Hof bevestigt: legitiem belang om bestand postweigeraars aan te leggen

17 mei 2011, laatst geüpdatet 11 september 2024
Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 15 februari 2011 beslist dat de Postcodeloterij een legitiem belang heeft om een bestand aan te houden van mensen die niet langer commerciele post willen ontvangen. Daarmee bevestigt het Hof de eerdere uitspraak van de rechtbank [intlink id="4000" type="post"]waarover wij al hebben bericht[/intlink]. Man wil uit alle bestanden van de PostcodeloterijHet geschil ziet op het volgende. De man die nu in hoger beroep komt had bij de rechbank gevorderd dat de Postc...
Mark Jansen 
Mark Jansen 
Advocaat - Associate Partner
In dit artikel
Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 15 februari 2011 beslist dat de Postcodeloterij een legitiem belang heeft om een bestand aan te houden van mensen die niet langer commerciele post willen ontvangen. Daarmee bevestigt het Hof de eerdere uitspraak van de rechtbank [intlink id="4000" type="post"]waarover wij al hebben bericht[/intlink].

Man wil uit alle bestanden van de Postcodeloterij

Het geschil ziet op het volgende. De man die nu in hoger beroep komt had bij de rechbank gevorderd dat de Postcodeloterij geboden zou worden om (1) al zijn persoonsgegevens te verwijderen en (2) om hem niet langer commerciele post toe te zenden.

Rechtbank: geen verwijdering uit weigeraarsbestand

De rechtbank wees het eerste verzoek af om dat de loterij logischerwijs moet kunnen bijhouden aan wie zij geen reclame meer mag zenden. Het tweede verzoek werd wel toegewezen en dat was, juist omdat het hier ongeadresseerde reclame betreft, juridisch best bijzonder (die daarvoor het [intlink id="4000" type="post"]eerdere blogbericht[/intlink]).

In hoger beroep herhaling volledige verwijdering

De man komt van de beslissing in hoger beroep en herhaalt in feite zijn eerste vordering: hij wil dat al zijn persoonsgegevens worden verwijderd door de Postcodeloterij, dus ook zijn vermelding in het bestand van postweigeraars.

Ook Hof wijst die vordering af

Het Hof wijst, net als de rechtbank, dit verzoek af. Het Gerechtshof overweegt, min of meer zoals de rechtbank ook deed: " Om uitvoering te kunnen geven aan dit recht van verzet is de verantwoordelijke, zoals NPL, verplicht om een weigeraarsbestand aan te houden om te voorkomen dat de betrokkene, zoals [appellant], (weer) wordt benaderd voor commerciële doeleinden. Naar ’s hofs oordeel legt NPL conform haar wettelijke plicht terecht een weigeraarsbestand aan."

De man had nog betoogd dat het weigeraarsbestand zelf een commercieel bestand is en dat hij daarom zich ook tegen vermelding in dit bestand zou kunnen verzetten. Die, volgens mij wat gekunstelde, redenering verwerpt het Hof: " Indien, zoals [appellant] betoogt, het aanhouden van een weigeraarsbestand een commercieel doel zou dienen en daartegen dus de mogelijkheid van verzet zou openstaan, zou daarmee de nakoming door NPL van haar wettelijke plicht illusoir worden. Het weigeraarsbestand kan daarom niet worden aangemerkt als een bestand als bedoeld in artikel 41 Wbp".

Legitiem belang om bestand weigeraars aan te leggen

Hiermee is nu tweemaal kort achter elkaar in min of meer gelijke overwegingen door verschillende rechterlijke instanties uitgemaakt dat instellingen in beginsel een legitiem belang hebben om een bestand bij te houden van personen die niet langer voor commerciele communicatie mogen worden benaderd. Daarmee zijn deze uitspraken van belang voor alle organisaties die persoonsgegevens gebruiken voor commerciele doeleinden en die te maken krijgen met mensen die het recht van verzet van artikel 41 WBP inroepen. Zij mogen een bestand aanleggen met daarin opgenomen de gegevens van die weigeraars, zodat bij iedere volgende verzending kan worden gecontroleerd of geen sprake is van een ingeroepen recht van verzet. Belangrijke voorwaarde is dan natuurlijk wel dat dit bestand vervolgens niet ook voor hele andere doeleinden wordt gebruikt en dat overigens aan de WBP wordt voldaan (zie ook [intlink id="4528" type="page"]onze privacycheck[/intlink]).

Gerelateerd