Als u een renteswap heeft, of heeft gehad, dan kunt u binnenkort een compensatievoorstel van uw bank verwachten. Er bestaat een hardnekkige misvatting dat de compensatie maximaal € 100.000 bedraagt. Deze kan door gebruik te maken van de compensatiemogelijkheden vele malen hoger zijn. Welke mogelijkheden er zijn, wordt in dit artikel uiteengezet.
De eerste compensatievoorstellen zijn inmiddels verzonden en daaruit is duidelijk geworden dat de digitale input waarop de bank zich baseert nogal eens (in belangrijke mate) afwijkt van de daadwerkelijke situatie. Het is een tijdsinspanning, maar als het Uniform Herstelkader (UHK) op u van toepassing is, dan kan het zeer de moeite lonen om de compensatiemogelijkheden goed door te nemen en aan de hand van uw eigen gegevens na te gaan welke compensatiemogelijkheden er voor u zijn.
Voor wie geldt het Herstelkader en voor wie niet?
Het Herstelkader geldt niet voor iedereen die een rentederivaat heeft afgesloten. Als het rentederivaat te lang geleden is afgesloten, dan kan het buiten de reikwijdte vallen. De compensatieregeling ziet op rentederivaten die tussen 1 april 2011 en 1 april 2014 actief waren.
Het is bedoeld voor “niet-professionele” MKB ondernemingen. Indien de groep[1] waarbinnen het rentederivaat is afgesloten, op het moment van afsluiten voldeed aan twee van de volgende eisen, dan valt de onderneming buiten de reikwijdte van het UHK:
- Het balanstotaal is tenminste EUR 20 miljoen.
- De omzet is tenminste EUR 40 miljoen.
- Het totaal eigen vermogen is tenminste EUR 2 miljoen.
Ook deskundige klanten vallen buiten het Uniform Herstelkader. Samengevat ben je een deskundige klant als je meer dan EUR 10 miljoen aan vastgoed (gerelateerde) activa of effecten op de balans hebt staan en/of er een treasury deskundige (met meer dan vijf jaar ervaring) bij het afsluiten van de rentederivaten betrokken is geweest.
Controleer uw dossier
Als het UHK op u van toepassing is, zorg dan dat u aan de hand van de in de regeling opgenomen stappen nagaat in hoeverre deze op u van toepassing zijn en vergaar bewijzen daarvoor. Die bewijzen kunnen brieven, e-mails, gegevens uit de administratie en dergelijke zijn. De banken bepalen de compensatie namelijk op informatie die zij uit de geautomatiseerde systemen halen. Er wordt door de bank niet gecontroleerd op grond van het fysieke dossier en aangezien het digitale dossier slechts beperkt inzicht geeft in de daadwerkelijke situatie, is daar de nodige winst c.q extra vergoeding te halen!
De vier stappen van het Uniform Herstelkader
Het UHK bestaat uit vier stappen waarin compensatiemogelijkheden zijn opgenomen:
Stap 1: Gestructureerd derivaat omzetten naar eenvoudige renteswap
Stap 2: Technisch herstel
Stap 3: Coulancevergoeding
Stap 4: Renteopslagen
De input van de ene stap is het uitgangspunt van de volgende stap. En de ene stap is de andere niet. Bekijk ze dus allemaal.
Stap 1 Gestructureerd derivaat omzetten naar eenvoudige renteswap
In deze stap worden exotische rentederivaten zoals Super Collars, Extendable Swaps, Zero Cost Knock-In Collars, Cancellable Swaps, Caps with Knock-In Floors etc, omgezet naar een fictieve ‘gewone’ renteswap.
Het verschil tussen hetgeen op grond van het exotische derivaat betaald is en wat er bij een ‘gewone’ renteswap betaald zou zijn, moet door de bank volledig gecompenseerd worden.
Voor resterende looptijd bestaat het exotische derivaat niet meer en wordt deze voortgezet als ‘gewone’ renteswap. De gewone renteswap vormt het uitgangspunt voor stappen 2, 3 en 4.
Stap 2 Herstel van overhedges, tussentijdse aflossingen en oneigenlijke afdekkingen door renteswap
Stap 2 is de lastigste stap, maar tevens de stap die veel compensatiemogelijkheden bevat. Het uitgangspunt van deze stap is dat de renteswap één op één moet aansluiten op de leningen die door de renteswap afgedekt worden. Als dat niet het geval is, dan moet de bank de schade compenseren.
De renteswap sluit onder andere niet aan op de lening:
- Als de hoofdsom van de renteswap hoger dan de hoofdsom van de lening;
- Als de looptijd van de renteswap langer is dan de looptijd van de lening;
- Als de renteswap is afgesloten zonder dat er (al) een lening was;
- Als de renteswap is afgesloten ter afdekking van leningen die naar hun aard geen afdekking nodig hadden, zoals een rekening-courant (tenzij er sprake was van een overeengekomen ‘harde kern’) of een lening met een bouwdepot;
- Als er een vervroegde aflossing op de lening heeft plaatsgevonden.
