Wet langdurige zorg
Centrale Raad van Beroep 23-01-2025 (datum publicatie: 30-01-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:155)
Appellante krijgt geen pgb toegekend, omdat ze zich bij een eerdere pgb-verstrekking niet aan haar verplichtingen heeft gehouden en fraude heeft gepleegd. Hoewel appellante stelt dat het de hulp was die zich niet aan de verplichtingen heeft gehouden, stelt de Centrale Raad van Beroep dat de appellante zelf verantwoordelijk is voor het naleven van de verplichtingen die uit het pgb voortvloeien.
Kernpunt: de budgethouder is verantwoordelijk voor het naleven van de verplichtingen uit het pgb.
Centrale Raad van Beroep 20-01-2025 (datum publicatie: 29-01-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:157)
De Centrale Raad van Beroep wijst een verzoek voor 24 uur per dag Wlz-zorg af, omdat dit niet noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. Indien uitbreiding van het aantal uren begeleiding nodig is, kan appellante dit volgens de Raad op grond van de Wmo verzoeken. Omdat sinds de datum van het ontvangen van het bezwaarschrift, bijna zes jaar is verstreken, krijgt appellante schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijnen.
Centrale Raad van Beroep 16-01-2025 (datum publicatie: 24-01-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:120)
Appellante is niet verzekerd voor Wlz-zorg, omdat ze al pensioen ontvangt van een volkenrechtelijke organisatie, en via hen een zorgverzekering heeft die voldoet aan de minimumeisen. De hardheidsclausule wordt niet toegepast, omdat appellante gebruik kan maken van de verzekering van de organisatie en er geen acute problemen zijn met toegang tot zorg.
Kernpunt: iemand die en zorgverzekering via een volkenrechtelijke organisatie die aan de minimumvereisten voldoet, is niet verzekerd op grond van de Wlz.
Centrale Raad van Beroep 08-01-2025 (datum publicatie: 13-01-2025, ECLI:NL:CRVB:2025:48)
De Centrale Raad van Beroep heeft bepaald dat een vader, die zijn kind vertegenwoordigde in een bezwaarprocedure, geen vergoeding krijgt voor de gemaakte kosten. De reden hiervoor is dat de rechtsbijstand niet als beroepsmatig wordt gezien, omdat vader en zoon tot hetzelfde huishouden behoren.
Kernpunt: wanneer een familielid uit hetzelfde huishouden de vertegenwoordiging in een bezwaarprocedure op zich neemt, kan er geen vergoeding voor de gemaakte kosten worden verkregen.
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 27-01-2025 (datum publicatie: 30-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:409)
Het gaat hier om een beroep tegen de beslissing van de klachtencommissie. Verzoeker is niet-ontvankelijk voor zover zijn beroep betrekking heeft op de behandeling van de klacht. Het beroep tegen de uitvoering van dwangopname wordt ongegrond verklaard. De rechtbank erkent dat de uitspraak niet binnen de wettelijke termijn is gedaan, maar verklaart dat dit te wijten is aan de werkdruk, feestdagen en de crisisopname.
Rechtbank Midden-Nederland 09-01-2025 (datum publicatie: 29-01-2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:92)
Op grond van artikel 8:15 Wvggz mogen instellingen huisregels opstellen voor orde en veiligheid in de accommodatie, zolang deze regels maar algemeen van aard zijn. In deze zaak gaat het specifiek om een huisregel met betrekking tot de nachtrust van patiënten, inhoudende dat de deuren van de kamers 's nachts op slot gaan. De rechtbank is van oordeel dat deze nachtelijke insluitingen voldoen aan de eisen die de wet aan huisregels stelt.
Kernpunt: regels van algemene aard vallen onder de huisregels.
Rechtbank Noord-Nederland 22-01-2025 (datum publicatie: 29-01-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:268)
De rechtbank oordeelt dat een psychiater die naast zijn taak als zorgverantwoordelijke ook verantwoordelijk was voor het opstellen van een medische verklaring, onafhankelijk te werk kon gaan.
Kernpunt: de psychiater die de medische verklaring opstelt, kan tevens zorgverantwoordelijke zijn, zonder dat zijn onafhankelijkheid hiermee in het geding komt.
