Hoge Raad geeft duidelijkheid over het begrip “woning” in de overdrachtsbelasting

24 februari 2017, laatst geüpdatet 11 september 2024
De overdracht van een woning wordt tegen een verlaagd tarief aan overdrachtsbelasting belast. De verkrijger dient namelijk 2% overdrachtsbelasting te betalen over de waarde van de woning, terwijl dit voor overige onroerende zaken in principe 6% betreft. In de praktijk heeft dit tot de nodige discussies tussen een verkrijger en de belastinginspecteur geleid, aangezien er in de wet niet wordt omschreven wat er precies onder een “woning” dient te worden verstaan. Met name bij kantoorvilla’s en t...
Daan Bastiaans 
Daan Bastiaans 
Kandidaat-notaris - Associate Partner
In dit artikel
De overdracht van een woning wordt tegen een verlaagd tarief aan overdrachtsbelasting belast. De verkrijger dient namelijk 2% overdrachtsbelasting te betalen over de waarde van de woning, terwijl dit voor overige onroerende zaken in principe 6% betreft. In de praktijk heeft dit tot de nodige discussies tussen een verkrijger en de belastinginspecteur geleid, aangezien er in de wet niet wordt omschreven wat er precies onder een “woning” dient te worden verstaan. Met name bij kantoorvilla’s en transformatiepanden verschilde men weleens van mening. De Hoge Raad heeft vandaag een viertal arresten gewezen waarin duidelijkheid wordt geschapen.

Een onroerende zaak geldt volgens de Hoge Raad als woning als deze oorspronkelijk voor bewoning is ontworpen en gebouwd. Of het pand naar aard en inrichting ook geschikt is om als woning te dienen, is hierbij niet van doorslaggevend belang. Ook wanneer een pand na een mogelijke verbouwing met het oog op een andere bestemming dan wonen vrij gemakkelijk weer voor bewoning geschikt te maken is, valt deze onder de definitie van een “woning”. Het feit dat een verkrijging eventueel niet bijdraagt aan de doorstroming op de woningmarkt doet hier niets aan af.

Wanneer men ondanks deze definitie van de Hoge Raad toch niet tot een slotsom komt dan kan er mede betekenis worden toegekend aan eisen of beperkingen die voorvloeien uit publiekrechtelijke voorschriften.

Arresten:
ECLI:NL:HR:2017:290
ECLI:NL:HR:2017:291
ECLI:NL:HR:2017:294
ECLI:NL:HR:2017:295

Gerelateerd

Verhuurders opgelet! De Wet betaalbare huur is in werking getreden

In een eerder artikel informeerden we u over de hoofdlijnen van de Wet betaalbare huur die vanaf 1 juli 2024 in werking is getreden. Deze wet heeft als doel de...

Advies aan de Hoge Raad dat huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk is

Er gloort licht voor verhuurders! Enige tijd geleden heeft de rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de indexatiebedingen in...

Tijdelijke huurovereenkomsten afgeschaft behalve voor deze groepen

Per 1 juli 2024 is de Wet vaste huurcontracten en het daarbij behorende Besluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomsten in werking getreden. Daarmee...

Wet betaalbare huur aangenomen en van kracht vanaf 1 juli 2024!

Op 25 juni 2024 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de Wet betaalbare huur. Daarmee is de inwerkingtreding van de wet op 1 juli 2024 een feit. De gevolgen...

Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen 2024–2029

Flexwoningen bieden een snelle oplossing voor het woningtekort in Nederland. Het tijdelijke karakter maakt investeerders echter huiverig vanwege onzekerheid...

Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over oneerlijk (proces)kostenbeding

Eerder schreven we u al over de mogelijke gevolgen van de uitspraken waarin werd geoordeeld dat de overeengekomen huurverhogingsbedingen bij woonruimte...
No posts found