De schade die de bank moet compenseren is afhankelijk van de fout die gemaakt is. In z’n algemeenheid moet de bank hetgeen er teveel betaald is als gevolg van de fout, corrigeren mét wettelijke rente. In een aantal gevallen is er echter geen integrale vergoeding. Zo vergoedt de bank bij vervroegde aflossingen niet de hele negatieve waarde (de ‘boete’ die bij vervroegde aflossing voor de beëindiging van de renteswap betaald is), maar wordt de compensatie gebaseerd op hetgeen er bij een vervroegde aflossing van een vastrentende lening aan boete betaald zou zijn. Voor de toekomst wordt de renteswap kosteloos aangepast zodat er een naadloos geheel is met de onderliggende leningen. De renteswap loopt dus wel gewoon door tot het einde van de looptijd, maar dan in de nieuwe, aangepaste versie.
De gecorrigeerde renteswap is de basis voor stap 3 en 4.
Stap 3 de coulancevergoeding
Deze stap geldt voor iedereen die een renteswap heeft afgesloten en binnen de reikwijdte van het Uniform Herstelkader valt. Deze stap is in de media bekend geworden als de ‘EUR 100.000-vergoeding’. Op grond van deze stap moet de bank een vergoeding betalen over het verschil tussen de netto ontvangsten en betalingen van de renteswap, oftewel de betaalde en te betalen swaprente minus de ontvangen swaprente. De vergoeding is een percentage van dat verschil en de staffel is als volgt:
Met de term ‘Notional’ wordt de hoofdsom van de renteswap bedoeld.
De coulancevergoeding wordt vervolgens voor het verleden bepaald aan de hand van het verschil tussen de betaalde en ontvangen rentes en voor de toekomst over de negatieve waarde van de swap.
Voorbeeldberekening
Aan de hand van een voorbeeld zal ik uitleggen hoe dat werkt
Stel er is een renteswap van €1.000.000 afgesloten voor 10 jaar. De swaprente bedraagt 3%. Euribor is gemiddeld 2,5 % geweest. De negatieve waarde op het moment dat de coulancevergoeding bepaald wordt, bedraagt € 50.000. De coulancevergoeding wordt dan als volgt berekend:
Het compensatiepercentage bedraagt 20%. De hoofdsom van de renteswap van € 1.000.000 valt immers in de eerste categorie van de staffel. Voor het verleden bedraagt de coulancevergoeding dan 20% van de Netto Kasstromen 3% -/- 2,5% is 0,5% X 1.000.000= 5.000x 9 jaar = 45.000 x 20% = 9.000
Voor de toekomst: negatieve waarde: € 50.000– x 20% = 10.000
Totale coulancevergoeding: € 19.000
De coulancevergoeding is dus niet in alle gevallen € 100.000 zoals wel eens gesuggereerd is. De vergoeding wordt bepaald door een aantal factoren zoals de hoogte van de swaprente, de hoogte van de hoofdsom, verlagingen van de hoofdsom en de looptijd van de renteswap.
Bovendien zijn er uitzonderingen en beperkingen op de coulancevergoeding. Zo wordt deze vergoeding bepaald op concernniveau. Als er binnen een concern meerdere renteswaps door diverse werkmaatschappijen zijn afgesloten, dan geldt het maximum van € 100.000,-- voor het totaal van die renteswaps binnen het concern en niet per werkmaatschappij of per renteswap. Daarnaast hoeft de bank deze vergoeding niet te betalen als er in de kredietofferte of kredietovereenkomst een verplichting was opgenomen om het renterisico af te dekken.
En als er al vergoedingen op grond van stap 2 en/of stap 4 van toepassing zijn, dan wordt de coulancevergoeding bepaald op basis van de gecorrigeerde versie van de renteswap. Er is dus geen dubbelop vergoeding mogelijk.
Stap 4 opslagverhogingen
In stap 4 worden de renteopslagverhogingen vergoed (met wettelijke rente) die door de bank zijn doorgevoerd op leningen die door de renteswap werden afgedekt. Uitgezonderd zijn opslagverhogingen die vooraf in de leningovereenkomst zijn opgenomen (bijvoorbeeld bij een verslechtering van de financiële ratio’s). Verder wordt er rekening gehouden met de eerder als gevolg van stap 2 doorgevoerde wijzigingen in de renteswap en wordt rekening gehouden met de coulancevergoeding die bij stap 3 heeft plaatsgevonden.
Impact van negatieve euribor
Vanaf najaar 2014 is Euribor negatief geworden. De renteswap is een renteruil tussen de vaste swaprente en euribor. Bij negatieve Euribor wordt euribor echter niet door de klant van de bank ontvangen, maar moet deze in principe aan de bank betaald worden. Dat betekent dat er bovenop de swaprente, dus ook de negatieve euribor in rekening gebracht werd.
