De kern van deze zaak draait om de vraag of een derde partij opzettelijk heeft geprobeerd autoverzekeraar Nationale-Nederlanden te misleiden door een niet authentieke aanrijding te melden, met als doel een (onterechte) uitkering aan de eigenaresse van de auto (zijn zus) te krijgen.
Nationale-Nederlanden, die de auto allrisk had verzekerd, meent dat er onrechtmatig is gehandeld jegens haar door de aanrijding te presenteren als zijnde een authentieke aanrijding en vordert betaling door de derde van de door haar betaalde onderzoekskosten van Dekra, zijnde € 3.499,73, te vermeerderen met wettelijke rente en proceskosten.
De kantonrechter Utrecht wees de vordering toe. Het hoger beroep van de derde hiertegen faalt. Ook het hof oordeelt dat de omstandigheden waaronder de aanrijding zich heeft voorgedaan en de wisselende verklaringen die daaromtrent zijn afgelegd in onderling verband en samenhang maken dat dit de toedracht van de aanrijding voor de verzekeraar oncontroleerbaar heeft gemaakt. In combinatie met de wisselende verklaringen over de aanrijding zelf komt ook het hof tot de overtuiging dat de derde opzettelijke onjuist heeft verklaard over de aanrijding en de toedracht en dat is:
“tegenover haar [NN] onrechtmatig en verplicht hem tot vergoeding van de daardoor aan haar veroorzaakte schade (r.o. 3.10)”.
Op de website van de Rechtspraak is de volledige uitspraak te lezen.