Apple heeft de „unieke vormgeving en presentatie van een detailhandelszaak” als merk aangevraagd. In feite vraagt Apple hiermee de inschrijving aan van een merk dat haar flagship stores voorstelt. Kan dit een merk vormen?
Een merkinschrijvingsaanvraag moet krachtens artikel 2 van Merkenrichtlijn (2008/95) voldoen aan drie voorwaarden om een merk te kunnen zijn. In de eerste plaats moet het als zodanig een teken vormen. In de tweede plaats moet dit teken vatbaar zijn voor grafische voorstelling. In de derde plaats moet dit teken geschikt zijn om de „waren” of „diensten” van een onderneming te onderscheiden van die van andere ondernemingen.
Het Europese Hof beslist nu dat tekeningen zo'n merkteken kunnen zijn. Het gaat daarbij om een voorstelling die een "geheel van lijnen, contouren en vormen afbeeldt (...) zonder dat enig belang eraan hoeft te worden gehecht dat de tekening geen aanwijzingen van de maten en verhoudingen van de erdoor afgebeelde verkoopruimte bevat, en zonder dat behoeft te worden onderzocht of een dergelijke tekening als „presentatie die een dienst belichaamt” ook kan worden gelijkgesteld met een „verpakking”" De voorstelling van de inrichting van een verkoopruimte door een tekening kan dus geschikt zijn als merk.
Hoe groot het onderscheidend vermogen is van zo'n merkteken, moet concreet worden beoordeeld met betrekking tot de waren of diensten waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, en op basis van de perceptie van het relevante publiek, namelijk de normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument van de betrokken categorie waren of diensten.
Het Hof oordeelt verder dat er geen andere beoordelingscriteria mogen worden toegepast dan voor andere soorten tekens (denk aan woorden, logo's, kleuren en dergelijke).
Het Hof komt tot de conclusie dat de inrichting van de flagship-stores een merk kan zijn, dat zowel voor fysieke goederen (waren) als (demonstratie of seminarie-)diensten kan worden ingeschreven.
Joost Becker, advocaat merkenrecht
Een merkinschrijvingsaanvraag moet krachtens artikel 2 van Merkenrichtlijn (2008/95) voldoen aan drie voorwaarden om een merk te kunnen zijn. In de eerste plaats moet het als zodanig een teken vormen. In de tweede plaats moet dit teken vatbaar zijn voor grafische voorstelling. In de derde plaats moet dit teken geschikt zijn om de „waren” of „diensten” van een onderneming te onderscheiden van die van andere ondernemingen.
Het Europese Hof beslist nu dat tekeningen zo'n merkteken kunnen zijn. Het gaat daarbij om een voorstelling die een "geheel van lijnen, contouren en vormen afbeeldt (...) zonder dat enig belang eraan hoeft te worden gehecht dat de tekening geen aanwijzingen van de maten en verhoudingen van de erdoor afgebeelde verkoopruimte bevat, en zonder dat behoeft te worden onderzocht of een dergelijke tekening als „presentatie die een dienst belichaamt” ook kan worden gelijkgesteld met een „verpakking”" De voorstelling van de inrichting van een verkoopruimte door een tekening kan dus geschikt zijn als merk.
Hoe groot het onderscheidend vermogen is van zo'n merkteken, moet concreet worden beoordeeld met betrekking tot de waren of diensten waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, en op basis van de perceptie van het relevante publiek, namelijk de normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument van de betrokken categorie waren of diensten.
Het Hof oordeelt verder dat er geen andere beoordelingscriteria mogen worden toegepast dan voor andere soorten tekens (denk aan woorden, logo's, kleuren en dergelijke).
Het Hof komt tot de conclusie dat de inrichting van de flagship-stores een merk kan zijn, dat zowel voor fysieke goederen (waren) als (demonstratie of seminarie-)diensten kan worden ingeschreven.
Joost Becker, advocaat merkenrecht
Gerelateerd
Intellectueel Eigendom