Het Ministerie van Defensie heeft een aanbesteding gehouden voor de inhuur van mobiele sanitaire voorzieningen. Een gunningscriterium betrof ‘Implementatieplan’. Met name vanwege een slechte beoordeling op dit gunningscriterium heeft de zittende leverancier niet de beste totaalbeoordeling gekregen. Hiertegen maakt hij bezwaar met het argument hij als zittende leverancier geen implementatieplan had hoeven in te dienen. De Haagse kort gedingrechter wijst dit argument
bij vonnis van 20 februari 2017
van de hand. De inschrijving van een zittende leverancier moet op dezelfde wijze worden beoordeeld als andere inschrijvingen.
Kern van de zaak
In de nota van inlichtingen had het Ministerie desgevraagd meegedeeld dat (ook) de zittende leverancier een implementatieplan moest indienen als ware hij een nieuwe leverancier. Voor zover de zittende leverancier van oordeel is dat dit een onrechtmatig criterium is omdat zij een andere positie heeft (strijd met level playing field beginsel), dan heeft hij zijn rechten verwerkt om hierover te klagen. Na het verschijnen van de Nota tot aan de sluitingstermijn was er namelijk nog de mogelijkheid te klagen en dat heeft de leverancier nagelaten.
Verder stelde de leverancier dat in de motivering van de gunningsbeslissing was vermeld dat zijn inschrijving meerwaarde had zodat ten onrechte te weinig punten zouden zijn toegekend. De rechter gaat hier niet in mee omdat de vermelde meerwaarde (slechts) betrekking had op een bepaald onderdeel van de inschrijving en een ander onderdeel als onvoldoende was beoordeeld.
Tot slot voerde de leverancier tevergeefs aan dat de in de inschrijving opgenomen tabel “Taak Risico Analyse” als implementatieplan kon worden beschouwd. In deze tabel was namelijk geen beschrijving opgenomen van de overgang van het huidige contract naar de nieuwe raamovereenkomst zoals dat wel was verlangd in het kader van het in te dienen implementatieplan.
Kortom, hoe moeilijk het wellicht ook is, zittende leveranciers moeten op dezelfde wijze een implementatieplan opstellen als daarom wordt gevraagd. Indien dit toch op onoverkomelijke problemen stuit, dient de leverancier vasthoudend bezwaar te maken vóór inschrijving (zo nodig door het aanhangig maken van een kort geding).
Kern van de zaak
In de nota van inlichtingen had het Ministerie desgevraagd meegedeeld dat (ook) de zittende leverancier een implementatieplan moest indienen als ware hij een nieuwe leverancier. Voor zover de zittende leverancier van oordeel is dat dit een onrechtmatig criterium is omdat zij een andere positie heeft (strijd met level playing field beginsel), dan heeft hij zijn rechten verwerkt om hierover te klagen. Na het verschijnen van de Nota tot aan de sluitingstermijn was er namelijk nog de mogelijkheid te klagen en dat heeft de leverancier nagelaten.
Verder stelde de leverancier dat in de motivering van de gunningsbeslissing was vermeld dat zijn inschrijving meerwaarde had zodat ten onrechte te weinig punten zouden zijn toegekend. De rechter gaat hier niet in mee omdat de vermelde meerwaarde (slechts) betrekking had op een bepaald onderdeel van de inschrijving en een ander onderdeel als onvoldoende was beoordeeld.
Tot slot voerde de leverancier tevergeefs aan dat de in de inschrijving opgenomen tabel “Taak Risico Analyse” als implementatieplan kon worden beschouwd. In deze tabel was namelijk geen beschrijving opgenomen van de overgang van het huidige contract naar de nieuwe raamovereenkomst zoals dat wel was verlangd in het kader van het in te dienen implementatieplan.
Kortom, hoe moeilijk het wellicht ook is, zittende leveranciers moeten op dezelfde wijze een implementatieplan opstellen als daarom wordt gevraagd. Indien dit toch op onoverkomelijke problemen stuit, dient de leverancier vasthoudend bezwaar te maken vóór inschrijving (zo nodig door het aanhangig maken van een kort geding).
Gerelateerd
Aanbesteding