Rechtbank Den Haag 06-01-2025 (datum publicatie: 27-01-2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:669)
Verzoekster heeft naar aanleiding van het besluit om haar clozapine toe te dienen, een klacht ingediend bij de klachtencommissie. Ze stelt dat minder ingrijpende behandelingen effectief zijn en ook de psychiater gaf aan dat toediening kan wachten tot na de uitspraak over haar klacht. De rechtbank oordeelt dat de belangen van verzoekster zwaarder wegen dan de onmiddellijke toediening van clozapine, mede vanwege de mogelijke ernstige bijwerkingen.
Rechtbank Noord-Holland 18-12-2024 (datum publicatie: 24-01-2025, ECLI:NL:RBNHO:2024:13848)
De rechtbank oordeelt dat de betrokkene niet correct is gehoord en dat iemand haar had moeten wakker maken voordat een crisismaatregel werd opgelegd. Bovendien zou het onderzoek waarop de medische verklaring en de crisismaatregel zijn gebaseerd onnodig via beeldbellen hebben plaatsgevonden. De rechtbank stelt dat de crisismaatregel om deze twee redenen onrechtmatig is en kent betrokkene schadevergoeding toe.
Kernpunt: het hoorrecht bepaalt dat betrokkenen ‘zo mogelijk’ in de gelegenheid moeten worden gebracht om te worden gehoord. Dat betrokkene in slaap was, betekent niet dat het onmogelijk was haar te horen.
Rechtbank Midden-Nederland 29-11-2024 (datum publicatie: 22-01-2025, ECLI:NL:RBMNE:2024:7367)
Betrokkene heeft een klacht ingediend over haar ontslag uit een zorginstelling. Nadat deze klacht gegrond is verklaard, verzoekt ze om schadevergoeding op basis van artikel 10:12 lid 2 Wvggz. De rechtbank oordeelde dat het ontslag zelf wel problematisch was, maar niet binnen het kader van de Wvggz paste omdat artikel 10:12 een zelfstandige procedure voor schadevergoeding is. Het verzoek om schadevergoeding wordt dan ook afgewezen.
Kernpunt: het verzoek tot schadevergoeding uit de Wvggz is een zelfstandige procedure voor schadevergoeding. De (gegrond verklaarde) klacht kan wel als onderbouwing dienen, maar biedt op zichzelf geen grondslag voor schadevergoeding.
Rechtbank Oost-Brabant 02-01-2025 (datum publicatie: 15-01-2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:198)
In deze zaak wordt een zorgmachtiging verzocht voor de duur van een jaar. De onafhankelijke psychiater heeft betrokkene via beeldbellen onderzocht, aangezien een persoonlijk onderzoek niet mogelijk was door haar zwerfgedrag. De rechtbank oordeelt dat de psychiater genoeg heeft gedaan om het onderzoek te laten plaatsvinden en dat de medische verklaring aan de wettelijke eisen voldoet.
Kernpunt: Voor de afgifte van een zorgmachtiging is niet vereist dat de psychiater de betrokkene fysiek onderzoekt. Dit kan ook via beeldbellen als er redenen zijn waarom persoonlijk onderzoek niet mogelijk is.
Rechtbank Overijssel 28-08-2024 (datum publicatie: 10-01-2025, ECLI:NL:RBOVE:2024:701)
In deze zaak gaat het om het verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging aansluitend op een crisismaatregel. Betrokkene heeft betoogd dat het verzoek afgewezen moest worden omdat er geen politie-, justitiële en strafvorderlijke gegevens waren bijgevoegd. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat het verzoek weldegelijk de nodige stukken bevatte, zoals een actuele medische verklaring, zorgplan en zorgkaart, en dat het ontbreken van de politie- en justitiële gegevens geen reden was om de zorgmachtiging niet toe te kennen.
Kernpunt: politie-, justitiële en strafvorderlijke gegevens zijn niet altijd nodig voor de machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een crisismaatregel. In de regel volstaat een actuele medische verklaring, het zorgplan en de zorgkaart.
Parket bij de Hoge Raad 13-12-2024 (datum publicatie: 09-01-2025, ECLI:NL:PHR:2024:1349)
Deze zaak gaat over een zorgmachtiging die de rechtbank in drie fasen heeft verleend. Betrokkene klaagt dat de zorgmachtiging voor twaalf dagen niet geldig is, omdat er geen actuele medische verklaring was. Het parket oordeelt dat de tweede beschikking niet kan blijven staan en dat terugwijzing naar de rechtbank nodig is. Betrokkene betwist de overweging van de rechtbank dat zijn verzet niet wilsbekwaam is, maar dit slaagt niet.
