaar heeft de indicatieadviseur benoemd of eiser dagelijks of wekelijks hulp behoeft, maar daarmee is de omvang niet voldoende concreet gemaakt. Daarvoor is benodigd dat het college een tijdsaanduiding noemt. Het onderzoek is dus op dit punt onzorgvuldig. 

Kernpunt: Het college heeft de ondersteuningsbehoefte onvoldoende concreet onderzocht door geen specifieke tijdsaanduiding te geven voor de ondersteuningsbehoefte 

Rechtbank Amsterdam 17 december 2024 (datum publicatie: 11 februari 2025) (ELCI:NL:RBAMS:2024:8653

Samenvatting: verweerder wil de scootmobiel van de vader van eiseres na overlijden innemen, of een vergoeding van de voorziening die deels is aangeschaft met een persoonsgebonden budget en deels met eigen vermogen. Kostenverhaal na overlijden is niet mogelijk op grond van de Wmo. Uit de terminologie, de systematiek en de geschiedenis van de Wmo blijkt dat de wetgever kostenverhaal slechts mogelijk heeft gemaakt in geval van het opzettelijk vertrekken van onjuiste gegevens. Nu de Verordening Wmo, kostenverhaal breder mogelijk maakt dan is geregeld in de Wmo, verklaart de rechtbank dat deel de Verordening onverbindend. De gemeente mocht restwaarde van de voorziening niet terugvorderen. 

Kernpunt: de Wmo voorziet niet in de mogelijkheid van kostenverhaal voor de situatie dat een ontvangen van een pgb is komen te overlijden 

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 januari 2025 (datum publicatie: 10 februari 2025) (ECLI:NL:GHARL:2025:140

Samenvatting: kort geding in hoger beroep. Tussen partijen bestaat een (mondelinge) zorgovereenkomst en een huurovereenkomst welke is aangegaan voor de duur van de zorgovereenkomst. De beide overeenkomsten zijn aan elkaar gekoppeld, waarbij het zorgelement in dit geval overheerst. In beginsel komt aan geïntimideerde dus geen beroep toe op de wettelijke huurbeschermingsbepalingen, maar het RIBW kan de overeenkomst alleen beëindigen met gewichtige redenen conform de wettelijke huuropzeggingsgronden, omdat de zorgovereenkomst en daarmee de huurovereenkomst niet beëindigd kan worden op de opzeggingsgrond die staan in de niet-ondertekende zorgovereenkomst. Onvoldoende aannemelijk is dat een bodemrechter zal oordelen dat de zorgovereenkomst, en daarmee ook de huurovereenkomst, is geëindigd. 

Kernpunt: Een zorgovereenkomst in combinatie met een huurovereenkomst kan niet zomaar worden beëindigd; hiervoor moeten ofwel de specifieke beëindigingsgronden uit de zorgovereenkomst gelden, ofwel – als die niet gelden - alsnog de wettelijke gronden voor opzegging zoals beschreven in artikel 7:408 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek worden aangetoond 

Centrale Raad van Beroep 23 januari 2025 (datum publicatie: 6 februari 2025) (ELCI:NL:CRVB:2025:200

Samenvatting: aanvraag maatwerkvoorziening Wmo 2015. De Wmo 2015 bevat geen regels over de ingangsdatum van de maatwerkvoorziening. Volgens de gemeentelijke Beleidsregels Wmo 2015 gaat een maatwerkvoorziening in beginsel pas in na de beschikkingsdatum, tenzij het college vooraf toestemming heeft gegeven gelet op zeer bijzondere omstandigheden - wat in dit geval niet aan de orde was. De ingangsdatum van de voorziening ligt daarom op of na de datum waarop op de aanvraag is beslist. 

