Legaliseringsprogramma
Uit de uitspraak over het PAS van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 volgt dat activiteiten waarvoor onder het PAS geen natuurvergunning nodig was, alsnog vergunningplichtig zijn. Deze initiatiefnemers hebben buiten hun schuld geen passende vergunning. De Wet stikstofreductie en natuurverbetering voegt daarom aan de Wet natuurbescherming een nieuw artikel 1.13a toe waarin opdracht wordt gegeven aan de minister en gedeputeerde staten om zorg te dragen voor het legaliseren van de activiteiten van deze initiatiefnemers. Het gaat om alle activiteiten die destijds vielen onder de vrijstelling van de vergunningplicht voor projecten die ten hoogst een depositie van 1 mol/ha/jaar op Natura 2000-gebieden veroorzaakten. Activiteiten waarvoor een PAS-melding is gedaan maar die nog niet (deels) zijn gerealiseerd of waar nog geen significante investeringsverplichtingen zijn gedaan worden uitgezonderd van legalisatie.
De legalisatie geschiedt op basis van een door de minister nog vast te stellen legaliseringsprogramma. Hierin worden bronmaatregelen en eventuele natuurmaatregelen opgenomen, welke moeten zijn uitgevoerd binnen drie jaar na de vaststelling van het legaliseringsprogramma. Legalisatie zal pas plaatsvinden als vaststaat dat de mitigerende maatregel(en) effect heeft of hebben.
Bouwvrijstelling
De wet introduceert in de Wet natuurbescherming (artikel 2.9a) een partiële vrijstelling van de Natura 2000-vergunninngplicht voor de gevolgen van stikstofdepositie door in het Besluit stikstofreductie en natuurverbetering activiteiten in de bouwsector aan te wijzen. Dit besluit wijzigt het Besluit natuurbescherming door daarin een nieuw artikel 2.5 op te nemen:
"Als activiteiten van de bouwsector als bedoeld in artikel 2.9a van de wet worden aangewezen:
- het verrichten van een bouwactiviteit of een sloopactiviteit die het feitelijk verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden aan een bouwwerk betreft, met inbegrip van de daarmee samenhangende vervoersbewegingen;
- het aanleggen, veranderen of verwijderen van een werk, met inbegrip van de daarmee samenhangende vervoersbewegingen."
In de Nota van toelichting Besluit stikstofreductie en natuurverbetering is de reikwijdte van de vrijstelling toegelicht:
"Zoals gezegd geldt de partiële vrijstelling voor het bouwen en slopen van een bouwwerk en voor het aanleggen, veranderen en verwijderen van een werk. Voorbeelden van activiteiten die onder de vrijstelling vallen, zijn de bouw en sloop van woningen, utiliteitsgebouwen, bruggen en viaducten, en bouw- en aanlegactiviteiten voor duurzame energieopwekking, grond-, weg- en waterbouw, waaronder straten, pleinen, wegen, het verplaatsen van grond in het kader van bouwrijp maken van een terrein, spoorwegen, waterstaatswerken, waterwegen, waterkeringen, energie-infrastructuur, telecommunicatie-infrastructuur, drinkwaterinfrastructuur zoals waterleidingen, pompstations en winputten, openbare hemelwater- en ontwateringsstelsels en vuilwaterriolen. De partiële vrijstelling omvat de vervoersbewegingen die samenhangen met de werkzaamheden, zoals aan- en afvoer van bouwmaterialen en bouw- en sloopafval, transport van werknemers en werktuigen van en naar de bouwplaats, de emissies van werktuigen op de bouwplaats (aggregaten, bouwmachines, mobiele puinbrekers, baggerwerk- of baggervaartuigen et cetera) en eventuele tijdelijke omrij- en omvaar-effecten als gevolg van de werkzaamheden. De vrijstelling omvat niet de productie van bouwmaterialen of de winning van bouw- of grondstoffen."
Stikstofreductiedoelen
De nieuwe wet maakt niet alleen ontwikkelingen mogelijk, de wet voorziet (uiteraard) ook in maatregelen om stikstofreductie te bewerkstelligen. In artikel 1.12 van de wet is vastgelegd dat de stikstofdepositie op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden zo ver moet worden gereduceerd dat de stikstofdepositie:
- in 2025 in ten minste 40% van “het areaal van de voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden” (stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden) de kritische depositiewaarde (KDW) niet overschrijdt;
- in 2030 in ten minste 50% van het areaal van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden de KDW niet overschrijdt;
- in 2035 in ten minste 74% van het areaal van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden de KDW niet overschrijdt.
Het doel om tot reductie van stikstofdepositie te komen is in de wet opgenomen als een resultaatsverplichting, hetgeen betekent dat de stikstofreductie zal moeten worden bereikt. Om het doel te bereiken zal een programma stikstofreductie en natuurverbetering worden vastgesteld, waarin bronmaatregelen worden opgenomen (artikel 1.12b van de wet).
Heeft u vragen over stikstof? Neem contact op met Bart de Haan