Veelal hanteerde de bank bij de Euribor lening echter een zogenaamde ‘floor’. Dat leidde tot een mismatch: de bank ontving de negatieve Euribor rente wel van de klant op grond van de renteswap, maar betaalde die niet aan de klant op grond van de lening. Indien er sprake is van een dergelijke mismatch, dan moet deze ook vergoed worden. Voor een uitleg over deze mismatch verwijs ik naar dit artikel.
Overige aspecten
Naast de hiervoor genoemde compensatiemogelijkheden, zijn er nog een aantal andere aspecten van belang voor de hoogte van compensatie. Deze zijn:
- Herstructureringen – Blend & Extend: als uw oorspronkelijke renteswap gedurende de looptijd gewijzigd is (bijvoorbeeld verlengd om zo lagere maandlasten te krijgen), dan moet ook dat hersteld worden. Dit herstel is vrij specifiek en complex. Is daar in uw geval sprake van, dan is het aan te raden om daarvoor een deskundige te raadplegen.
- De bank is gerechtigd om rekening te houden met eerdere financiële tegemoetkomingen die verband houden met een Rentederivaat waar het Uniform Herstelkader op ziet. Bij een als gevolg daarvan aangepast Rentederivaat wordt bij het Uniform Herstelkader uitgegaan van het aangepaste Rentederivaat.
- Als je eerder een regeling hebt getroffen met de bank of een vonnis gekregen hebt, dan heeft u recht op extra compensatie als de Uniform Herstelkader vergoeding hoger is dan hetgeen eerder ontvangen is. Als de eerder ontvangen vergoeding hoger is dan het Uniform Herstelkader, dan hoeft die niet terugbetaald te worden.
- Let op: Als u het UHK voorstel aanvaardt, dan verleent u algemene finale kwijting. U kunt dan niet achteraf nog een (gerechtelijke) procedure starten.
Bindend advies
Bent u het niet eens met de wijze waarop de bank gecompenseerd heeft, dan kunt u op een aantal onderdelen om bindend advies van de Derivatencommissie vragen. Het vragen van bindend advies is op de volgende onderdelen mogelijk:
- vaststelling wat de vaste kern van een rekening-courant was die voor afdekking door een rentederivaat in aanmerking kwam (zie stap 2);
- welke leningen er voor afdekking door de renteswap in aanmerking genomen moesten worden (zie stap 2);
- de wijze van herstel van overhedges (zie stap 2);
- de vraag of er sprake was van een verplichte afdekking van het renterisico of niet.
Indien u bindend advies wilt vragen, dan moet u wel eerst het Uniform Herstelkader accepteren en finale kwijting verlenen. Als het advies verkeerd uitpakt, dan kunt u niet meer naar de rechter of naar KiFID. Indien u meer wil weten over Bindend Advies lees dan dit [ LINK ] artikel.
Wat als u het compensatievoorstel niet accepteert?
Als u het compensatievoorstel van de bank niet accepteert of het UHK is niet op u van toepassing, dan kunt u uw zaak ofwel aan de rechter ofwel aan het Derivatenloket van KiFID (Klachteninstituut Financiële Dienstverlening) voorleggen. KiFID is de geschilleninstantie voor (onder andere) klachten over rentederivaten van MKB ondernemers. Voor een gang naar de rechter moet u bijgestaan worden door een advocaat. Bij KiFID kunt u uw klacht zonder advocaat indienen. De KiFID procedure is te vinden op #/aaee1 .
Let op: verjaring!
Indien u overweegt om uw zaak voor te leggen aan de rechter of aan KiFID, dan moet u opletten dat uw zaak niet verjaart. Als een zaak verjaard is, kunt u géén vordering meer bij de rechter of bij KiFID instellen. Voor verjaring gelden diverse wettelijke verjaringstermijnen. Deze termijnen zijn afhankelijk van de soort vordering die u tegen de bank wilt instellen en moet per geval aan de hand van de specifieke omstandigheden en stukken beoordeeld worden. Deze wettelijke verjaringstermijnen worden NIET gestopt door het Uniform Herstelkader. Aan verjaringstermijnen die al verstreken zijn doet u niets, maar als die nog niet verlopen zijn, dan is het zaak om de verjaring zo spoedig mogelijk te stuiten. Dat kan door middel van een brief aan de bank. Hoe dat moet en welke verjaringstermijnen er in uw geval van toepassing kunnen zijn, kunt u navragen bij ons renteswapteam. Meer over verjaring is hier [ LINK ] te vinden.
Conclusie
Het Uniform Herstelkader is een regeling die diverse compensatiemogelijkheden biedt. Het kan lonen om u erin te verdiepen en na te gaan welke stappen in uw geval van toepassing zijn - het kan gaan om vele tienduizenden euro’s.
Mocht u dit liever door een deskundige willen laten nagaan, dan kunt u contact opnemen met ons renteswapteam. In samenwerking met gespecialiseerde deskundigen die over dezelfde programmatuur beschikken als de banken, maken wij een analyse van de compensatiemogelijkheden die op u van toepassing zijn, tegen een vaste prijs. Zo weet u wat u kunt verwachten.
[1] Er wordt op geconsolideerd niveau gekeken