Kernpunt: de ingangsdatum voor een persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij sociaal en persoonlijk functioneren voor appellante kan niet met terugwerkende kracht ingaan 

Centrale Raad Van Beroep 23 januari 2025 (datum publicatie: 18 februari 2025) (ELCI:NL:CRVB:2025:230

Samenvatting: verstrekking maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding voor de periode van 4 januari 2021 tot en met 31 december 2022, in de vorm van zorg in natura. De rechtbank heeft op 23 november 2023 uitspraak gedaan over de intrekking van deze voorziening per 11 februari 2022. Op het moment van de uitspraak van de rechtbank was de verstrekkingsperiode al ruimschoots verstreken. De individuele begeleiding kan niet met terugwerkende kracht worden gegeven. Gelet hierop kon appellant feitelijk niets meer bereiken met het ingestelde beroep. Appellant heeft geen nieuwe aanvraag voor een maatwerkvoorziening ingediend en er was geen beroep op schade. Appellant had derhalve geen procesbelang en de rechtbank had het beroep niet-ontvankelijk moeten verklaren. 

Kernpunt: beroep had niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, omdat de verstrekkingsperiode al was verstreken, geen nieuwe aanvraag was ingediend, en geen schade was aangevoerd, waardoor appellant geen procesbelang had  

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13 februari 2025 (datum publicatie: 13 februari 2025) (ECLI:NL:RBZWB:2025:760

Samenvatting: aanbestedingsprocedure hulp bij huishouden (Wmo). Geen sprake van poging om besluitvorming onrechtmatig te beïnvloeden. Aanbesteder had inschrijver niet kunnen uitsluiten van de aanbesteding. Daarnaast door aanbesteder vertrouwen gewekt dat als geschiktheidseis de actuele continuïteit van de onderneming zou worden beoordeeld. Beginselen van het aanbestedingsrecht verzetten zich tegen het alsnog gunnen van de opdracht omdat inschrijver niet voldeed aan de geschiktheidseisen. Gemeente moet heraanbesteden.  

Kernpunt: gemeente handelde in strijd met het gelijkheid- en transparantiebeginsel en nam een beslissing in strijd met het vertrouwensbeginsel waardoor zij een nieuwe aanbestedingsprocedure moet houden 

Rechtbank Overijssel 13 februari 2025 (datum publicatie: 14 februari 2025) (ECLI:NL:RBOVE:2025:846

Samenvatting: uitgangspunt voor het al dan niet moeten vernietigen van gegevens door VVT heeft te gelden dat deze op verzoek dienen te worden vernietigd, maar dit geldt niet wanneer het persoonsgegevens betreft waarvan redelijkerwijs aannemelijk is dat de bewaring van aanmerkelijk belang is voor een ander dan de verzoeker. Verweerder heeft op basis van de feiten en omstandigheden waaruit een structureel onveilige situatie voor de kinderen blijkt in redelijkheid kunnen oordelen dat bewaring van de gegevens het aanmerkelijke belang dient van de kinderen van eiseres en de taakuitoefening van VVT. 

Kernpunt: bij een vermoeden van een structureel onveilige situatie van kinderen hoeft VT niet te voldoen aan een verzoek tot vernietiging van gegevens door de ouder van die kinderen 

Rechtbank Overijssel 20 februari 2025 (datum publicatie: 28 februari 2025) (ECLI:NL:RBOVE:2025:1134

Samenvatting: verschoonbaarheid termijnoverschrijding bezwaar afwijzing inzageverzoek dossier inzake Wmo. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan aan mevrouw wel worden verweten dat zij te laat bezwaar heeft gemaakt, maar dat kan gelet op alle omstandigheden redelijkerwijs niet leiden tot de conclusie dat het bezwaar niet-ontvankelijk is. Er is sprake van een aantal omstandigheden die maken dat de overschrijding haar niet in die mate kan worden toegerekend, zoals het niet hebben van een gemachtigde, een termijnoverschrijding van slechts drie dagen en het belang aan de zijde van het college is beperkt. 

Kernpunt: hoewel eiseres te laat bezwaar heeft gemaakt, oordeelt de voorzieningenrechter dat dit haar niet volledig kan worden aangerekend en het bezwaar daarom toch ontvankelijk moet zijn 

Jeugdwet

Rechtbank Amsterdam 22 augustus 2024 (datum publicatie: 18 februari 2025) (ECLI:NL:RBAMS:2024:5299

Samenvatting: eiseres heeft een pgb aangevraagd voor specialistische begeleiding voorhaar blinde dochter. Gemeente kent lager tarief toe omdat ze de zorg als praktische begeleiding en ondersteuning classificeren. Rechtbank oordeelt dat gemeente onvoldoende heeft onderbouwd waarom zorg als praktische begeleiding wordt gezien omdat het geen deskundigenadvies heeft ingewonnen. Dit maakt het besluit onzorgvuldig.  

