Wat kunt u doen, of beter gezegd wat u mag nalaten, indien uw contractspartij zijn verplichtingen jegens u niet nakomt? En wat zijn uw rechten indien u ervoor vreest dat hij niet na zal komen? Dit artikel gaat in op de vraag wanneer het u is toegestaan uw verplichting op te schorten in afwachting van de nakoming door uw contractpartij.
Een aantal voorbeelden. U bestelt een partij mobiele telefoons. U ontvangt echter slechts een gedeelte van uw bestelling, het restant zal later worden geleverd. Wel stuurt de leverancier u direct de factuur voor de volledige bestelling. Bent u dan verplicht deze factuur te voldoen? Omgekeerd kan een soortgelijke vraag ontstaan. Stel u verkoopt aan een vaste afnemer goederen, terwijl die afnemer de betalingstermijn van een aantal van uw facturen heeft laten verstrijken. Bent u dan gehouden de goederen te leveren? Tot slot kan zich de situatie voordoen dat nog niet daadwerkelijk sprake is van tekortschieten door uw wederpartij, maar dat u daarvoor -op grond van feiten en omstandigheden- wel vreest. Bent u in al deze gevallen verplicht als eerste aan uw verplichtingen te voldoen, in de hoop dat uw wederpartij dat vervolgens ook zal doen? Vanuit risicoperspectief is dat niet gewenst. De wet bepaalt daarom dat u in bepaalde gevallen uw prestatie mag uitstellen tot de wederpartij aan zijn prestatie heeft voldaan. Dit noemen we ‘opschorten’.
Voor een geslaagd beroep op een opschortingsrecht geldt een aantal vereisten. Ten eerste moet sprake zijn van een opeisbare vordering op de wederpartij. De wederpartij moet met andere woorden ‘te laat zijn’ met bijvoorbeeld betalen of leveren. Daarnaast moet er samenhang bestaan tussen de opeisbare vordering en de op te schorten verplichting. Van samenhang is bijvoorbeeld sprake als de vordering en de verplichting voortvloeien uit dezelfde of een soortgelijke overeenkomst met de wederpartij. De opschorting moet bovendien proportioneel zijn. Zo zal een levering van 150 bankstellen niet mogen worden opgeschort indien de afnemer slechts enkele dagen te laat is met de betaling van een te verwaarlozen bedrag. Tot slot brengen de eisen van redelijkheid en billijkheid met zich, dat u uw wederpartij erover moet informeren dat en op welke grond u uw verplichting opschort.
Partijen kunnen van de wettelijke regels omtrent opschorting afwijken. De bevoegdheid tot opschorting kan worden beperkt, uitgesloten of juist uitgebreid. Dit gebeurt op grote schaal, veelal in algemene voorwaarden. Let daar goed op voordat u tot opschorting van uw verplichtingen overgaat en loopt u bovenstaande vereisten na. Indien u uw verplichting namelijk opschort zonder daartoe bevoegd te zijn, loopt u het risico aansprakelijk gehouden te worden voor de door de wederpartij geleden schade als gevolg van de onterechte opschorting.
Opschorting is een effectief middel te voorkomen dat u de dupe wordt van nalatige wederpartijen. Maak gebruik van dit middel. Let u er tijdens het sluiten van de overeenkomst op dat uw opschortingsbevoegdheid niet wordt beperkt, of beter nog: breidt uw opschortingsbevoegdheid uit. En voorkom onnodige risico’s door van uw opschortingsbevoegdheid gebruik te maken als het nodig is.
Een aantal voorbeelden. U bestelt een partij mobiele telefoons. U ontvangt echter slechts een gedeelte van uw bestelling, het restant zal later worden geleverd. Wel stuurt de leverancier u direct de factuur voor de volledige bestelling. Bent u dan verplicht deze factuur te voldoen? Omgekeerd kan een soortgelijke vraag ontstaan. Stel u verkoopt aan een vaste afnemer goederen, terwijl die afnemer de betalingstermijn van een aantal van uw facturen heeft laten verstrijken. Bent u dan gehouden de goederen te leveren? Tot slot kan zich de situatie voordoen dat nog niet daadwerkelijk sprake is van tekortschieten door uw wederpartij, maar dat u daarvoor -op grond van feiten en omstandigheden- wel vreest. Bent u in al deze gevallen verplicht als eerste aan uw verplichtingen te voldoen, in de hoop dat uw wederpartij dat vervolgens ook zal doen? Vanuit risicoperspectief is dat niet gewenst. De wet bepaalt daarom dat u in bepaalde gevallen uw prestatie mag uitstellen tot de wederpartij aan zijn prestatie heeft voldaan. Dit noemen we ‘opschorten’.
Voor een geslaagd beroep op een opschortingsrecht geldt een aantal vereisten. Ten eerste moet sprake zijn van een opeisbare vordering op de wederpartij. De wederpartij moet met andere woorden ‘te laat zijn’ met bijvoorbeeld betalen of leveren. Daarnaast moet er samenhang bestaan tussen de opeisbare vordering en de op te schorten verplichting. Van samenhang is bijvoorbeeld sprake als de vordering en de verplichting voortvloeien uit dezelfde of een soortgelijke overeenkomst met de wederpartij. De opschorting moet bovendien proportioneel zijn. Zo zal een levering van 150 bankstellen niet mogen worden opgeschort indien de afnemer slechts enkele dagen te laat is met de betaling van een te verwaarlozen bedrag. Tot slot brengen de eisen van redelijkheid en billijkheid met zich, dat u uw wederpartij erover moet informeren dat en op welke grond u uw verplichting opschort.
Partijen kunnen van de wettelijke regels omtrent opschorting afwijken. De bevoegdheid tot opschorting kan worden beperkt, uitgesloten of juist uitgebreid. Dit gebeurt op grote schaal, veelal in algemene voorwaarden. Let daar goed op voordat u tot opschorting van uw verplichtingen overgaat en loopt u bovenstaande vereisten na. Indien u uw verplichting namelijk opschort zonder daartoe bevoegd te zijn, loopt u het risico aansprakelijk gehouden te worden voor de door de wederpartij geleden schade als gevolg van de onterechte opschorting.
Opschorting is een effectief middel te voorkomen dat u de dupe wordt van nalatige wederpartijen. Maak gebruik van dit middel. Let u er tijdens het sluiten van de overeenkomst op dat uw opschortingsbevoegdheid niet wordt beperkt, of beter nog: breidt uw opschortingsbevoegdheid uit. En voorkom onnodige risico’s door van uw opschortingsbevoegdheid gebruik te maken als het nodig is.
Gerelateerd
Commercial