Kernpunt: een actuele medische verklaring is noodzakelijk voor de geldigheid van een zorgmachtiging.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 30-09-2024 (datum publicatie: 09-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2024:9101)
De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die niet aanwezig was bij de mondelinge behandeling. De advocaat verzocht afwijzing vanwege het ontbreken van onderzoek om vast te stellen of er bij betrokkene sprake is van een psychische stoornis en ernstig nadeel, maar de behandelaar beargumenteerde dat betrokkene dringend zorg nodig had. De rechtbank verleent de zorgmachtiging.
Kernpunt: de rechtbank een zorgmachtiging afgeven zonder de betrokkene te horen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13-12-2024 (datum publicatie: 08-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2024:8596)
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een beroep tegen een crisismaatregel gegrond verklaard en een schadevergoeding toegekend. Verzoeker betwistte de rechtmatigheid van de maatregel, omdat hij niet was gehoord. De rechtbank oordeelde dat de gemeente onvoldoende moeite had gedaan om hem te horen.
Kernpunt: bij de oplegging van een crisismaatregel moet er voldoende inspanning worden geleverd om de betrokkene te horen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18-10-2024 (datum publicatie: 08-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2024:8593)
De rechtbank heeft de klacht van een man over zijn gedwongen ontslag uit een woonvoorziening ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat zijn verblijf vrijwillig was en dat de Wvggz alleen betrekking heeft op verplichte zorg, niet op vrijwillige huisvesting. De klachtencommissie heeft de klacht daarom niet-ontvankelijk verklaard.
Kernpunt: de Wvggz is alleen van toepassing op verplichte zorg.
Rechtbank Amsterdam 20-12-2024 (datum publicatie: 06-01-2025, ECLI:NL:RBAMS:2024:8141)
Verzoekster klaagt over een inwendig onderzoek dat tijdens haar gedwongen opname onder de Wvggz heeft plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat dit een ernstige inbreuk op haar lichamelijke integriteit vormde en dat de Wvggz hier geen wettelijke basis voor biedt. De klacht werd gegrond verklaard, maar er wordt geen schadevergoeding toegekend.
Kernpunt: de Wvggz biedt geen ruimte voor onderzoek in het lichaam.
Geen belangrijke updates missen op het gebied van zorg?
Meld u aan voor onze zorg nieuwsbrief en ontvang belangrijk nieuws direct in uw inbox.
Wet zorg en dwang
Parket bij de Hoge Raad 17-01-2025 (datum publicatie: 23-01-2025, ECLI:NL:PHR:2025:76)
De rechtbank verleent een Wzd-machtiging voor een persoon die al drie weken in een Wvggz-instelling verbleef. In cassatie oordeelt de Hoge Raad dat deze overbruggingsmachtiging onterecht is en onvoldoende is gemotiveerd dat betrokkene zich heeft verzet tegen opname in een Wzd-accommodatie.
Kernpunt: iemand kan met een Wzd-machtiging niet ter overbrugging in een Wvggz instelling verblijven.
Rechtbank Gelderland 17-01-2025 (datum publicatie: 20-01-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:269)
De rechtbank Gelderland heeft de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt onder de Wzd toegestaan, ondanks dat de huidige accommodatie niet passend is. De rechtbank verlengt de inbewaringstelling met twee weken en roept zorgaanbieders op om een passende plek te vinden.
Kernpunt: voortzetting inbewaringstelling van client is ook mogelijk als de huidige accommodatie niet passend is.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13-12-2024 (datum publicatie: 10-01-2025, ECLI:NL:RBZWB:2024:8918)
De rechtbank heeft een verzoek van het CIZ goedgekeurd voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt die lijdt aan dementie. Ondanks dat de vorige machtiging op 2 oktober 2024 verliep, oordeelde de rechtbank dat de nieuwe machtiging als opvolgende machtiging kan worden gezien en verlengt deze voor een jaar, in plaats van de gevraagde zes maanden.
Kernpunt: hoewel het verzoek is ingediend nadat de rechterlijke machtiging is verlopen, kan het wel als een verzoek tot opvolgende machtiging worden gezien.
Privacy en tuchtrechtspraak
Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 24-01-2025 (datum publicatie: 27-01-2025, ECLI:NL:TGZRZWO:2025:10)
Een gz-psycholoog kreeg een klacht van zijn voormalige werkgever, omdat hij een seksuele relatie had gehad met een kwetsbare leerlinge die onder zijn zorg viel. De psycholoog heeft zich vervolgens uitgeschreven bij het BIG-register. Dat zou betekenen dat hij na een herinschrijving gewoon weer aan de slag zou kunnen. Het college acht dit onwenselijk en ontzegt hem het recht om zich opnieuw in het BIG-register te laten inschrijven.
