Hof: bemiddelaar moet bij vinden van een huurder een inschatting maken op deugdelijke en verifieerbare gronden

13 februari 2023, laatst geüpdatet 11 september 2024
Op 6 december 2022 heeft het Hof Den Haag een arrest gewezen waarbij het hof zich moest buigen over de vraag of een makelaar als bemiddelaar wanprestatie had gepleegd. De vraag of een bemiddelaar tekortschiet in zijn bemiddelingsopdracht wordt regelmatig voorgelegd aan de rechter. Dit arrest betreft een voorbeeld waarin de rechter oordeelt dat inderdaad sprake is van een tekortkoming in de bemiddelings- en beheersopdracht.
Rutger Fabritius 
Rutger Fabritius 
Advocaat - Senior
In dit artikel

De casus

De casus van het arrest van het Hof Den Haag van 6 december 2022 is als volgt. Een verhuurder heeft een bemiddelings- en beheersovereenkomst gesloten met een makelaar. Tussen hen is overeengekomen i) dat de makelaar zou bemiddelen voor het vinden van een huurder voor de woning van verhuurder; en ii) dat beheerswerkzaamheden zouden worden verricht, waaronder het incasseren en administreren van huurpenningen. De makelaar vond Poolse huurders voor een woning van verhuurder met een huurprijs van € 1.295 per maand. Na afloop van de huurovereenkomst van één jaar is een huurachterstand van € 9.250 ontstaan. De huurders zijn echter vertrokken en onvindbaar.

Verhuurder start procedure

De verhuurder stapt naar de kantonrechter. Hij is van mening dat de makelaar tekort is geschoten in zijn verplichtingen op grond van de bemiddelings- en beheersovereenkomst. De verhuurder eist terugbetaling van de aan de makelaar betaalde vergoeding en eist schadevergoeding voor de niet betaalde huur.

In eerste aanleg ontbindt de kantonrechter de bemiddelings- en beheersovereenkomst en wijst een klein deel van de vordering van de verhuurder toe. De verhuurder neemt hiermee evenwel geen genoegen en gaat in hoger beroep.

Het oordeel van het hof

In de eerste plaats oordeelt het hof dat de makelaar tekort is geschoten in zijn bemiddelingsopdracht. Als bemiddelaar diende de makelaar te beoordelen of de huurder voldoende waarborgen bood tot nakoming van zijn huurbetalingsverplichtingen. Van een professioneel bemiddelaar, die bovendien kenbaar heeft gemaakt op de website dat zij een ‘grondige screening’ doet mag worden verwacht dat zij die inschatting maakt op deugdelijke, verifieerbare, gronden. Hoewel de makelaar (een beperkt) onderzoek had gedaan, heeft hij een verkeerde inschatting gemaakt. De huurder werkte als zzp’er bij een uitzendbureau waarvoor hij een bedrag van € 20,-- per uur kreeg. Zijn vrouw werkte niet. Dit vormt een te wankele basis voor het aangaan van een huurbetalingsverplichting van € 1.300,--.

In de tweede plaats oordeelt het hof dat de makelaar tekort is geschoten in zijn beheersopdracht. Huurders betaalden al vanaf september 2019 geen huur meer. De makelaar heeft toen niet tijdig en niet adequaat gereageerd, onder meer doordat hij aanmaningen naar het verkeerde adres heeft verzonden. De makelaar heeft nooit (zelfs niet na aandringen van de verhuurder) een poging gewaagd om de huurders voortijdig te laten vertrekken.

Volgens het hof is de makelaar tekortgeschoten en is ontbinding van de bemiddelings- en beheersovereenkomst op zijn plaats.

De vordering van verhuurder

Door ontbinding bestaan ongedaanmakingsverbintenissen. De verrichte beheers- en bemiddelingswerkzaamheden kunnen niet ongedaan worden gemaakt. In plaats daarvan moet een vergoeding worden betaald voor de eventuele waarde van de verrichte prestaties. Het hof bepaalt de door makelaar geleverde bemiddelingsprestatie op nul. Deze was volgens het hof immers ver onder de maat. Het beheer heeft nog wel wat opgeleverd. Het hof kent voor de beheersprestatie een bedrag toe van € 79,17.

Verhuurder vordert tevens schadevergoeding van de makelaar voor niet betaalde huur van € 9.250,--. Het hof wijst evenwel niet dit gehele bedrag toe. Immers als de makelaar zijn werk wél goed had gedaan, dan nóg zou het mogelijk zin geweest dat uiteindelijk. Het hof schat de schade op € 5.000,--.

Gevolgen voor de praktijk
Een makelaar dient als bemiddelaar harde feiten te verzamelen waarop de gerechtvaardigde verwachting kan worden gebaseerd dat de huur telkens volledig betaald zal worden. Als een dergelijke verificatie niet mogelijk is, dan dient niet met een dergelijke huurder te worden gecontracteerd, althans moet de bemiddelaar de opdrachtgever voor een risico op wanbetaling waarschuwen. Indien eenmaal een betalingsachterstand ontstaat, dient de makelaar die tevens een beheersopdracht uitvoert tijdig en adequaat te handelen om de huurachterstand te incasseren en de huurachterstand niet verder te laten oplopen.

Gerelateerd

Verhuurders opgelet! De Wet betaalbare huur is in werking getreden

In een eerder artikel informeerden we u over de hoofdlijnen van de Wet betaalbare huur die vanaf 1 juli 2024 in werking is getreden. Deze wet heeft als doel de...

Advies aan de Hoge Raad dat huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk is

Er gloort licht voor verhuurders! Enige tijd geleden heeft de rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de indexatiebedingen in...

Tijdelijke huurovereenkomsten afgeschaft behalve voor deze groepen

Per 1 juli 2024 is de Wet vaste huurcontracten en het daarbij behorende Besluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomsten in werking getreden. Daarmee...

Wet betaalbare huur aangenomen en van kracht vanaf 1 juli 2024!

Op 25 juni 2024 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de Wet betaalbare huur. Daarmee is de inwerkingtreding van de wet op 1 juli 2024 een feit. De gevolgen...

Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen 2024–2029

Flexwoningen bieden een snelle oplossing voor het woningtekort in Nederland. Het tijdelijke karakter maakt investeerders echter huiverig vanwege onzekerheid...

Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over oneerlijk (proces)kostenbeding

Eerder schreven we u al over de mogelijke gevolgen van de uitspraken waarin werd geoordeeld dat de overeengekomen huurverhogingsbedingen bij woonruimte...
No posts found