Kernpunt: beroep is gegrond, omdat de gemeente door het niet inwinnen van deskundigenadvies onzorgvuldig onderzoek heeft verricht 

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 december 2024 (datum publicatie: 10 februari 2025) (ECLI:NL:GHARL:2024:7698

Samenvatting: moeder stelt dat door minderjarige aan te melden bij een accommodatie zij voldoende meewerkt aan (vrijwillige) hulpverlening. Hof stelt dat dit onvoldoende is om zorgen rondom minderjarige weg te nemen, ook omdat ze in het verleden niet mee wilde werken met de inzet van hulpverlening. Moeder wil in geval van UHP dat minderjarige geplaatst wordt in een door haar gekozen instelling. Hierover kan Hof niet beslissen omdat de GI – in de persoon van de jeugdbescherming – bepaalt of, en zo ja, welke, jeugdhulp is aangewezen bij uitvoering kinderbeschermingsmaatregel. 

Kernpunt: moeder heeft geen invloed op de locatie voor uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, hier gaat GI (en daarmee de jeugdbescherming) over  

Rechtbank Noord-Holland 21 januari 2025 (datum publicatie: 18 februari 2025) (ECLI:NL:RBNHO:2025:1507)  

Samenvatting: verzoek voorlopige voorziening tegen afwijzing aanvraag verlenging verstrekte voorziening, bestaande uit pgb. Sprake van spoedeisend belang in verband met ontbreken alternatief en overgangsperiode. Volgens verzoekster is het besluit tot niet-verlenging onzorgvuldig tot stand gekomen omdat een medisch advies en een actueel perspectiefplan ontbreken en het besluit ontoereikend gemotiveerd is. Voorzieningenrechter gaat hierin mee: schorst het bestreden besluit en treft de voorlopige voorziening van verlenging van de (oude) pgb.  

Kernpunt: het onderzoek is onvolledig en onzorgvuldig uitgevoerd. Voorzieningenrechter schorst het bestreden besluit en kent voorlopige voorziening toe 

Rechtbank Rotterdam 21 januari 2025 (datum publicatie: 17 februari 2025) (ECLI:NL:RBROT:2025:1849

Samenvatting: minderjarige woont deels bij zijn pleegmoeder en deels in gesloten instelling. Pleegmoeder stelt dat minderjarige volledig bij haar kan komen wonen. Stelt daarbij de inzet van een Zorgboerderij voor, omdat dit voor minderjarige een passende plek zou zijn.  Kinderrechter oordeelt dat GI een inspanningsverplichting heeft. Als minderjarige goed functioneert in een zorgboerderijomgeving moet GI met urgentie onderzoeken of plaatsing mogelijk is. Financiële overwegingen mogen dit niet belemmeren, helemaal niet gezien het feit dat gesloten plaatsing een enorme kostenpost met zich meebrengt.  

Kernpunt: Financiële overwegingen mogen niet aan hulpverlening in de weg staan, al helemaal niet gezien het feit van algemene bekendheid dat plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp een enorme kostenpost betekent 

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 januari 2025 (datum publicatie: 10 februari 2025) (ECLI:NL:GHARL:2025:338

Samenvatting: het perspectiefbesluit is niet wettelijk geregeld. Het kan door rechtbank wel meegenomen worden bij de beoordeling van andere aan hem voorgelegde verzoeken die wel wettelijk zijn geregeld, maar het kan niet als zelfstandig besluit beoordeeld worden. Hof kan deze dus ook niet bekrachtigen of vernietigen.  