Kernpunt: in de gevallen dat het door uitschrijving in het BIG-register niet mogelijk is om iemand een maatregel op te leggen, kan wel een verbod op herinschrijving worden opgelegd.
Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 10-01-2025 (datum van publicatie: 16-01-2025, ECLI:NL:TGZRZWO:2025:6)
De patiënt (klager) wilde een persoonlijke ontboezeming achteraf uit zijn medisch dossier laten verwijderen, maar dit verzoek werd afgewezen.
Kernpunt: huisarts hoeft op verzoek van patiënt geen persoonlijke ontboezeming uit het medisch dossier te halen.
Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 27-01-2025 (ECLI:NL:TGZCTG:2025:13)
Klager verwijt een KNO-arts dat hij tekort is geschoten in zijn superviserende taak, omdat hij hem door een arts in opleiding zelfstandig heeft laten behandelen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard.
Kernpunt: KNO-arts schiet niet tekort in zijn superviserende taak wanneer hij een arts in opleiding zelfstandig een patiënt laat behandelen.
Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 22-01-2025 (ECLI:NL:TGZCTG:2025:10)
Klagers zijn met een zwangerschapstermijn van 41 weken en 3 dagen naar het ziekenhuis doorverwezen omdat er sprake was van een stuitligging. Het kindje loopt hersenschade op en overlijdt na 6 dagen. Klagers verwijten de gynaecoloog dat hij de bevalling niet goed heeft begeleid en de CTG-registratie onvoldoende aandacht heeft gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de gynaecoloog de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de gynaecoloog tegen.
Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 13-01-2025 (ECLI:NL:TGZCTG:2025:3)
Het gaat hier om een gegronde klacht van een nabestaande tegen een arts. De nabestaande klaagt dat zijn vrouw door middel van euthanasie had willen overlijden en dat deze wens door de arts, die waarnam voor de huisarts van de patiënte, niet is gerespecteerd. De klacht ten aanzien van het niet willen uitvoeren van de euthanasie is door het Regionaal Tuchtcollege ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager tegen deze beslissing ingestelde beroep.
Zorgverzekeringswet
Parket bij de Hoge Raad 29-11-2024 (datum publicatie: 09-01-2025, ECLI:NL:PHR:2024:1281)
Over de vraag of lijmrestverwijderaar voor stomapatiënten onder de basisverzekering valt, is tot aan het hof geprocedeerd. Inmiddels heeft VGZ cassatieberoep ingesteld tegen het derde tussenarrest, volgens de P-G tevergeefs.
Kernpunt: het gebruik van lijmrestverwijderaar is voor stomapatiënten noodzakelijk, de lijmrestverwijderaar behoort tot de te verzekeren prestatie en de behandeling is effectief.
Rechtbank Den Haag 02-12-2024 (datum publicatie: 23-01-2025, ECLI:NL:RBDHA:2024:22482)
Zilveren Kruis wilde een vordering op de zustermaatschappij van een zorgaanbieder verrekenen met declaraties van de zorgaanbieder en had haar, vanwege de onbereidheid die te betalen, een patiëntenstop opgelegd. De vorderingen van de zorgaanbieder om Zilveren Kruis dat te verbieden werden toegewezen.
Kernpunt: een zorgverzekeraar mag niet zomaar haar vordering op een zustermaatschappij verrekenen of (in dat verband) een patiëntenstop opleggen.
Medische aansprakelijkheid
Rechtbank Amsterdam 16-01-2025 (datum publicatie: 24-01-2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:376)
Uit het vertrouwen dat de verzekeraar van een zorgaanbieder had gewekt mee te werken aan een nieuw, gezamenlijk aan te vragen deskundigenonderzoek, was volgens de rechtbank af te leiden dat het eerdere onderzoek “niet tot het gewenste resultaat heeft geleid” en dat de vraagstelling partijen verdeeld houdt. Anders had het op haar weg gelegen het tegendeel kenbaar te maken en niet in discussie te treden.
Kernpunt: als het vertrouwen wordt gewekt mee te werken aan een nieuw, gezamenlijk aan te vragen deskundigenonderzoek, kan daaruit worden afgeleid dat het eerdere onderzoek niet tot het gewenste resultaat heeft geleid en de vraagstelling partijen verdeeld houdt.
