Het zorgprestatiemodel houdt in de kern een prestatiebekostiging in van behandelactiviteiten en verblijfsdagen (zie ook ons eerste blog) In het nieuwe model worden daarvoor vier typen prestaties omschreven: consulten (zie daarvoor ons vorige blog), verblijfsprestaties, toeslagen en overige prestaties.
Verblijf
De registratie van verblijfsdagen wijzigt in het zorgprestatiemodel in principe niet. De huidige systematiek blijft in de basis behouden. Verblijfsdagen worden per dag geregistreerd en kennen een onderverdeling in acht gradaties die verband houden met de intensiteit van de verzorgingsgraad (van categorie A (lichte verzorging) tot categorie H (zeer intensieve verzorging)). Verder kent iedere verblijfscategorie een beveiligingsniveau 1 t/m 4. De NZa combineert de verzorgingsgraden en beveiligingsniveaus in de prestaties A t/m A4, B t/m B4 etc. Een snelle vergelijking van de oude en nieuwe prestatiebeschrijvingen leert ons dat de criteria voor de verschillende verzorgingsgraden inhoudelijk nagenoeg gelijk zijn.
Dagbesteding en vaktherapie onderdeel van de verblijfsdeclaraties
Een groot verschil met de oude dbc-systematiek is wel dat dagbesteding en vaktherapie onderdeel gaan uitmaken van de verblijfsdeclaraties, daar waar zij voorheen nog apart declarabel waren als behandelprestatie (waarbij één uur dagbesteding gelijk stond aan 10 minuten behandeltijd en vaktherapie als beperkt onderdeel van de behandeling als behandeltijd geregistreerd kon worden). In de Beleidsregel Prestaties en tarieven ggz en fz 2022 is bepaald dat in het tarief van de verblijfsprestaties verpleging, verzorging, vaktherapie en dagbesteding is meegenomen. In onze volgende blog gaan we in op de vraag wat dit betekent voor ambulante dagbesteding en vaktherapie.
Integrale verblijfsdag
Verder kent het zorgprestatiemodel de mogelijkheid voor gecontracteerde zorgaanbieders en verzekeraars om een integrale verblijfsdag af te spreken. Hierbij is de behandeling onderdeel van het verblijfstarief en worden consulten tijdens het verblijf niet apart gedeclareerd. Er wordt dan dus één integraal tarief afgesproken voor de totale behandeling. Een integrale verblijfsdag kan uitsluitend contractueel worden overeengekomen tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar. Dit is wat ons betreft een interessante ontwikkeling (daar zullen we mogelijk later nog een blog aan wijden).
Toeslagen
Onder het zorgprestatiemodel geldt een beperkt aantal toeslagen voor verschillende zorgactiviteiten of verrichtingen. Deze kunnen alleen gedeclareerd worden in combinatie met een consult of een verblijfsdag. Toeslagen die horen bij een consult zijn bijvoorbeeld de inzet van een tolk, reistijd of verstrekking van bepaalde geneesmiddelen. Een voorbeeld van een toeslag bij een verblijfsdag is een toeslag bij een TBS-patiënt of patiënten die extreem vlucht- en beheersgevaarlijk zijn.
Overige prestaties
Tot slot zijn er nog een aantal behandelonderdelen die als overige prestaties in rekening kunnen worden gebracht. Het verschil met de toeslagen is dat afzonderlijke declaratie (dus zonder consult of verblijfsdag) van een overige prestatie mogelijk is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan elektroconvulsietherapie, het aanvragen van een zorgmachtiging of consultatie bij een euthanasieverzoek. Onder deze prestatie valt ook de rijbewijskeuring en zorg die niet tot de verzekerde aanspraken op grond van de Zorgverzekeringswet behoort. Zie hoofdstuk 5 van de Beleidsregel Prestaties en tarieven ggz en fz voor de volledige lijst van overige prestaties.
Blik vooruit
Zoals gezegd, gaan in het nieuwe zorgprestatiemodel de dagbesteding en vaktherapie onderdeel uitmaken van de verblijfsdeclaratie. Dagbesteding en vaktherapie worden echter ook regelmatig ingezet in een ambulante setting (waar geen sprake is van verblijf). In onze volgende blog zullen wij ingaan op de wijze waarop vaktherapie en dagbesteding in een ambulante setting nog vergoed kan worden.