Kernpunt: het perspectiefbesluit is niet wettelijk geregeld en kan dus niet als zelfstandig besluit beoordeeld worden door de rechter, waardoor bekrachtiging of vernietiging niet mogelijk is 

Participatiewet 

Rechtbank Overijssel 10 februari 2025 (datum publicatie: 11 februari 2025) (ECLI:NL:RBOVE:2025:734

Samenvatting: ontvangen van erfenis over periode van bijstandsverlening. Hoewel artikel 58 van de Participatiewet terugvordering toestaat bij later verkregen middelen, had het college eerder expliciet toegezegd dat eiseres op de erfenis mocht interen. Deze toezegging wekte gerechtvaardigde verwachtingen en werd door de rechtbank aangemerkt als een bijzondere omstandigheid. De terugvordering had onevenredig nadelige gevolgen en deed afbreuk deed aan het vertrouwen in de overheid. Daarnaast had eiseres slechts een niet-opeisbare vordering op haar moeder vanwege een langstlevende beding, die pas opeisbaar werd als aan bepaalde voorwaarde(n) was voldaan. 

Kernpunten: college wekt een gerechtvaardigd vertrouwen door toe te zeggen dat eiseres mocht interen op haar erfenis en moet rekening houden met het moment waarop eiseres feitelijke kan beschikken over haar erfdeel 

Rechtbank Amsterdam 5 juli 2024 (datum publicatie: 11 februari 2025) (ECLI:NL:RBAMS:2014:3985

Samenvatting: onweerlegbaar rechtsvermoeden (artikel 3, vierde lid, aanhef en onder a, van de PW). De temporele werking van een onweerlegbaar rechtsvermoeden kan gelet op de aard daarvan en de consequenties van het inroepen ervan voor de bijstandsgerechtigde niet op een willekeurig moment nogmaals aanvangen. Het onweerlegbaar rechtsvermoeden ving aan vanaf het moment dat een gezamenlijke huishouding wordt vastgesteld en werkte vanaf dat moment twee jaar. In die periode kan een onweerlegbaar rechtsvermoeden niet willekeurig opnieuw in laten gaan. Het college heeft daarom onvoldoende onderzoek gedaan naar het voeren van een gezamenlijke huishouding bij belanghebbende.   

Kernpunt: een onweerlegbaar rechtsvermoeden kan niet willekeurig opnieuw aanvangen 

Centrale Raad van Beroep 14 januari 2025 (datum publicatie: 13 februari 2025 (ELCI:NL:CRVB:2025:202

Samenvatting: beroep op evenredigheidsbeginsel ter afwending van terugvordering, conform recente jurisprudentie Centrale Raad van Beroep van december 2024. Het college heeft in overweging genomen dat het rekening heeft gehouden met de financiële omstandigheden van appellanten door aanvankelijk niet tot invordering over te gaan en later in te stemmen met het lagere aflossingsbedrag dat appellant zelf heeft voorgesteld. 

Kernpunt: het college heeft voldoende rekening heeft gehouden met de financiële omstandigheden van appellanten door eerst niet in te vorderen en later een lager aflossingsbedrag te accepteren 

Centrale Raad van Beroep 14 januari 2025 (datum publicatie: 19 februari 2025) 
(ECLI:NL:CRVB:2025:222

Samenvatting: aanvraag re-integratievoorziening vergoeding kosten opleiding art. 10 PW. Betrokkene is gehouden de benodigde gegevens te verschaffen om mee te werken aan een onderzoek naar de noodzaak van die voorziening, waaronder een belastbaarheidsonderzoek. Het college wilde de belastbaarheid van betrokkene onderzoeken om te bepalen wat voor soort opleiding eiseres aan kan, maar betrokkene weigerde dit. Het college kon de aanvraag door de weigering afwijzen. 

Kernpunt: als betrokkene niet aan een belastbaarheidsonderzoek wil meewerken, vormt dit grond om de voorziening af te wijzen 

Rechtbank Den Haag 20 januari 2025 (datum publicatie: 7 februari 2025) (ECLI:NL:RBDHA:2025:1512

Samenvatting: categoriale uitsluiten individuele inkomenstoeslag (ISD). Categoriale uitsluiting van gedetineerden in de Verordening van de gemeente in strijd met de bedoeling van de wetgever. Artikel in de verordening is onverbindend en biedt geen grondslag voor afwijzing van de aanvraag. 