Ondernemingsrecht
Rechtbank Gelderland 18-12-2024 (datum publicatie: 30-12-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:9140)
Curator van een failliete zorginstelling houdt de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor het boedeltekort. De rechtbank is van oordeel dat de bestuurders hun taak als bestuurder niet kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld in de zin van artikel 2:248 lid 1 BW omdat zij niet ondoordacht, onzakelijk of duidelijk onbekwaam hebben gehandeld.
Kernpunt: de omstandigheid dat de bestuurders bij de uitoefening van hun taak fouten hebben gemaakt en op bepaalde aspecten anders hadden moeten handelen of beslissen is niet voldoende voor het aannemen van bestuurdersaansprakelijkheid.
Rechtbank Limburg 07-01-2025 (datum publicatie: 17-01-1025, ECLI:NL:RBLIM:2025:163)
De rechtbank wijst een verzoek tot ontslag van bestuurder en commissarissen van een zorgstichting met benoeming van een tijdelijke bestuurder af omdat onvoldoende gebleken is van een taakverwaarlozing, dan wel andere gewichtige redenen, op grond waarvan de bestuurder en commissarissen ontslagen dienen te worden.
Kernpunt: de lat voor toewijzing van een verzoek ex artikel 2:298 lid 1 BW ligt hoog.

Benieuwd welke gevolgen deze uitspraken voor u hebben?
Vastgoed
Rechtbank Midden-Nederland 22-01-2025 (niet openbaar gepubliceerd, zaaknummer: C/16/575885)
Een zorginstelling heeft een bouwproject laten uitvoeren waarin zij werd geconfronteerd met een aanzienlijke vordering (ruim 500.000 euro) tot bijbetaling vanwege prijsstijgingen als gevolg van de oorlog in Oekraïne. De rechter heeft de vordering afgewezen.
Kernpunt: hoewel volgens de rechtbank de oorlog in Oekraïne wel zou kwalificeren als onvoorziene omstandigheid, wordt de vordering afgewezen vanwege het niet aangetoonde causaal verband met de oorlog in Oekraïne en het feit dat de resterende vordering het minimum ondernemersrisico van 5% (zoals gehanteerd in de jurisprudentie) niet overstijgt.
BTW
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 21-01-2025 (publicatie: 31-01-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:327)
Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank dat de vergoeding die wordt betaald voor de waarneming van tandartspraktijken btw-belast is. Achtergrond is o.a. het feit dat de vergoeding niet ziet op de gezondheidskundige verzorging van de mens, de waarnemingsdienst is daarvan ook geen wezenlijk, inherent en onafscheidbaar onderdeel. De waarnemer sluit zelfstandig een behandelovereenkomst met de patiënt, in die relatie wordt de btw-vrijgestelde zorg verleend. De vergoeding tussen tandartsenpraktijk en de maatschap die de waarneming verzorgde is daarmee btw-belast.
Kernpunt: ondanks dat een bepaalde dienstverlening in de zorgsector wettelijk verplicht is, zoals in dit geval het hebben van een waarnemer, is nog niet per definitie ook sprake van een btw-vrijgestelde dienstverlening.
Loonheffingen
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 04-07-2024 (datum publicatie: 10-07-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:4597)
Overeenkomst van opdracht tussen een waarnemend intensivist op de IC en ziekenhuis getoetst aan indicatoren van het Deliveroo-arrest. Conclusie: er is sprake van een arbeidsovereenkomst tussen beide partijen.
Kernpunt: de arbeidsrelatie met medisch specialisten kan kwalificeren als arbeidsovereenkomst ook al is een overeenkomst van opdracht aangegaan.
Rechtbank Gelderland 16-12-2024 (datum publicatie: 17-01-2025, ECLI:NL:RBGEL:2024:9021)
Een medisch specialist houdt met meer dan twintig andere medisch specialisten de aandelen in X BV, waar hij een arbeidsovereenkomst mee heeft. De belastinginspecteur heeft de door de medisch specialist ontvangen dividenden van X BV aangemerkt als loon. De rechtbank heeft geoordeeld dat de dividenden terecht door de belastinginspecteur zijn gekwalificeerd als loon, omdat het aandeelhouderschap onlosmakelijk is verbonden met de dienstbetrekking en er een directe band bestaat tussen het aantal aandelen en de omvang van de dienstbetrekking.
Kernpunt: dividend kan kwalificeren als loon als er voldoende causaliteit met de dienstbetrekking bestaat.