Kernpunt: categoriaal benaderen van de doelgroep in de verordening door de gemeente is voor de ISD niet toegestaan 

Centrale Raad van Beroep 21 januari 2025 (datum publicatie: 6 februari 2025)  
(ECLI:NL:CRVB:2025:166

Samenvatting: beroep op zeer dringende reden art. 16, eerste lid, PW. Appellante stelde dat ziekte (voedselvergiftiging met ziekenhuisopname) en paspoortkwesties haar terugkeer uit de Dominicaanse Republiek verhinderden, terwijl haar vaste lasten in Nederland doorliepen, wat volgens haar een acute noodsituatie vormde die bijstandsverlening rechtvaardigde. De paspoortkwestie wordt niet als zeer dringende reden beschouwd, appellante was al op 8 juni 2021 uit het ziekenhuis was ontslagen, terwijl haar paspoort pas op 19 juni 2021 verliep. De doorlopende vaste lasten op zich vormen geen onvermijdelijke grond voor bijstandsverlening.  

Kernpunt: ziekte en paspoortkwesties tijdens verblijf in het buitenland, evenals doorlopende vaste lasten in Nederland zijn geen als acute noodsituatie die bijstandsverlening onvermijdelijk maakt 

Centrale Raad van Beroep 21 januari 2025 (datum publicatie: 19 februari 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:212

Samenvatting: bezwaar op door gemeente verstrekte jaaropgave. Vaste rechtspraak is dat het bij een jaaropgave gaat om (het verstrekken van) informatie van feitelijke aard, waartegen geen voorziening op grond van de Awb openstaat. Dat is volgens de rechtbank anders als die optelling leidt tot een (fiscaal) gevolg dat niet overeenstemt met de voorafgaande uitkeringsspecificaties en uitbetalingen waaraan fiscale gevolgen gebonden zijn. In dat geval moet de jaaropgave worden aangemerkt als op rechtsgevolg te zijn gericht.  

Kernpunt: een onjuiste jaaropgave waaraan fiscale gevolgen verbonden zijn levert en besluit op als bedoeld in artikel 1:3 Awb waartegen bezwaar open staat 

Centrale Raad van Beroep 21 januari 2025 (datum publicatie: 19 februari 2025) (ECLI:NL:2025:CRVB:213

Samenvatting: appellant heeft als bijrijder van een koerier meegereden voor de gezelligheid. Het gaat in dit geval om werkzaamheden waar gewoonlijk een beloning tegenover staat of waarvoor de betrokkene redelijkerwijs een beloning kan bedingen. De omvang van de werkzaamheden is niet vast te stellen is daarmee is het recht op bijstand alleen al daarom niet vast te stellen. 

Kernpunt: voor het recht op bijstand is niet alleen het inkomen waarover de betrokkene daadwerkelijk beschikt relevant, maar ook het inkomen waarover de betrokkene redelijkerwijs kan beschikken. 

Centrale Raad van Beroep 21 januari 2025 (datum publicatie: 19 februari 2025) (ECLI:NL:2025:CRVB:215

Samenvatting: strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Het college heeft in strijd met de wet de bijstand aangevuld, voor zover appellant feitelijk niet over inkomsten kon beschikken als gevolg van derdenbeslag. Appellant hoefde redelijkerwijs niet te begrijpen dat hij ten onrechte te veel bijstand ontving. Het college kan die fout daarom niet met terugwerkende kracht herstellen zonder in strijd te komen met het rechtszekerheidsbeginsel. 

Kernpunt: het college handelt in strijd met het rechtzekerheidsbeginsel door in strijd met de PW bijstand te verstrekken en dit vervolgens met terugwerkende kracht terug te vorderen 

Centrale Raad van Beroep 21 januari 2025 (datum publicatie: 19 februari 2025) (ECLI:NL:CRVB:2025:221

Samenvatting: beroep op evenredigheidsbeginsel ter afwending van terugvordering, conform recente jurisprudentie Centrale Raad van Beroep van december 2024. Vordering is in belangrijke mate verminderd door de verrekening met de vergoeding van de kosten in bezwaar en proceskostenvergoeding in beroep. Ook kan appellant het terugvorderingsbedrag ruim binnen de kwijtscheldingstermijn kan aflossen. Geen dringende reden om gehele of gedeeltelijk van terugvordering af te zien. 

Kernpunt: het college mag in de belangenoverweging bij terugvordering meewegen dat appellant een terugvorderingsbedrag binnen de kwijtscheldingstermijn kan aflossen  

Rechtbank Den Haag 30 januari 2025 (datum publicatie: 13 februari 2025) (ECLI:NL:RBDHA:2025:1514

Samenvatting: Eiser heeft een huisverbod gekregen van in totaal 28 dagen, waardoor de gemeente de uitkering heeft ingetrokken en de reeds uitbetaalde bijstand teruggevorderd. Door huisverbod ingegeven wijziging van de woon- en verblijfsituatie heeft vooropgezet en tijdelijk karakter.  Van een verplaatsing van het feitelijke woonadres was geen sprake. Het bestreden besluit in strijd met het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel tot stand gekomen 

Kernpunt: van verplaatsing van het feitelijke woonadres is geen sprake in het geval van een (tijdelijk) huisverbod  

Rechtbank Gelderland 14 februari 2025 (datum publicatie: 27 februari 2025) (ECLI:NL:RBGEL:2025:1225

Samenvatting: Aanvraag bijstand terecht afgewezen. Pleegvergoeding pleegouders terecht als middel aangemerkt bij draagkracht pleegkind. De pleegvergoeding betreft een middel ten behoeve van het levensonderhoud van eiseres en wordt door een niet in de bijstand begrepen persoon (de pleegouders van eiseres) ontvangen. De pleegvergoeding mag tot de middelen gerekend worden van de pleegzorgontvanger.  

Kernpunt: ook middelen die ten behoeve van het levensonderhoud van de belanghebbende door een niet in de bijstand begrepen persoon worden ontvangen, kunnen tot de middelen gerekend worden 

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 februari 2025 (datum publicatie: 24 februari 2025) (ECLI:NL:RBZWB:2025:893

Samenvatting: rechtmatigheid onderzoek intrekking van bijstand. Het college was bevoegd een onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand te starten (op basis van een anonieme melding), waarbij eerst minder vergaand internet- en administratief onderzoek is uitgevoerd voordat verdergaande stappen werden ondernomen. De rechtbank oordeelt dat het huisrecht niet is geschonden bij het betreden van de woning, aangezien toezichthouders zich hebben gelegitimeerd en toestemming hebben gekregen om binnen te komen, en dat het college niet verplicht was eiseres te wijzen op haar rechten in het kader van een bestuursrechtelijk onderzoek. 

Kernpunt: het college mocht op basis van een anonieme melding een bijstandsonderzoek starten en het huisrecht is niet geschonden 

Rechtbank Amsterdam 20 december 2024 (datum publicatie: 5 februari 2025) (ECLI:NL:RBAMS:2024:8023

Samenvatting: De voorzieningenrechter oordeelt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd dat verzoeker geen regiobinding met Amstelveen heeft. Hoewel verzoeker tijdelijk in verschillende gemeenten verblijft, heeft hij sterke banden met Amstelveen, zoals een postadres, huisarts en schuldhulpverlening. Daarom kan niet zonder meer worden geconcludeerd dat hij een vaste verblijfplaats buiten Amstelveen heeft. 

Kernpunt: verzoeker heeft ondanks zijn zwervend bestaan voldoende regiobinding met Amstelveen heeft, gezien zijn postadres, zorg en schuldhulpverlening daar 

Rechtbank Oost-Brabant 24 december 2024 (datum publicatie: 18 februari 2025) (ECLI:NL:RBOBR:2024:6562

Samenvatting: De rechtbank oordeelt dat de Beleidsregels II in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel, omdat zelfstandig ondernemers bij de aanvraag voor de energietoeslag worden beoordeeld op hun inkomen over heel 2021, terwijl werknemers in loondienst slechts een maand inkomen hoeven aan te tonen. Het college heeft onvoldoende onderbouwd waarom deze ongelijke behandeling objectief en redelijk gerechtvaardigd is, waardoor de bepaling als onverbindend wordt verklaard. 

Kernpunt: de beoordeling van het inkomen van zelfstandig ondernemers inzake de energietoeslag over heel 2021 wijkt zonder objectieve en redelijke rechtvaardiging af van de kortere referteperiode voor werknemers in loondienst 

Gerelateerd

No posts found